7. Indien langdurige verhindering of ontstentenis van een lid van het dagelijks bestuur verwacht
wordt, kan het algemeen bestuur op voorstel van het dagelijks bestuur in diens tijdelijke vervan-
ging voorzien.
8. Het tijdelijk benoemd lid treedt als zodanig af, zodra degene die hij vervangt de uitoefening van
zijn taak hervat.
9. De leden van het dagelijks bestuur treden af op de dag van aftreden van het algemeen bestuur.
De voorzitter
Artikel 12
1De voorzitter wordt in de eerste vergadering van het algemeen bestuur door en uit haar midden
aangewezen voor de zittingsperiode.
2. Bij verhindering of ontstentenis wordt hij vervangen door een lid van het dagelijks bestuur, door
het algemeen bestuur daartoe aangewezen.
3. Indien en voorzover het algemeen bestuur nog niet in de vervanging heeft voorzien, is het da
gelijks bestuur bevoegd uit zijn midden een lid aan te wijzen dat tijdelijk in de vervanging voor-
ziet.
4. Het voorzitterschap eindigt indien betrokkene ophoudt lid van het dagelijks bestuur te zijn. Het
algemeen bestuur voorziet dan onmiddellijk in de vervanging.
Artikel 13
1De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen en dagelijks be
stuur.
2. De voorzitter en de secretaris, als bedoeld in artikel 15 van deze regeling, lid 4, ondertekenen
de stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan.
3. De voorzitter vertegenwoordigt het openbaar lichaam in en buiten rechte.
Verantwoording
Artikel 14
1Een lid van het algemeen bestuur is jegens het college van burgemeester en wethouders dat
hem heeft aangewezen verantwoording verschuldigd voor het door hem in het algemeen be
stuur gevoerde beleid overeenkomstig de in de desbetreffende gemeente daartoe geldende re
geling.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan een door hem aangewezen lid ontslag verle-
nen indien deze het vertrouwen van het college van burgemeester en wethouders niet meer be-
zit. De artikelen 49 en 50 Gemeentewet (oud) zijn hierbij van overeenkomstige toepassing.
3. De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afeonderlijk, aan het algemeen be
stuur verantwoording verschuldigd over het door hen gevoerde beleid, naar door het algemeen
bestuur te stellen regels.
4. Het algemeen bestuur kan een door hem aangewezen lid van het dagelijks bestuur ontslag ver-
lenen indien deze haar vertrouwen niet meer geniet. De artikelen 49 en 50 van de Gemeente
wet (oud) zijn hierbij van overeenkomstige toepassing.
5. De leden van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur geven, tezamen en ieder afeonderlijk,
aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten op verzoek of onge-
vraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te
voeren beleid nodig is.
6. Het algemeen bestuur kan regels stellen omtrent de wijze waarop het algemeen bestuur en het
dagelijks bestuur informatie verstrekken aan de raden en colleges van burgemeester en wet
houders van de gemeenten.
Secretaris
Artikel 15
1. De bestuursorganen van het openbaar lichaam worden in de uitvoering van hun taken bijge-
staan door een secretaris.
2. De secretaris wordt door het algemeen bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.
3. Het dagelijks bestuur draagt aan het algemeen bestuur ter benoeming een secretaris en een
plaatsvervangend secretaris voor.
Gemeenschappelijke regeling Fryslan-West 2015
4