De richtlijnen voor de inrichting en daarmee de uitvoering van de administratieve
processen bij Pastiel bleken tijdens de pilot onvoldoende geborgd. Inmiddels zijn
initiatieven inmiddels genomen om deze omissie te verhelpen.
Op basis van een verscherping van bovengenoemde richtlijnen dient ook de
samenwerking tussen Pastiel en de gemeentelijke teams een extra impuls te krijgen.
De gedane aanbevelingen in de drie onderzoeken en de audit verdienen een vervolg.
De huidige doelgroep van Pastiel is geselecteerd op basis van het criterium "nieuwe
instroom en binnen 1 jaar plaatsbaar" en is vervolgens ondersteund. De mate van
hulp varieert en is sterk afhankelijk van de persoonlijke situatie van de potentiele
werknemer en de vaardigheden van de professionele Pastielmedewerkers. Bij een
doorontwikkeling is het van belang om de doelgroepselectie verder te verfijnen op
basis van de eigen kracht van de potentiele werknemer.
Het verwachte resultaat aan inverdieneffect is tijdens het pilotjaar nog niet
gerealiseerd. De afspraak tussen de partners was om het inverdieneffect tijdens de
pilotfase in beeld te brengen, maar niet te verrekenen.
Inverdieneffect is een belangrijke factor en zal waarschijnlijk een van de belangrijke
pijlers van de toekomstige inrichting van de Participatiewet worden. Voor wat betreft
de fase Werken Diagnose ontwikkelt het inverdieneffect zich conform planning en
is er vooral veel geleerd over de best passende aanpak. Voor wat betreft de overige
fasen is er nog weinig gerealiseerd, maar is het ook wachten op de nieuwe
Participatiewet en de uiteindelijke invulling van Pastiel in combinatie met een
samenwerking met een doorontwikkeld Empatec.
10.1 Overwegingen bij aanbeveling
Om te komen tot een aanbeveling over de toekomst van Pastiel is het goed te schetsen wat
het afwegingskader is. De oorsprong van Pastiel ligt in het gegeven dat er bij de gemeenten
behoefte is aan een doelmatig, effectief en efficient re-integratie-instrument. Daarnaast
dient, overeenkomstig de nieuwe Participatiewet, de WSW te worden afgebouwd en
daarmee dus ook de Empatec-activiteiten rond de WSW. Er zijn inschattingen gemaakt van
wat dat financieel betekent: een subsidietekort, oplopend naar zo'n 5 miljoen euro na 2018.
Mede in dat licht is in 2011/2012 het idee ontstaan om Empatec om te vormen tot een werk
en re-integratiebedrijf. Dat was in de tijd dat de Wet werken naar vermogen in de maak was.
Daarna kwam binnen gemeenten de verdere vormgeving op gang van de drie
decentralisaties. De eerste beleidscontouren laten bij de meeste gemeenten zien dat er
gebiedsgerichte teams gaan ontstaan waar veei vragen om overheidsondersteuning binnen
zullen komen. Belangrijk uitgangspunt is dat de hulpvrager er eerst toe wordt bewogen om
zelf een opiossing te vinden voor zijn of haar vraag. Dat geldt ook voor het vinden van
betaald werk. In de regel is het zo dat de lichte ondersteuning vanuit het gebiedsteam wordt
opgepakt. Hoe die teams precies gaan werken en wat in die teams wel of niet wordt gedaan
is nog niet overal helder.
Dat maakt het lastig om gemeenten die daarin nog geen duidelijke keuze hebben gemaakt
een aanbeveling te geven over hoe verder met Pastiel, voor zover het de link met de
primaire activiteiten van de veranderende werkwijze van de sociale diensten betreft.
Het slagen van de pilot Pastiel op het gebied van werkgevers- en werknemers-
dienstverlening is dus niet de enige factor die de toekomst van Pastiel bepaalt. Naast de
gemeentelijke visie op en de invulling van de gebiedsgerichte teams speelt ook de visie op
al dan niet concurrentie tussen re-integratiebedrijven en dus ook de mate waarin men in
eigen of gedelegeerd beheer de re-integratietaken wil uitvoeren en zo invulling geven aan
Empatec als stip op de horizon. Verder spelen ook nog de komst van regionale