5. Rente
5.1 Inleiding
De kapitaallast bestaat uit de componenten afschrijvingslasten en rentelasten. Als laatste
behandelen we hierbij in het kort het begrip rente.
Aangezien de rentelasten van de gemeentelijke begroting worden verdeeld over alle
producten, zal voor de rentelasten een dergelijke methodiek ook voorhanden moeten zijn. In
de praktijk wordt de rente toegerekend aan een actief. Door de berekening en uiteindelijk ook
de doorberekening van de rentelasten worden de producten via de kapitaallast belast.
Voor de toerekening van de rentelasten zijn in principe een tweetal mogelijkheden, namelijk:
- een vooraf bepaald vast percentage; en
- een renteomslagpercentage
5.2 Vast percentage
In het geval van toepassing van een vast percentage wordt aan elke investering een vast
percentage aan rente doorberekend. Het renteverschil wordt toegerekend aan een stelpost
rentevoordeel c.q. -nadeel.
5.3 Renteomslagpercentage
In het geval van toepassing van een renteomslagpercentage wordt gebruik gemaakt van het
jaarlijks berekende tarief voor de verdeling van de rentelasten. Op basis van de geraamde
(of werkelijke) rentelast en de omvang van de activa wordt het percentage van de
renteomslag berekend.
Wij stellen voor om de toerekening van de rentelasten te laten plaatsvinden op basis van het
berekende renteomslagpercentage. Het voordeel hierbij is dat de reele rentelast zo veel
mogelijk wordt benaderd.
11