verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins. In de nota wordt tevens
het gewenste weerstandscapaciteit bepaald. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden
nadat de nota is aangeboden.
2. Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de
jaarstukken de risico's van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico's
zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval de risico's in beeld en actualiseert de
risico's genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid. Hierbij wordt in ieder geval aandacht
gegeven aan:
a. de rente-ontwikkeling op de kapitaalmarkt;
b. de resultaten uit de bouwgrondexploitatie;
c. de realisatie op begrote subsidieverwachtingen;
d. de lopende en te verwachten claims van derden;
e. de nog niet getaxeerde kosten van (vermoedde) milieuverontreiniging;
f. overschrijdingen van openeinde regelingen en subsidies;
g. dreigend faillissement van verbonden partijen;
h. dreigend faillissement van derden bij wie borgstellingen, garanties, leningen of
vorderingen uitstaan.
Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de
jaarstukken de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de
risico's van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.
Artikel 18 Onderhoud kapitaalgoederen
1. Het college biedt de raad periodiek onderhoudsplannen voor de openbare ruimte aan. Deze
plannen geven het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het
onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, wegen, kunstwerken,
riolering en gebouwen.
2. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf kapitaalgoederen naast de
verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en
gemeenten in ieder geval op:
a. de voortgang van het geplande onderhoud; en
b. de (eventuele) omvang van het achterstallig onderhoud.
Artikel 19 Financiering
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte
onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder
geval op:
a. kasgeldlimiet;
b. de renterisiconorm;
c. de schulden met een looptijd korter dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;
d. de schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;
e. de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte; en
f. de rentevisie.
Artikel 20. Bedrijfsvoering
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de
verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten
in ieder geval op:
a. de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten;
b. de kosten van inhuur van derden;
c. de huisvestingskosten;
d. de automatiseringskosten; en
e. de budgetten voor de raad, de griffie, de rekenkamer en de accountant.