Een andere ingang tot de jeugdhulp is via de gecertificeerde instelling, de kinderrechter (via een
kinderbeschermingsmaatregel of een maatregel tot jeugdreclassering), het openbaar ministerie en de
directeur of de selectiefunctionaris van de justitiele jeugdinrichting. De gecertificeerde instelling is
verplicht om bij de bepaling van de in te zetten jeugdhulp in het kader van een door de rechter
opgelegde kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering te overleggen met de gemeente. bjileraard
kan bij dit overleg een kostenafweging plaatsvinden. De gemeente is op haar beurt vervolgens gehouden
de jeugdhulp in te zetten die deze partijen nodig vinden om een kinderbeschermingsmaatregel of een
maatregel tot jeugdreclassering uit te voeren. Ook hier geldt dat de gecertificeerde instelling in beginsel
gebonden is aan de jeugdhulp die de gemeente heeft ingekocht. Als de kinderrechter een
ondertoezichtstelling of gezagsbeeindiging uitspreekt, wijst hij gelijktijdig in de beschikking de
gecertificeerde instelling aan die de maatregel gaat uitvoeren. Dit kan de rechter doen omdat de raad
voor de kinderbescherming in zijn verzoekschrift een concreet advies geeft over welke gecertificeerde
instelling de maatregel zou moeten uitvoeren. De raad voor de kinderbescherming neemt een
gecertificeerde instelling in zijn verzoekschrift op die na overleg met de gemeente en gezien de concrete
omstandigheden van het geval hiervoor het meest geschikt lijkt. De raad voor de kinderbescherming is
verplicht om hierover met de gemeente te overleggen. Deze toegang wordt al in de Jeugdwet zelf
geregeld en komt verder dus niet terug in deze verordening.
Toegang via de advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK)
Ten slotte vormt ook het AMHK een toegang tot onder andere jeugdhulp. Het AMHK geeft advies over
vermoedens en gevallen van huiselijk geweld en kindermishandeling, onderzoekt wanneer nodig op basis
van een melding of er sprake is van kindermishandeling, motiveert zo nodig ouders tot accepteren van
jeugdhulp en legt daartoe contacten met de hulpverlening. Deze toegang wordt al in de Jeugdwet zelf
geregeld en komt verder dus niet terug in deze verordening.
Regelen in de verordening of in beleidsregels
De Jeugdwet schrijft voor dat elke gemeente voor 1 november 2014 een Verordening Jeugdhulp 2015
vast moet stellen. De VNG heeft hiervoor een Modelverordening opgesteld met een aantal bepalingen
die als 'facultatief' zijn aangemerkt. Ook is er de mogelijkheid om de uitwerking van bepaalde
onderwerpen te delegeren aan het college. De Verordening kan daarom op twee manieren worden
ingevuld:
Uitgebreid: hierbij wordt alles in detail vastgelegd in een Verordening. Dat geeft de raad
maximale controle maar de flexibiliteit is beperkt. Voor iedere wijziging moet je terug naar de
raad.
Beleidsluw: hierbij legt de raad de hoofdlijnen (kaders) vast en wordt nadere uitwerking
gedelegeerd aan het college waardoor sneller kan worden ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen.
Dat zal de eerste jaren zondermeer vaker noodzakelijk zijn en is dus sneller en efficienter te
regelen in de beleidsluwe variant. Overigens behoudt de raad altijd de politieke controle.
Binnen Zorg voor Jeugd Fryslan is een beleidsluwe variant voor de Friese gemeenten opgesteld. Hierin is
ervoor gekozen dat de raad de hoofdlijnen vastlegt en de nadere uitwerking van bepaalde onderwerpen
delegeert aan het college.