pagina 7 van 18
A. ALGEMENE TOELICHTING
Uitgangspunten
Gelet op het voorstel van de VNG (deregulering VNG-modelverordeningen) en de
verplichtingen die voortvloeien uit de Wet op de archeologische monumentenzorg van
September 2007, alsmede de samenhang tussen monumenten en archeologie, is de
Monumentenverordening van de gemeente Leeuwarderadeel uit 2006 aangevuld met een
archeologisch deel.
De Erfgoedverordening voor de gemeente Leeuwarderadeel komt voor wat betreft de
hoofdstukken over beschermde (rijks- en gemeentelijke) monumenten en gebieden met een
archeologische (verwachtings)waarde voor een groot deel overeen met de meest recente
modelverordening van de VNG uit januari 2010. Voor het overige is bij het opstellen van
deze Erfgoedverordening rekening gehouden met de 'Aanwijzingen voor de decentrale
regelgeving'. In deze nieuwe verordening zijn de bepalingen van de Monumentenwet 1988
en de daarin gekozen systematiek als uitgangspunt genomen.
De Erfgoedverordening van de gemeente Leeuwarderadeel regelt de volgende zaken:
- de aanwijzing van gemeentelijke (archeologische) monumenten;
- de instandhouding van gemeentelijke monumenten en gebieden met een (hoge)
archeologische (verwachtings)waarde;
- de inschakeling van de monumentencommissie als adviesorgaan voor de aanwijzing tot
gemeentelijk (archeologisch) monument en de verlening van een vergunning voor
gemeentelijke en beschermde monumenten (uitgezonderd archeologische
rijksmonumenten) (De verplichting van een monumentencommissie vloeit voort uit de
Monumentenwetl 988).
De Wabo en de Erfgoedverordening
De Erfgoedverordening houdt grotendeels verband met de inwerkingtreding van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna te noemen: Wabo), de Invoeringswet
algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna te noemen: Invoeringswet Wabo), het Besluit
omgevingsrecht (hierna te noemen: Bor) en de Regeling omgevingsrecht (hierna te noemen:
Mor).
De monumentenvergunning voor gebouwde rijksmonumenten uit de huidige
Monumentenverordening van de gemeente Leeuwarderadeel integreert volledig in de
omgevingsvergunning. Het inhoudelijke toetsingskader van de omgevingsvergunning inzake
de gemeentelijke monumenten is in deze Erfgoedverordening Gemeente Leeuwarderadeel
2012 bepaald.
Aanvulling archeologisch deel
Er is voor gekozen om de instandhoudingsvergunning van gebieden met een archeologische
(verwachtings)waarde op grond van artikel 2.2, tweede lid, Wabo aan te haken bij de
omgevingsvergunning (facultatieve integratie). Zolang gemeentelijke bestemmingsplannen
nog niet 'Malta-proof zijn, kan op deze wijze in de omgevingsvergunning bescherming aan
archeologische (verwachtings)waarden worden geboden bij de realisatie van een fysiek
project die gepaard gaan met bodemverstorende werkzaamheden. De verordening voorziet
dus in een overgangssituatie door het college de bevoegdheid te geven tot het stellen van
nadere regels voor bodemverstorende activiteiten in een archeologisch monument of een
gebied met een (hoge) archeologische (verwachtings)waarde. De door de gemeente als
archeologische beleidsadvieskaart vastgestelde gemeentelijke Friese Archeologische
Monumentenkaart Extra (FAMKE) - dit is een uitsnede van de provinciale FAMKE voor het
gemeentelijk grondgebied - dient daarbij als basis.