Artikei 7. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering 1. Onverminderd artikei 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening. 2. Onverminderd artikei 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat: a. de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of voiledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid; b. de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op het pgb zijn aangewezen; c. de individuele voorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten; d. de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het pgb, of e. de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd. 3. Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb. 4. Een beslissing tot verlening van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het pgb binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden. 5. Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van pgb's. Artikei 8. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdredassering Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdredassering, rekening met: a. de aard en omvang van de te verrichten taken; b. de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie; c. een redelijke toeslag voor overheadkosten; d. een voor de sector reele mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg; e. kosten voor bijscholing van het personeel. Artikei 9. Inspraak en medezeggenschap 1. Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikei 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend. 2. Het college stelt clienten en vertegenwoordigers van clientgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende 3/4

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2014 | | pagina 295