Art ike! 60
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief kunnen worden geactiveerd indien:
1het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen;
2. de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien vaststaat;
3. het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut zal genereren en;
4. de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden
vastgesteld.
Artikel 61
Bijdragen aan activa in eigendom van derden kunnen worden geactiveerd, indien:
a. er sprake is van een investering door een derde;
b. de investering bijdraagt aan de publieke taak;
c. de derde zich heeft verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals is
overeengekomen en;
d. de bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de provincie
onderscheidenlijk gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen
met de investering.
Artikel 62
1Alle vaste activa worden voor het bedrag van de investering geactiveerd.
2. In afwijking van het eerste lid mogen bijdragen van derden die in directe relatie staan met
een actief op de waardering daarvan in mindering worden gebracht.
3. In afwijking van het eerste lid mogen reserves in mindering worden gebracht op
investeringen, als bedoeld in artikel 59, het vierde lid.
Artikel 63
1Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
2. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten.
3. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en
hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen
worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een
redeiijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging
van het actief kan worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente
is geactiveerd.
4. Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als
verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen
registratiewaarde.
5. Van activa waarvan de bestemming verandert, wordt de actuele waarde van de nieuwe
bestemming in de toelichting op de balans opgenomen.
6. In afwijking van het eerste lid is waardering tegen actuele waarde toegestaan voor de
activa van de Nazorgfondsen bedoeld in artikel 15.47 van de Wet milieubeheer.
7. Passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van
voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd.
8. Eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de boekwaarde van leningen
en vorderingen verrekend.
Artikel 64
1De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar.
2. Slechts om gegronde redenen mogen de afschrijvingen geschieden op andere
grondslagen dan die welke in het voorafgaande begrotingsjaar zijn toegepast. De reden
van de verandering wordt in de toelichting op de balans uiteengezet. Tevens wordt inzicht
20