5.3 Kaders nieuwe Wmo.
Kader 1: Samenhang.
Noardwest Fryslan ontwikkelt een samenhangende aanpak voor het sociaal domein.
De decentralisatieopgaven vanuit de AWBZ, de Jeugdwet en de Participatiewet (en passend onderwijs)
gaan over kwetsbare burgers. We gaan in Noardwest Fryslan uit van een visie en ook van een aanpak.
Juist de samenhang leidt tot een effectieve en efficiente uitvoering.
We verbinden de nieuwe taken, die voortvloeien uit de decentralisaties aan de taken die al binnen het
sociale domein door gemeenten worden uitgevoerd. Hierdoor is synergie met de bestaande voorzienin-
gen en infrastructuur te realiseren.
Samenwerking tussen de gemeenten, inwoners en maatschappelijke partners in Noardwest Fryslan is
noodzakelijk omdat dit voldoende schaalgrootte oplevert voor een efficiente inkoop, behoud van des-
kundigheid, etc. Dat draagt bij aan de versterking van het gebied met een consistente en goed samen
hangende infrastructuur en geeft vertrouwen bij de betrokken partijen.
Kader 2: Sturing.
Noardwest Fryslan stuurt op basis van duurzame samenwerking met partners.
De sturing in het sociaal domein kan op verschillende manieren worden ingevuld zoals:
Zelf de toegang uitvoeren.
Taken aanbesteden, de gemeente treedt op als marktmeester.
Samenwerking met partners.
Zelfsturing door de inwoner.
In de praktijk zullen alle vormen van sturing toegepast worden, omdat dat afhankelijk is van de ge-
meentelijke positie. Zo zal bij burgerinitiatieven vooral zelfsturing worden gefaciliteerd. Bij het inkopen
van een dure specialistische voorziening is mogelijk aanbesteding de beste aanpak. Het gaat in dit kader
niet om een optie, maar om een combinatie, afhankelijk van het vraagstuk.
Wei is belangrijk om een keuze te maken ten aanzien de relatie met instellingen en organisaties en be-
woners, die met de gemeenten invulling moeten geven aan de nieuwe werkwijze. Op dat onderdeel kiest
Noardwest Fryslan primair voor samenwerking met maatschappelijke partners omdat dit de meeste
mogelijkheden biedt om expertise en innovatiekracht van alle partijen te bundelen. Van de betrokken
partijen wordt gevraagd om over de eigen grenzen heen te denken en te werken. In de praktijk gaat het
hier vooral om slim combineren van mogelijkheden. Een belangrijke voorwaarde is dat gemeenten in dit
proces samenwerkingsrelaties met hun partners ontwikkelen en scherpe afspraken maken.
In het kader van de Transitie Arrangementen voor de Zorg voor Jeugd, is uitwerking gegeven aan de sa
menwerking. Die aanpak geldt ook voor de decentralisatie van de AWBZ en de invulling van de nieuwe
Wmo. Uitgangspunt is dat wordt gekozen voor de vorming van allianties (samenwerking op basis van
afspraken) gericht op het samen vernieuwen van het sociaal domein. De gemeenten vragen het volgen-
