De Wet geluidhinder (Wgh) richt vooral op de ruimtelijke inpassing van geluidsgevoelige
bestemmingen (zoals woningen) in relatie met belangrijke geluidsbronnen, voornamelijk
wegverkeerslawaai. Toetsing daaraan vindt plaats in het kader van de
omgevingsvergunning, de Wet ruimtelijke ordening en de Tracewet.
Voor situaties waarin niet voldaan kan worden aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde geldt
het gemeentelijk vastgestelde "Beleid hogere waarden"
Vanuit het project Samen Werken in de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid (SWUNG)
zijn wetsvoorstellen gekomen die vooral te maken hebben met een betere handhaving van
maximale toegestane geluidsniveaus langs rijks- en spoorwegen. Sinds 1 juli 2012 zijn de
bepalingen voor Rijkswegen en Railverkeer vervallen in de Wet geluidhinder en nieuwe
regels opgenomen in een nieuw hoofdstuk 11 "Geluid" in de Wet Milieubeheer. Het betreft
onder andere de vaststelling van geluidproductieplafonds voor de rijksinfrastructuur en de
overheveling van de bepalingen betreffende geluidsbelastingkaarten en actieplannen. Gelet
op afwezigheid van rijksinfrastructuur is deze wet niet van toepassing binnen de gemeente.
Het Besluit geluid milieubeheer bevat een nadere uitwerking van een aantal onderwerpen
van hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer (Wm). Zo worden onder meer de
geluidsgevoelige objecten aangewezen, wordt het criterium voor de toets op de financiele
doelmatigheid uitgewerkt en wordt de eis van akoestische kwaliteit ingevuld. Daarnaast is de
inhoud van het (oude) Besluit omgevingslawaai gei'ntegreerd in het Besluit geluid
milieubeheer.
Ook in de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van gemeenten zijn voorschriften
tegen geluidhinder in het ruimtelijk domein te vinden, naast die ter voorkoming van de
aantasting van het woon- en leefklimaat, openbare orde, openbare veiligheid,
volksgezondheid en milieu.
Het Bouwbesluit 2012 bevat een aantal procedurele voorschriften over het slopen van
bouwwerken en een aantaldat tijdens het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden in
acht genomen moeten worden. Het Bouwbesluit 2012 is in de plaats gekomen van het
Bouwbesluit 2003, de daarbij behorende ministeriele regeling, het Gebruiksbesluit en een
aantal voorschriften uit de gemeentelijke bouwverordeningen. Het bevat ook enkele nieuwe
voorschriften. De eisen uit het Bouwbesluit 2012 hebben rechtstreekse werking. Dat
betekent dat daaraan bij het gebruik van het bouwwerk moet worden voldaan zonder dat de
gemeente of brandweer daar eerst op moet wijzen. Wanneer niet aan deze eisen wordt
voldaan, is de eigenaar gebruiker in overtrading.
De Crisis- en herstelwet had een looptijd tot 1 januari 2014, maar heeft nu een onbepaalde
werkingsduur. Daarna zal, gebruikmakend van de resultaten van de in april 2013
beschikbare evaluatie, de definitieve verankering zijn beslag krijgen via een afzonderlijk in te
dienen wetsvoorstel tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en via de
totstandbrenging van de nieuwe Omgevingswet.
Op 17 juni 2013 is het Luchthavenbesluit Leeuwarden in werking getreden. In het
luchthavenbesluit worden het luchthavengebied, het beperkingengebied en grenswaarden
en regels voor het luchthavenluchtverkeer vastgesteld voor de militaire luchthaven
Leeuwarden. Daarbij worden in het luchthavenbesluit de geluidszone voor het militaire
luchtverkeer en een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor burgerluchtverkeer
vastgesteld, alsmede het gebied waar beperkingen noodzakelijk zijn met het oog op de
maximale hoogte van objecten in, op of boven de grand, in verband met de veiligheid van
het luchthavenluchtverkeer. Met het in werking treden van het luchthavenbesluit treedt voor
de luchthaven Leeuwarden tevens het Besluit militaire luchthavens in werking en komen
het aanwijzingsbesluit militaire luchtvaartterrein Leeuwarden en het besluit tot vaststelling
Geluidbeleid Leeuwarderadeel december 2013 - 7 -