De hear Dijkstra (FNP): De FNP siet mei deselde sin. Men moat as ried de fraachstelling
feststelle.
Boargemaster Boertjens: Om de objectiviteit zo veel mogelijk te waarborgen, wil men los van
het college een referendumcommissie hebben. In overleg met de referendumcommissie kan
men de vraagstelling vaststellen.
De hear Piersma: By gewoane ferkiezings stimme de boargers op persoanen. De hiele tekst
tusken skraskes soe neffens de referindumkommisje op it stimformulier komme moatte. Dus
net simpel in briefke mei twa hokjes. Koart hat it foardiel dat it ienfaldich is. It giet lykwols
uteinlik om in riedsbeslut. Frij flot nei it referindum wurdt it riedsbeslut nommen. Yn de
foarljochting sil men meinimme wat de betsjutting fan it referindum is.
De kar is dus foar de formulearring: 'Geef aan naar welk te nemen raadsbesluit uw voorkeur
uitgaat: Het raadsbesluit voor een herindeling met de gemeente Leeuwarden of het
raadsbesluit voor een herindeling met de gemeente Noordwest Friesland'.
Twadde termyn
De hear Kielstra (WD): Juist een referendum moet voor een kiezer heel helder zijn. Het zou
volgens hem bij een aantal mensen verwarring kunnen opwekken. Geef helder aan: 'Mijn
keuze is
De hear Hermans (GBL): Het moet een helder document zijn. Achter "Geef aan naar welk te
nemen raadsbesluit uw voorkeur uitgaat''te plaatsen "en herindeling met de:". Ten tweede zou
men de keuzes naast elkaar moeten zetten.
De hear Tuininga (FNP): It is foar de FNP wol dudlik. Krekt troch de regel fan it riedsbeslut
deryn is it dudlik.
De hear Keuning (CDA): Hy stelt as tuskenfoarstel foar: 'Mijn voorkeur daarbij gaat uit naar
De hear De Kroon (PvdA): De PvdA freget de referindumkommisje der nochris nei te sjen.
De foarsitter: Hij sluit zich bij het laatste aan.
De hear Piersma: De referindumkommisje sil de opmerkings meinimme.
c. De voorgestelde wijziging de argumenten genoemd onder a. en b. meer ondersteund dan de
te vervangen zin;
Concluderende dat
d. De voorgestelde zin in oorspronkelijke zin kan leiden tot verwarring bij de kiezer;
e. ledere vorm van verwarring moet worden verkomen;
f. En dat de vraagstelling in alle opzichten duidelijk en helder moet zijn;
Hieruit concluderende dat
g. De voorgestelde wijziging recht doet aan de conclusie dat er geen enkele verwarring mag
optreden voor de kiezer bij het maken van haar of zijn keuze.
Ondertekend op 6 december 2012 door
de fractie van de WD: K. Kielstra en D. van Diggelen