Hoofdstuk 3. Wmo 2015
3.1. Inleiding
In hoofdstuk 1 zijn een aantal beleidskeuzen uitgewerkt die voor de uitvoering WMO 2015 belangrijk
zijn. Het gaat om de inrichting van een financieel vangnet, de keuze m.b.t. de inzet van PGB's en
invulling van participatie. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op specifieke beleidsvoorstellen voor de
Wmo:. Het betreft achtereenvolgens de voorziening Huishoudelijke hulp, de invulling van het
mantelzorgcompliment en een uitwerking van het financieel vangnet.
3.2. Beleidskeuzes Wmo 2015
3.2.1. Huishoudelijke hulp
Vanaf 1 januari 2015 zullen er kortingen op de budgetten Huishoudelijke Hulp (HH) en begeleiding
plaatsvinden. In eerste instantie werd landelijk aangekondigd dat er op de HH 40% gekort zou gaan
worden. Op basis van de integratie uitkering Wmo voor de zeven gemeenten in onze regio (alle
gemeenten exclusief Ferwerderadiel) is de budgetkorting voor 2015 naar 27% bijgesteld. Voor 2016
geldt een budgetkorting van 35,6%.'. Het financiele beeld wordt in onderstaand schema uitgewerkt
Het gaat om een omvangrijke bezuiniging. Daarom is het onvermijdelijk om gemeentelijk nader te
bepalen hoe daarmee wordt omgegaan. Er zijn op hoofdlijn drie opties:
I. Huidige situatie handhaven;
II. een generieke korting doorvoeren;
III. een algemene voorziening resp. product in de markt maken.
Ad I. De eerste mogelijkheid is om de huidige situatie in stand te houden en geen wijziging in de
HH door te voeren. De kosten hiervoor zijn in bijlage 4 (onder scenario 1 in de bijlage bij de memo)
opgenomen en bedragen 88.940,- per week 4.624.896,- voor 2015). De kosten zijn zo hoog, dat
wij het niet haalbaar achten om binnen de beschikbare budgetten de HH in te stand houden.
Ad II. De tweede optie is dat de gemeenten een generieke versobering van de HH kunnen invoeren.
Dat betekent dat in de praktijk de huidige clienten allemaal hulp houden, maar wel minder uren. Er
zijn gemeenten in Nederland die een kleine generieke versobering toepassen (bijvoorbeeld van 3 naar
2,5 uren). In bijlage 3 is onder 'scenario 2' de besparing weergegeven indien iedere client HH1 een
half uur minder hulp per week ontvangt. Het generiek korten levert op het totale clientenbestand een
beperkte bezuiniging oplevert 908.878,- per jaar). Daarom zou, om de bezuinigingsdoelstelling te
behalen, een hoge generieke korting op de uren nodig zijn. Bovendien is er aan deze maatregel een
juridisch risico verbonden. Generiek korten staat ter discussie, omdat er dan geen maatwerk aan de
client geleverd wordt en er geen adequate compensatie geboden wordt. De maatregel zou inhoudelijk
ook niet passen in ons beleid, waar juist maatwerk centraal staat.
Ad III. De derde optie is het invoeren van een algemene voorziening voor de HH. De Wmo 2015
biedt die mogelijkheid. In deze optie is het voorstel uitgewerkt om vanaf 2015 enkelvoudige HH1-
indicaties met een maximum van 3 uren te vervangen door een algemene voorziening. Dat betekent
Integratieuitkering Wmo
2014
2015
2016 Proc. mut 2015 to.v. 2014 Proc. mut. 2016 t.o.v. 2014
het Bildt
1.324.328
954.394
853.013
-28%
-35,6%
Franekeradeel
2.521.418
1.852.875
1.624.071
-27%
-35,6%
Harlingen
2.045.346
1.500.249
1.317.428
-27%
-35,6%
Leeuwarderadeel
1.188.044
873.384
765.231
-26%
-35,6%
Menameradiel
1.441.715
1.040.797
928.623
-28%
-35,6%
Terschelling
486.050
346.156
313.070
-29%
-35,6%
Vlieland
128.837
94.316
82.985
-27%
-35,6%
NWF
9.135.738
6.662.171
5.884.423
-27%
-35,6%
Nederland
1.714.014.000
1.257.470.000
1.104.014.000
-27%
-35,6%
Mutatie op jaarbasis (Nederland)
456.544.000-
153.456.000-
Totale mutatie (Nederland) 2016 t.o.v. 2014
610.000.000-
1 Vooralsnog wordt er ook voor 2015 gerekend met een kortingspercentage van 35,6% zodat de eerste maanden
van 2015, waarin het overgangsrecht van toepassing is, met het verschil gefinancierd kunnen worden.
17