6
Conclusie
Uit bovenstaande evaluatie op hoofdlijnen kunnen we concluderen dat we als Leeuwarderadeel, ondanks alle
chaos die de decentralisaties met zich mee hebben gebracht, stappen in de goede richting hebben gezet:
we zijn de uitdagingen in het sociaal domein aangegaan als experiment: dat schept ruimte;
er staat een gebiedsteam;
we werken goed samen met onze partnerorganisaties;
we maken gebruik van de kracht van onze mienskip;
we hebben een voorziening gecreeerd om financiele risico's en onzekerheden, vooral op het gebied van de
zorg voor jeugd, af te dekken.
Dat is een goede basis. Aan de andere kant zijn er beiangrijke punten van aandacht:
de financieel onzekere situatie ais risico voor de gemeentelijke begroting;
het toekomstperspectief van Leeuwarderadeel, namelijk fusie met Leeuwarden;
ruimte voor het gebiedsteam om anders te werken en echt te kantelen;
de moed om het systeem zo in te richten dat het behulpzaam is aan kanteling;
onderwerpen als participate en mantelzorg en respijtzorg zijn het afgelopen jaar niet uit de verf
gekomen.
We zijn dus niet zonder kleerscheuren van de oude naar de nieuwe situatie overgegaan. Het is niet precies zo
gelopen als we graag hadden gewild: aan alle punten uit de missie voldaan en een visie die waarheid werd. En
dat is niet raar als je bedenkt dat verandering en transformatie eigenlijk in drieen gaan: afscheid nemen van de
oude situatie, de verwarring en onzekerheid in de tussenliggende fase (het 'ondertussen') gebruiken om te
leren en dan goed beslagen ten ijs komen in de nieuwe situatie. De periode van het 'ondertussen' hebben we
in dit proces in heel Nederland overgeslagen. Daarom is het goed om nu stil te staan bij wat er het afgelopen
jaar is gebeurd en gedaan en te kijken of we daar ons voordeel mee kunnen doen voor de volgende fase.