pagina 4 van 18
HOOFDSTUK 4. BESCHERMDE MONUMENTEN
Artikel 15. Vergunning voor beschermd monument
1Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om
vergunning voor een beschermd monument aan de monumentencommissie.
2. De monumentencommissie adviseert schriftelijk:
a. binnen 3 weken na de datum van verzending van het afschrift, bij een aanvraag
waarvoor voigens de Wabo een reguliere procedure geldt;
b. binnen 8 weken na de datum van verzending van het afschrift, bij een aanvraag
waarvoor voigens de Wabo een uitgebreide procedure geldt.
HOOFDSTUK 5. INSTANDHOUDING VAN ARCHEOLOGISCHE TERREINEN
Artikel 16. Gemeentelijke FAMKE
1Het college stelt de gemeentelijke FAMKE vast, die dient als basis voor:
a. de verordening;
b. vast te stellen bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 38a van de
Monumentenwet 1988;
c. aanwijzing van gemeentelijke monumenten als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 2.
Artikel 17. Instandhoudingbepaling archeologische terreinen
1Het is verboden om (zonder vergunning of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde
voorschriften) in een gemeentelijk archeologisch monument, bedoeld in artikel 1onder a,
sub 2 of een gebied met een hoge archeologische waarde, bedoeld in artikel 1, onder f
of een gebied met een archeologische verwachtingswaarde, bedoeld in artikel 1onder g,
de bodem dieper dan 45 cm onder het maaiveld te verstoren.
2. Het verbod in lid 1 is niet van toepassing indien:
a. het de aanleg van systematische drainage betreft, mits sleufioos uitgevoerd;
b. het een verstoring betreft van een gemeentelijk archeologisch monument of een
c. gebied met hoge archeologische waarde of een gebied met archeologische
verwachtingswaarde als aangegeven op de gemeentelijke FAMKE en de ingreep
kleiner is dan de oppervlakte die in de desbetreffende advieszone van de
gemeentelijke FAMKE wordt aangegeven;
d. in het geldend bestemmingsplan regels zijn opgenomen omtrent archeologische
monumentenzorg en archeologische waarden.
e. sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 2.12, eerste en tweede lid, van de
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en hierin voorschriften zijn opgenomen
omtrent archeologische monumentenzorg;
f. het college nadere regels stelt met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden
die leiden tot een verstoring van een gemeentelijk archeologisch monument, een
gebied met hoge archeologische waarde, of een gebied met een archeologische
verwachtingswaarde als aangegeven op de gemeentelijke FAMKE;
g. een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het te verstoren
terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en
waaruit blijkt dat:
het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden
geborgd, of;
de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad,
of;
in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.