In de ondersteuning staat individueel maatwerk voorop. Dat kan omdat de steun integraal, dichtbij en op maat wordt geboden en via het gebiedsteam plaatsvindt. 2.4. Flexibiliteit De implementatie van de Participatiewet is met ingang van 2015 klaar maar de omvorming en aanpassing van de organisatie en de cultuur aan de nieuwe wetgeving vergt enkele jaren langer. Ook zullen er ongetwijfeld nog wetswijzigingen/ aanpassingen voordoen die nu niet zijn te voorzien. Dat vraagt dan weer aanpassing en daarom moet het beleid en de organisatorische vormgeving van de uitvoering een grote mate van flexibiliteit hebben. 2.5. Lokale keuzes 2.5.1. Beleidskeuzes Voor de implementatie van beleid moeten keuzen worden geformuleerd op de volgende punten: Welke doelgroepen onderscheiden we. Formuleer doelgroepenbeleid. Maak een keuze op het punt van wel of geen tegenprestatie. Ontwikkel mogelijkheden tot verlaging van de uitkering. Wat willen we doen in de mogelijkheid tot loonkostensubsidie. Wat willen we met beschut werk en waar/hoe positioneren we dat. 2.5.2. Inkomen De participatiewet kent ook het vraagstuk van inkomen en benoemd de mogelijkheid van individuele inkomenstoeslag. De langdurigheidstoeslag wordt vervangen door een individuele inkomenstoeslag voor mensen onder de 65 jaar die langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen en geen zicht hebben op inkomensverbetering. Door de nieuwe benadering van de bijzondere bij stand en het minimabeleid zal er meer worden gekeken naar maatwerkoplossingen voor deze groep. 2.5.3. Geen eigen beleid Nieuwe elementen zonder ruimte voor eigen beleid zijn: De kostendelersregeling: mensen die gaan samenwonen krijgen een lagere uitkering als ze bijvoorbeeld de huur of hypotheek delen. De alleenstaande ouder norm vervalt. Alleenstaande ouders ontvangen vanaf 1 januari 2015 een uitkering volgens de alleenstaande norm 20% minder). Die uitkering wordt aangevuld met een extra toeslag van de Belastingdienst. Er wordt een studie toeslag ingevoerd voor mensen met een arbeidshandicap die een extra (fmancieel) steuntje in de rug nodig hebben om te gaan studeren, omdat studie en werk lastig te combineren zijn. Verwacht wordt dat zij geen bijbaan naast hun studie kunnen hebben. Op onderdelen zijn er mogelijkheden van overgangsrecht maar ook hier geldt: geen beleidsvrijheid. 2.6. Onderscheid in de begeleiding en re-integratie 2.6.1 Uitgangspunten In de Participatiewet gaat het letterlijk om wat de wetsnaam aangeeft: bevordering van deelname van de doelgroep van deze wet aan de gemeenschap. De toeleiding en begeleiding is gericht op actief meedoen in plaats van passief afwachten en het succes hangt af van de motivatie van de belanghebbende en de wijze waarop deze het werkritme oppakt. De begeleiding bij reintegratie is daarop gericht en potentiele werknemers worden daarom in een werksituatie geplaatst en van daaruit begeleid naar werk. De gemeente wordt ook verantwoordelijk voor hen die voorheen via de Wajong zouden zijn ingestroomd, maar voor hen die 100% duurzaam arbeidsongeschiktheid zijn blijft het UWV verantwoordelijk. Daamaast blijft de gemeente verantwoordelijk voor steun aan zij die aanspraak maken op een uitkering en aan de groep zonder uitkering, waarvoor de gemeente wel steun in het 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2014 | | pagina 38