In dit artikel is geregeld dat het verlenen van een individuele voorziening, of het afwijzen daarvan, alleen
op verzoek wordt vastgelegd in een beschikking. Op die manier wordt de jeugdige en zijn ouders toch de
benodigde rechtsbescherming geboden, maar wordt voorkomen dat het college talloze beschikkingen
moet afgeven die hetzelfde luiden als het wat de jeugdige naar het oordeel van de jeugdhulpaanbieder
nodig heeft. r~:
Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente
Deze bepaling regelt de toegang van jeugdhulp via de gemeente en is opgenomen om een zorgvuldige
procedure te waarborgen. In dit artikel is bepaald dat de raad de vaststelling van de procedureregels
voor de toegang tot jeugdhulp via de gemeente delegeert aan het college. Hierbij valt onder andere te
denken aan regels die betrekking hebben op de voorwaarden voor toekenning van een individuele of
overige voorziening, de wijze van beoordeling en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening.
Artikel 5. Inhoud beschikking
Wanneer de jeugdige of zijn ouders een formele aanvraag bij het college indienen of wanneer er op
grond van artikel 3, tweede lid, een beschikking afgegeven wordt, moet het college een beschikking
opstellen, waartegen zij in bezwaar of beroep kunnen gaan. Uitgangspunt van de wet is dat de jeugdige
of zijn ouders een voorziening in 'natura' krijgen. Wanneer gewenst door de jeugdige of zijn ouders
bestaat ook de mogelijkheid van het toekennen van een pgb.
Artikel 6. Regels pgb
in het eerste lid is een verwijzing opgenomen naar het centrale pgb-artikel van de wet. Dit lid is
opgenomen om een compleet beeld van rechten en plichten te geven.
In de wet is opgenomen dat in de verordening wordt bepaald op welke wijze de hoogte van het pgb
wordt vastgesteld. In deze verordening is er voor gekozen dat de raad de bevoegdheid om de hoogte van
het pgb vast te stellen delegeert aan het college.
Volgens de wet kunnen gemeenten bepalen onder welke voorwaarden de persoon aan wie een
persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot
het sociale netwerk. Gemeenten hoeven dit dus niet te doen. Toch is dit onderwerp opgenomen in de
verordening. Het is namelijk niet goed denkbaar dat gemeenten geen voorwaarden stellen gezien de
taakstelling van de wet. Wanneer gemeenten dit niet regelen, dan gelden er immers geen nadere
voorwaarden voor het inkopen van de ondersteuning van een persoon die behoort tot het sociale
netwerk. Een voorwaarde kan bijvoorbeeld zijn dat een pgb alleen wordt verstrekt wanneer de jeugdige
of zijn ouders gemotiveerd kunnen aantonen dat de individuele voorziening die door een aanbieder
wordt geleverd, niet passend is. Een andere voorwaarde kan zijn dat een pgb alleen wordt verstrekt
wanneer de jeugdhulp die uit het sociale netwerk wordt betrokken van goede kwaliteit is. In deze
verordening is er voor gekozen dat de raad de bevoegdheid om voorwaarden te stellen aan een pgb
wanneer de jeugdhulp wordt betrokken uit het sociaal netwerk delegeert aan het college.
Artikel 7. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Dit artikel is een uitwerking van de verplichte bepaling in de wet dat de gemeente bij verordening regels
stelt voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening, of van misbruik
5