dat clienten de eerste drie uur hulp zelf moeten organiseren en betalen. Deze maatregel leidt tot een aanzienlijke bezuiniging. Wei is het noodzakelijk om een voorziening te treffen voor de clienten die de hulp niet zelf kunnen betalen. Daarvoor kan het financiele vangnet worden ingezet. De kosten en bruto besparing zijn in bijlage 4 (onder 'scenario 3' in de bijlage bij de memo) opgenomen. In de uitwerking zijn verschillende varianten voor het vangnet uitgewerkt. De variant waarin mensen tot 120% van het minimum inkomen financiele steun krijgen leidt tot een besparing van €3.361.753,- en sluit aan bij de financiele kaders. De scenario's 4 tot en met 6 geven de kosten en bruto besparingen voor verschillende vangnetten weer. Zie hiervoor de bijlage 4 van de dienst SoZaWe Beleidskeuze: Huishoudelijke Hulp 1 wordt een algemene voorziening en aan de markt overgelaten. Als mensen huishoudelijke hulp willen dan kunnen zij dat zelf regelen en betalen. Als mensen niet voldoende financiele middelen hebben dan kan een financiele maatwerkvoorziening worden afgegeven. De financiele maatwerkvoorziening wordt zo ingericht dat op basis van draagkracht en draaglast de maatwerkvoorziening kan worden bepaald. In de bijlage is een memo opgenomen die o.a. in gaat op de aanloop naar de beleidskeuze om HH als algemene voorziening aan te gaan bieden. 3.2.2. Mantelzorgcompliment De middelen voor het mantelzorgcompliment worden naar het sociaal deelfonds overgebracht. Artikel 2.1.6 van de Wmo 2015 draagt gemeenten op bij verordening aan te geven hoe zij zorgdragen voor een jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van clienten in hun gemeente. De gemeenten moeten regelen op welke wijze het college zorg draagt voor een jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van clienten in de gemeente. Er zijn 2 mogelijkheden. De eerste is de keuze voor een financiele blijk van waardering. De uitvoering hiervan wordt dan neergelegd bij de Sociale Verzekeringsbank. De tweede mogelijkheid is dat de gemeenten hier zelf beleid voor ontwikkelen in de vorm van een compliment "in natura". Het gaat hierbij om een (feestelijke) actie, waarin de gemeente blijk geeft van waardering. We denken dat een compliment in natura het beste aansluit en meer dan een financiele blijk van waardering aansluit bij de doelstelling van het mantelzorgcompliment. We stellen voor om die optie te kiezen en om in Noord- west-verband een voorstel uit te werken voor de invulling. Beleidskeuze: Er wordt een voorstel uitgewerkt voor de invulling van het Mantelzorgcompliment in natura 3.2.3. Meerkosten voor mensen met een beperking De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) wordt afgeschaft. De wet compenseerde mensen financieel, die als gevolg van handicap of chronische ziekte meerkosten hebben. Een gedeelte van de geldmiddelen wordt overgeheveld naar de gemeenten. De gemeente hebben ruimte om dat budget te besteden. Daarbij is de eerste vraag of er mensen die de tegemoetkoming ontvangen in de knel komen. We schatten in dat dat incidenteel het geval zal zijn. De huidige Collectieve Ziektekostenverzekering voor Minima (CZM) is een effectief instrument waarin een gemeente eenvoudig en laagdrempelig meerkosten kan compenseren middels een bijdrage in premie. De huidige CZM zal worden aangepast waarbij er een meer uitgebreide variant wordt beoogd, die naast (of in plaats van) de huidige collectiviteit een geoptimaliseerde dekking biedt voor mensen met relatief hoge verwachte zorgkosten, waaronder chronisch zieken en gehandicapten. Zo kunnen we deze doelgroep een passende (financiele) ondersteuning bieden via een aantrekkelijk en gericht verzekeringspakket. Via de collectiviteit kunnen bijna alle meerkosten gecompenseerd worden. Wil de gemeente ook kosten compenseren die minder logisch in een zorgverzekering passen, bijvoorbeeld extra energiekosten, dan ligt het voor de hand om hiervoor de individuele bijzondere bij stand in te zetten. En uiteraard is een goede verbinding met de Wmo van belang, om een juiste mix 18

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2014 | | pagina 45