1.3 Geluidsbeleid in Leeuwarderadeel
In 2004 is het milieubeleidsplan van de gemeente Leeuwarderadeel vastgesteld. Hierin is als
doelstelling opgenomen om een lokaal geluidbeleid op te zetten, waarbij de huidige
geluidkwaliteit behouden wordt en bestaande knelpunten worden opgelost. Met dit
geluidbeleid moeten in de toekomst verdere problemen worden voorkomen.
De uitvoering van geluidstaken gebeurt momenteel niet planmatig, maar vaak aan de hand
van gesignaleerde problemen. Besluiten worden nu nog gebaseerd op landelijke wetten en
richtlijnen, de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening.
Daarnaast vormt de vliegbasis Leeuwarden een bron van geluidsoverlast. Om de vliegbasis
liggen twee wettelijke geluidzones. De ene zone betreft het industrielawaai met een 50
dB(A) geluidscontour, de andere zone betreft vliegtuiglawaai met een 35 Ke geluidscontour.
Beide in het zuidelijke gedeelte van de gemeente. (zie ook afbeelding C) Het beleid ten
aanzien van geluidsuitstoot van de vliegbasis valt buiten bevoegdheden van de gemeente
Leeuwarderadeel en valt daarom ook buiten de reikwijdte van deze geluidsnotitie. Via het
gebruik van bestaande (wettelijke) mogelijkheden en het in stand houden van bestaande
afspraken wil de gemeente Leeuwarderadeel datgene doen wat in haar mogelijkheden ligt
om te zorgen dat geluidsoverlast (maar ook stank en onveiligheid) ten gevolge van de
aanwezigheid van de vliegbasis niet verder toeneemt. De gemeente blijft actief participeren
in de 'Commissie Overleg en Voorlichting Milieuhygiene vliegbasis Leeuwarden'.
Een nieuw fenomeen zijn de akoestische gevolgen van onder andere duurzaamheid. In
agrarisch gebied komen bijvoorbeeld mestvergisters met daaraan een warmtekracht
installatie gekoppeld, die elektrische energie en warmte genereren. Deze WKK-installaties
produceren akoestisch laag frequent geluid (LFG) met een groot bei'nvloedingsgebied.
Steeds meer geluidsbronnen hebben een LFG-karakteristiek. De gemeente wil de
bestaande landelijke richtlijnen actief betrekken in haar beleid.
1.4 Relevante bestaande wetgeving en ontwikkeling
1.4.1 Relevante bestaande wetgeving
Het aspect geluid speelt een belangrijke rol in de omgevingskwaliteit. Ook is geluid van
invloed op het welbevinden van mensen. Hierdoor komt het aspect geluid in veel
verschillende wetten (met elk hun eigen reikwijdte) voor.
Voor het voorkomen van geluidhinder door inrichtingen is er de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo). Op basis hiervan zijn in het Besluit algemene regels voor
inrichtingen milieubeheer (BARIM/Activiteitenbesluit) voor een groot aantal type
inrichtingen algemene regels opgenomen. Voor een aantal typen inrichtingen geldt een
vergunningsplicht. Het bevoegd gezag neemt dan voorschriften op in de
omgevingsvergunning. Hierbij maakt het bevoegd gezag gebruik van de 'Handreiking
industrielawaai en vergunningverlening van oktober 1998'.
De agrarische activiteiten zijn per 1 januari 2013 in het Activiteitenbesluit ondergebracht. Het
gaat daarbij om activiteiten die voor deze wijziging zijn geregeld in het Besluit landbouw
milieubeheer, het Besluit glastuinbouw en het Besluit mestbassins milieubeheer. Een en
ander is opgenomen in een aantal nieuwe leden van artikel 2.17 Activiteitenbesluit.
Op grond van de Wabo kan, wanneer erstrijdigheid is met het bestemmingsplan, een
omgevingsvergunning verleend worden mede gericht op de ruimtelijke inpasbaarheid van de
gewenste activiteit. In dat geval speelt naast een akoestische beschouwing in het kader van
een goede ruimtelijke ordening is sommige situaties ook de Wet geluidhinder (Wgh) een
rol bij de omgevingsvergunning.
-6-
Geluidbeleid Leeuwarderadeel december 2013