the lead zijn en dat de Dienst de backoffice vormt voor de gebiedsteams uit de aangesloten
gemeenten. Hierop is een uitzondering gemaakt door het eerste contact van inwoners met de
gebiedsteams te laten verlopen via de Dienst. Voorzien werd dat de gebiedsteams zouden worden
overstroomd met telefoontjes. Hoewel de nieuwe setting (front/back) moest wennen is er in de loop
van het jaar een samenwerking ontstaan die er op gericht is om inwoners zo goed mogelijk te helpen.
Ook beleidsontwikkeling gebeurt onder de coordinerende rol van de Dienst. De gemeente
Leeuwarderadeel is ambtelijk vertegenwoordigd in het BCT (Beleidscoordinatieteam) van de Dienst
en levert op die manier zijn aandeel in het ontwikkelen van nieuw beleid. De positie van de
gemeente Leeuwarderadeel, met Leeuwarden als toekomstperspectief, maakt het soms lastig
manoeuvreren bij het ontwikkelen van regionaal Noardwest beleid.
Op provinciaal niveau is Leeuwarderadeel zowel ambtelijk als bestuurlijk vertegenwoordigd in het
overleg Zorg voor Jeugd. Een minpunt is dat de inzet, zowel regionaal als provinciaal, veel overlegtijd
en energie kost. Het voordeel is dat we daarmee wel betrokken zijn en invloed hebben op de
processen in het sociaal domein. Dat vinden we van belang gezien het open einde karakter van de
zorg voor jeugd.
Ook de Wmo-adviesraad Leeuwarderadeel hoort thuis onder de kop 'samenwerking'. De Wmo-
adviesraad bestaat uit inwoners van Leeuwarderadeel. Vanuit hun expertise adviseren zij de
gemeente gevraagd en ongevraagd over het beleid in het sociaal domein. Het afgelopen jaar is
sprake geweest van een constructieve samenwerking.
5. De mienskip
Leeuwarderadeel is een plattelandsgemeente die bestaat uit dorpen. Daar hebben we het afgelopen
jaar bewust gebruik van gemaakt. Over het algemeen kennen mensen in de dorpen elkaar, weten ze
wat er speelt en nemen ze initiatief als er iets aan de hand is. We hebben ervoor gezorgd dat er
sleutelfiguren in de dorpen zijn. Bewoners die fungeren als ogen en oren voor het gebiedsteam en
eventueel eerste aanspreekpunt zijn voor inwoners met een vraag. We hebben in dorpsgesprekken
kennis gemaakt met de inwoners en hebben gezien dat geen dorp hetzelfde is, maar dat de
betrokkenheid bij elkaar groot is. Alleen voor Stiens, een dorp dat te groot is om elkaar goed te
kennen en waar dus een andere betrokkenheid geldt, is dit nog niet gelukt. Daar zoeken we naar
andere logische verbanden en ingangen om in gesprek te gaan met de inwoners.
6. Financien
De chaos waarmee de decentralisaties gepaard zijn gegaan heeft ervoor gezorgd dat de financiele
gevolgen van de decentralisaties voor gemeenten nog steeds niet helder zijn. Daarmee vormen ze
een risico voor de gemeentelijke begroting.
Vooraf werd, vooral op het gebied van de zorg voor jeugd, al rekening gehouden met die risico's. De
Dienst houdt met een maandelijkse monitor per gemeente de financiele gevolgen in beeld zodat
eventueel bijgestuurd kan worden. Voor de onderdelen Wmo en werk lukt dat. Voor het onderdeel
jeugd lukt dat niet. Een belangrijke reden is dat de Dienst voor de cijfers daarvan afhankelijk is van
Sociaal Domein Fryslan die de zorg voor jeugd inkoopt. De afrekening gaat via een derde partij. De
facturering van die zorg loopt niet goed en ook zijn systemen niet goed op elkaar aangesloten. De
cijfers die bekend zijn, zijn gebaseerd op uitvraag bij de partijen die zorg leveren. Daar komt nog een
andere belangrijke reden bij: huisartsen kunnen kinderen en jongeren rechtstreeks doorverwijzen
naar specialistische zorg. Dit gebeurt volop en vanuit hun vak gezien is dat ook logisch. De rekening
van die zorg is echter voor de gemeente. Er is onvoldoende zicht op om hoeveel zorg het gaat en de
kosten die ermee gepaard gaan.
5