3. Foarut: op nei 2018
Leren van ervaring
De bedoeling van dit hoofdstuk is om op basis van de ervaringen en conclusies van het afgelopen jaar
de lijn voor 2016 en verder uit te zetten. Wat willen we meenemen naar 2018, wat willen we dan
neergezet hebben? Dit kan betekenen dat we op de dezelfde voet verder gaan, meer aandacht willen
voor bepaalde onderwerpen of dat we voorstellen om ons beleid aan te passen. De vetgedrukte
passages uit het vorige hoofdstuk en de conclusie op pagina 6 vormen de aanleiding of basis voor de
voorstellen in dit hoofdstuk.
Voorstel 1 Transformatie: van zelfredzaamheid naar samenredzaamheid
Transformatie vraagt een andere manier van denken en doen. Onze beleidsstukken staan bol van
eigen kracht, zelfredzaamheid, inzetten van het eigen netwerk, enzovoort, als belichaming van die
andere manier van werken. In het keukentafelgesprek met inwoners met een hulpvraag komen deze
onderwerpen aan de orde. Medewerkers uit het gebiedsteam hebben hun twijfels hier echter bij:
sommige mensen zijn nu eenmaal niet zelfredzaam. En zullen dat ook niet worden.
Een ander punt is dat het keukentafelgesprek meestal plaatsvindt tussen hulpvrager en
gebiedsteammedewerker en eventueel een familielid of begeleider. Daarna wordt mensen uit de
omgeving van de hulpvrager gevraagd of ze iets kunnen betekenen in de uitvoering van een
oplossing. Het blijkt dat dat niet lekker loopt. We zijn er achter gekomen dat wanneer mensen uit de
omgeving niet betrokken zijn geweest bij het besluit, ze veel minder geneigd zijn om iets te
betekenen in de uitvoering. We denken dat we gekanteld werken, maar kantelen gaat verder.
We stellen daarom voor om op dit onderdeel ons beleid aan te passen en vanaf nu alleen nog te
spreken over samenredzaamheid, het netwerk uit te nodigen om mee te denken en dat in praktijk te
brengen door samen te werken aan een (familie)groepsplan: wij werken met het plan van de
mensen zelf. Dat betekent dat mensen uit het netwerk aanwezig zijn bij het gesprek met de
hulpvrager, dat samen de hulpvraag helder gemaakt wordt en dat ook samen besloten wordt over
wat de beste oplossing is. Het keukentafelgesprek wordt zo fasegewijs huiskamergesprek.
Voorstel 2 Lokaal wat lokaal kan
Lokaal wat lokaal kan en zo dicht mogelijk bij de inwoners opereren en organiseren. Dat is een van de
punten uit de missie in Vaststellen en doorpakken. Daar zijn we het helemaal mee eens. Als het gaat
om de zoektocht naar andere oplossingen is lokale kennis van doorslaggevende betekenis. Die kennis
zit in het gebiedsteam, bij maatschappelijke organisaties en in de dorpen.
We stellen daarom voor (en hebben dit conform de evaluatie Vlechtwerk ook al in gang gezet) om
de toegang tot het gebiedsteam centraal (zowel telefonisch als fysiek) in Stiens te organiseren en niet
meer via de Dienst te laten lopen. Op die manier is er direct contact tussen medewerkers en
hulpvragers en heeft het gebiedsteam een beter overzicht over meldingen en vragen. Bovendien
biedt de samenwerking tussen de professionele en informele zorg in de toegang de mogelijkheid om
eenvoudige vragen meteen daar op te lossen waar ze horen, namelijk in de mienskip.
In het verlengde hiervan stellen we voor dat gebiedsteamwerkers geen raadsmeldingen1 doen omdat
dit tegenstrijdig is met hun laagdrempelige rol en plek in de toegang. Wanneer er melding moet
worden gedaan kan het Regiecentrum worden ingeschakeld. Op die manier voorkomt dat dubbele
petten voor de gebiedsteamwerker.
1 Een raadsmelding doe je als er in de thuissituatie van een kind risico's zijn die de ontwikkeling ernstig bedreigen, terwijl de mogelijkheden
(lijken te) ontbreken om deze risico's op een andere manier af te wenden, dan door middel van overheidsingrijpen. De risico's hoeven niet
te worden bewezen, maar moeten aannemelijk worden gemaakt.
7