pagina 5 van 18
Artikel 18. Opgravingen en begeleiding
1Indien binnen het grondgebied van de gemeente Leeuwarderadeel onderzoek wordt
uitgevoerd in het kader van het doen van opgravingen in de zin van artikel 1 sub h
Monumentenwet 1988, dient, onverminderd de overige bepalingen van deze wet:
a. het college een programma van eisen vast te stellen als bedoeld in artikel 1 onder j
waarbij nadere regels worden gesteld ten aanzien van het onderzoek.
b. de verstoorder, voorafgaande aan het onderzoek, een plan van aanpak als bedoeld in
artikel 1 onder i van deze verordening ter goedkeuring aan het bevoegd gezag te
overleggen.
2. In de nadere regels neemt het college bepalingen op met betrekking tot het toezicht op
de feitelijke uitvoering van het plan van aanpak. Tijdens het onderzoek dienen
aanwijzingen van het college in acht te worden genomen.
3. Om te kunnen beoordelen of het plan van aanpak aan het programma van eisen en
eventuele nadere regels voldoet, vraagt het bevoegd gezag advies aan een deskundige,
zoals omschreven in de Wet op de archeologische monumentenzorg.
Artikel 19. Procedure
De bepalingen uit artikel 11, 12, 13 en 14 zijn van overeenkomstige toepassing op de
bepalingen uit artikel 17, tweede lid, onder f, en artikel 18, eerste lid, onder b.
HOOFDSTUK 6 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 20. Tegemoetkoming in schade
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die
redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd gezag
hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming toe, indien de schade
in relatie staat tot:
a. de weigering van het bevoegd gezag een vergunning als bedoeld in artikel 10 te
verlenen;
b. de voorschriften door het bevoegd gezag verbonden aan een vergunning als bedoeld
in artikel 10;
c. de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 10, derde lid;
d. de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 17, tweede lid,
onder f;
e. een aanwijzing als bedoeld in artikel 18, tweede lid, tweede volzin.
Artikel 21. Strafbepaling
Degene, die handelt in strijd met het derde lid van artikel 10 en artikel 17 met uitzondering
van het bepaalde in het tweede lid, onder f, van deze verordening, wordt gestraft met een
geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Artikel 22. Toezichthouders
1Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn
belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.
2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen
personen.
HOOFDSTUK 7. SLOTBEPALINGEN
Artikel 23. Intrekken oude regeling
De Monumentenverordening Leeuwarderadeel 2006, wordt ingetrokken.