Voor het bepalen van het grensbedrag dient onderscheid gemaakt te worden tussen investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut, omdat volgens het BBV de laatste categorie bij voorkeur niet wordt geactiveerd. Wij stellen voor om de ondergrens voor het activeren van investering met economisch nut vast te stellen op 10.000,--, na aftrek van de (eventuele) gerelateerde bijdragen van derden. Binnen de financiele huishouding van de gemeente Leeuwarderadeel achten wij een grensbedrag van 10.000,- acceptabel. Als de investering een lagere netto verkrijgings- of vervaardigingswaarde heeft dan 10.000,-, wordt deze niet geactiveerd. Bij investeringen in activa met maatschappelijk nut gaat het veelal om grote(re) bedragen. In beginsel worden deze investeringen niet geactiveerd, maar direct ten laste van de exploitatie gebracht. Indien binnen de exploitatie (tevens bijdragen van derden en aanwending van reserves) geen ruimte aanwezig is, kan de investering worden geactiveerd. Wij stellen voor het activeren van investeringen met een maatschappelijk nut een ondergrens vast te stellen en wel van 25.000,-- na aftrek van gerelateerde bijdragen van derden en aanwending van reserves. Als de gehele investering een lagere netto verkrijgings- of vervaardigingsprijs heeft dan 25.000,-, wordt deze ineens ten laste van de exploitatie gebracht. Van deze ondergrens kan bij raadsbesluit worden afgeweken. 6.3 Afschrijven Kapitaallasten bestaan uit afschrijvingslasten en rentelasten die op de financiering van de investering betrekking hebben. De berekening van de kapitaallasten is afhankelijk van de omvang van een investering, de afschrijvingstermijn, de afschrijvingsmethode, een eventuele restwaarde en de rentelasten die aan een investering worden toegerekend. De BBV laat de gemeenten vrij in de keuze van de afschrijvingsmethodiek. Afschrijvingsmethoden Al eerder zijn hier de afschrijvingsmethoden beschreven. De binnen de financiele huishouding van de gemeente toegepaste afschrijvingsmethoden zijn de lineaire en de annuTtaire methode. Bij de keuze van de afschrijvingsmethode geldt als algemeen maatschappelijk uitgangspunt dat de huidige samenleving, die gebruik maakt van de huidige gemeentelijke voorzieningen, ook de kosten van de voorzieningen behoort te dragen. Dat betekent dat afschrijvingskosten niet naar de toekomst mogen worden verschoven. Daarnaast geldt als bedrijfseconomisch uitgangspunt dat de afschrijvingen zodanig worden vastgesteld dat de boekwaarde van het actief steeds in overeenstemming is met de toekomstige gebruikswaarde ervan. Dat betekent ten principale dat de toe te passen methode afhankelijk is van het soort actief. Uit het eerste uitgangspunt vloeit voort dat de afschrijvingsmethode op basis van annu'fteiten in beginsel afvalt omdat bij die methode het grootste deel van de afschrijvingen plaatsvindt in het tweede deel van de afschrijvingstermijn. Dat neemt niet weg dat om bedrijfseconomische redenen de annuTtaire methode van toepassing kan vinden, met name in die gevallen waarin tegenover de lasten ook baten staan die op basis van de annuTtaire methode berekend worden. Wij stellen voor dat alle investeringen in beginsel lineair worden afgeschreven. Hiervan kan bij raadsbesluit gemotiveerd worden afgeweken. 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2012 | | pagina 52