De gedoogplicht van de gemeente geldt slechts voor openbare elektronische
communicatienetwerken, in artikel 1.1 h van de Telecommunicatiewet gedefinieerd als een
'elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare
elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede begrepen een netwerk,
bestemd voor het verspreiden van programma's voor zover dit aan het publiek geschiedt.
Kabels en ondersteuningswerken
Onder kabels verstaat de Telecommunicatiewet het geheel van voorzieningen ten behoeve van
een openbaar elektronisch communicatienetwerk, dus de ondersteuningswerken en
beschermingswerken (buizen), maar ook de benodigde kasten en dergelijke.
In de begripsomschrijving zijn de voorzieningen apart genoemd.
Voorzieningen, niet in gebruik voor een openbaar elektronisch communicatienetwerk, vallen
volgens artikel'5.15 van de wet ook onder de gedoogplicht met dien verstande dat de
gedoogplicht eindigt, indien niet na 10 jaar de ondersteuningswerken deel zijn gaan uitmaken
van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (artikel 5.2, lid 8 van de wet).
Werkzaamheden van niet-ingrijpende aard
Met het apart defmieren van dergelijke werkzaamheden wordt gevolg gegeven aan artikel 5.4,
lid 5, van de Telecommunicatiewet. Binnen de begripsbepaling zijn enige voorbeelden
opgenomen van niet ingrijpende werkzaamheden. Het staat de gemeente vrij de omschrijving
van werkzaamheden van niet ingrijpende aard zelf anders in te vullen. Het is immers een
uitzondering op de standaard meldplicht van artikel 4 van de modelverordening en daarom
een limitatieve opsomming.
Optionele uitbreiding begripsomschrijvingen:
Het verdient aanbeveling voor de gemeente de algemene regels voor de uitvoering van de
werkzaamheden in de openbare ruimte algemene beleidsregels vast te stellen, bijvoorbeeld op
te nemen in een handboek. In dit handboek staan dan de algemene regels, als de
wegafzettingen tijdens de uitvoering, het informeren van omwonenden, technische
voorschriften over het herstel van de straat etc. Het voordeel is dat deze voorschriften dan niet
in iedere af te geven instemmingsbesluit behoeven te worden opgenomen. Verder kan het
handboek betrekking hebben op alle kabels en leidingen in gemeentegrond, dus niet alien
telecommunicatiekabels. In het algemeen zullen dergelijke voorschriften door het college
worden vastgesteld, die daarvoor bijvoorbeeld een ambtenaar kan mandateren.
Op deze wijze kan flexibel op de ontwikkelingen worden ingespeeld. Een gemeente kan er
voor kiezen deze voorschriften door de raad te doen vaststellen.
Beschikt de gemeente over een dergelijk handboek dan dient dit te worden opgenomen onder
artikel 1
Handboek: door het college vastgestelde of nader vast te stellen regels betreffende ontwerp,
aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen.