Artikel 5.4 verplicht partijen tot relevante info. Een bepaling die gemakkelijk een
struikelblok voor beide partijen kan gaan vormen in conflictsituaties.
Krachtens artikel 8.2 is de overeenkomst geeindigd bij de aanvraag van de surseance
van betaling. Dat Nieuwe Borg de gemeente daarvan niet bij aangetekend schrijven in
kennis heeft gebracht heeft geen rechtsgevolg, er staat immers geen sanctie op de
bepaling. Artikel 8.4 zegt dat er dan geen kosten over en weer in rekening kunnen
worden gebracht. Twijfelachtig is of dat alleen geldt voor de 'eigen gemaakte
voorbereidingskosten' of ook voor de externe advieskosten zoals in artikel 2 bedoeld. De
bepaling kan helaas zowel in de ene als in de andere zin worden uitgelegd. Dat betekent
dat bij eventuele strijd (al dan niet met de bewindvoerder of de curator) het Haviltex
criterium moet worden toegepast (wat was de bedoeling van partijen met deze bepaling
bij het aangaan van de overeenkomst). Wat de bedoeling van partijen was zal ook wel
door beide partijen verschillend uitgelegd worden.
De bepaling heeft de ontwikkelaar (maar ook de gemeente) van meet af aan de
mogelijkheid geboden om door middel van uitstel van betaling of een faillissement van
haar verplichtingen ten aanzien van de overeenkomst definitief af te kunnen. De redactie
van deze bepaling is niet gebruikelijk. Normaal is dat de wederpartij van de gefailleerde
slechts de mogelijkheid krijgt om te ontbinden.
De financiele verplichtingen die in artikel 12 zijn genoemd en samenhangen met
elementen die nog moeten uitgewerkt, zoals het doortrekken van de vaartverbinding, zijn
door het vervallen van de overeenkomst niet meer te handhaven.
De verkoop van grond aan Doniastate was een verplichting die tijdens het bestaan van
de overeenkomst had moeten plaatsvinden. Dat dat niet is gebeurd is in principe niet
nakoming van de overeenkomst. Het gaat hier echter om een zogenaamd derdenbeding.
Een beding ten behoeve van Doniastate, die geen partij is bij de overeenkomst. Omdat
Doniastaete de overeenkomst niet mede heeft ondertekend, en de bepaling ook niet als
derdenbeding is verwoord in de overeenkomst, kan Doniastate geen rechtsgevolg aan
eze bepaling verbinden. Ook de gemeente kan geen nakoming eisen, omdat de bepaling
geen rechtsgevolg voor de gemeente heeft. De bepaling is niet handhaafbaar.
Artikel 12.1 sub 5 geeft aan dat zekerheden pas in de realiseringsovereenkomst worden
geregeld.
Advies bij surseance van betaling van Nieuwe Borg Ontwikkeling BV