bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde
activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;
d. als de aanvrager een onderneming is:
1° een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met
staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de
subsidie wordt aangevraagd;
2° een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring);
e. als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van
de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.
3. Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de
oprichtingsakte, de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het
voorgaande jaar toe aan de aanvraag.
4. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van de in het tweede en derde lid
genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag
noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn
Artikel 7. Aanvraagtermijn
1. Een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt ingediend uiterlijk 1 juni
voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.
2. Een aanvraag om een subsidie die per boekjaar wordt verstrekt wordt uiterlijk 13 weken
voorafgaand aan dat boekjaar ingediend.
3. Andere aanvragen om subsidie worden ingediend uiterlijk 13 weken voordat de aanvrager
voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
4. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.
Artikel 8. Beslistermijn
1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7,
eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.
2. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7,
tweede en derde lid, binnen 13 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.
3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.
4. Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden
aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een
eindbeslissing heeft genomen.
Artikel 9. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden
1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigeren
burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval:
a. als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft
vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt.
b. als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een
eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar
met de gemeenschappelijke markt is verklaard.
2. Onverminderd het vorige lid kunnen burgemeester en wethouders de subsidie verder in ieder
geval weigeren:
a. als de te subsidieren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of