o De ondersteuning is eerst en vooral aanvullend op opgroeien en meedoen in de eigen
omgeving en community based (inclusie). Indien de veiligheid dan wel de
o opvoedsituatie vragen om exclusie wordt de periode daarvan zo kort als mogelijk gehouden.
o Uitgangspunt bij de ondersteuning zijn de kernwaarden: eigen kracht en
verantwoordelijkheid/regie bij kind en ouders, vertrouwen en ruimte voor het gebruik
o van de sociale omgeving.
o De ondersteuningsbehoefte en mate van zelfredzaamheid van kinderen en ouders zijn
leidend bij de inzet van de mate en aard van de gewenste ondersteuning.
o Ondersteuning is gericht op het benutten van kansen en mogelijkheden en voorkomt waar
mogelijk labels. Dit vertaalt zich in een sterk accent op preventie (voorkomen en versterken).
Als een interventie nodig is - al dan niet in combinatie met drang of dwang - is deze zo licht
als mogelijk c.q. zo zwaar als nodig.
o De ondersteuning is samenhangend (een gezin, een aanspreekpunt, (waar mogelijk) een
plan en een budget), op tijd en op maat (geen wachtlijsten) en hanteert - ook dan we! juist
bij een meervoudige ondersteuningsvraag - een integrate benadering.
o De ondersteuning van ouders en kinderen en de inrichting van het stelsel is opgebouwd
vanuit toevoegende waarde aan kind, gezin en sociale omgeving en borgt
o de veiligheid van kinderen en de kwaliteit van ondersteuning en zorg op tenminste het
huidige niveau en/of is verbeterd.
o Het stelsel is eenvoudig, transparant en belast professionals en organisaties met minder
bureaucratie. Verantwoordelijkheden en budgetten worden in beginsel zo laag mogelijk, dat
wil zeggen bij alle - ook kleine - gemeenten belegd. Waar nodig is sprake van borging door
bovenlokale afspraken. Partijen hanteren daartoe eenheid van taal en een goed beeld van
de feiten, zodat vanuit dezelfde werkelijkheid met elkaar wordt gesproken.
o Gemeenten - die bepalen 'wat' en er op toezien 'dat' het gerealiseerd wordt - bieden de
ondersteunende instellingen en hun professionals - verantwoordelijk voor het 'hoe' van de
uitvoering - ruimte voor hun taken en voor creativiteit en innovatieve kracht.
De uitgangspunten gelden niet alleen voor de inkoop van producten, maar voor de gehele
transformatie.
Uitgangspunten op basis van het Regionaal Transitiearrangement:
Voor de inkoop van jeugdhulp geldt de door het rijk gestelde voorwaarde dat 2015 een
overgangsjaar is, waarbij zorgcontinuiteit centraal staat. Gemeenten hebben de verplichting om in
2015 via inkoop de infrastructuur van bestaande aanbieders in bepaalde mate in stand te houden;
Om invulling te geven aan zorgcontinuiteit, hebben gemeente met het Regionaal
Transitiearrangement een budgetgarantie van 80% van het beschikbare budget 2015 gegeven;
De in het Regionaal Transitiearrangement benoemde evaluatiecriteria worden gebruikt voor
monitoring.
De aanbieders die geraakt worden door de budgetgarantie werken op basis van acceptatieplicht en
zullen een volumegroei van maximaal 5% ten opzichte van 2014 opvangen.
Uitgangspunten voor Jeugdhulp:
Het gaat om de doelgroep van 0 tot en met 18 jaar, met een eventuele uitloop naar 23 jaar;
Jeugdhulp is op tijd en op maat;
Kinderen en jongeren worden zoveel mogelijk in de thuisomgeving, dan wel zo dichtbij mogelijk
geholpen;
Bij specialistische hulp worden waar mogelijk kinderen en jongeren op Friese dan wel op Noord-
Nederlandse schaal behandeld;
Zorg arrangementen zijn flexibel en variabel, de werkwijze efficient, resultaten duurzaam;
Doorlooptijden worden aantoonbaar verkort, ofwel verbeterde zorglogistiek van begin tot eind;
De instroom wordt geleidelijk verminderd, de door- en uitstroom geleidelijk verhoogd;
Wettelijke kwaliteitseisen (plus eventueel eigen toevoegingen) zijn het uitgangspunt.
Er worden afspraken met aanbieders gemaakt over monitoring en informatievoorziening, prijs,
borging van de kwaliteit, garantietermijn, deskundigheid en innovatieprikkels.
Uitgangspunten voor het opdrachtgever- en nemerschap:
Toegang en toeleiding naar jeugdhulp en de teruggeleiding daar uit loopt via de gemeenten of een
door de gemeenten aangewezen organisatie als regisseur;