Archief
Artikel 22
1Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de organen van deze ge-
meenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur stelt hiertoe een regeling vast, welke aan
gedeputeerde staten moet worden medegedeeld.
2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 33 Archiefwet 1995 oefenen gedeputeerde staten toe-
zicht uit op de in het vorige lid omschreven taak.
3. De secretaris is belast met het beheer van de archiefbescheiden voor zover die niet zijn over-
gebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Sudwest-Fryslan.
4. Na opheffing van de gemeenschappelijke regeling worden de nog aanwezige archiefbeschei
den overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente SCidwest-Fryslan.
Toetreding, uittreding
Artikel 23
1Toetreding door andere gemeenten vindt plaats, indien tweederde van de colleges van burge-
meester en wethouders daarbij bij besluit daarin bewilligt.
2. In een besluit als bedoeld in het vorige lid kan de toetreding afhankelijk worden gesteld van be
paalde door het algemeen bestuur te stellen voorwaarden.
3. De toetreding gaat in op 1 januari van het jaar volgende op de datum waarop de colleges van
burgemeester en wethouders van de gemeenten de regeling hebben vastgesteld en op de
voorgeschreven wijze bekend hebben gemaakt.
4. Een gemeente kan bij een daartoe strekkend besluit van de raad en het college van burge
meester en wethouders uit de regeling treden.
5. Het algemeen bestuur regelt in geval van een voorgenomen uittreding de financiele en overige
verplichtingen van de betreffende gemeente.
6. Uittreding vindt plaats op 1 januari na de datum waarop de inschrijving in het register als be
doeld in artikel 27 Wgr heeft plaatsgevonden, doch niet eerder dan twee jaren na de datum van
het uittredingsbesluit van de betreffende gemeente.
Wijziging/opheffing
Artikel 24
1De regeling kan worden gewijzigd bij eensluidende besluiten van de colleges van burgemeester
en wethouders van tenminste tweederde van de deelnemende gemeenten, voor zover deze col
leges van burgemeester en wethouders daartoe toestemming hebben gekregen van hun raden.
2. Voorstellen tot wijziging van de regeling kunnen uitgaan van het algemeen bestuur, al dan niet
op voorstel van het dagelijks bestuur, als ook van de colleges van burgemeester en wethouders
van de gemeenten.
3. Indien het voorstel uitgaat van het algemeen bestuur zendt het algemeen bestuur het voorstel
aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten, die binnen drie maanden
na ontvangst van dit voorstel een besluit nemen en dit terstond aan het algemeen bestuur mee-
delen.
4. Indien het voorstel uitgaat van een of meer colleges van burgemeester en wethouders zendt het
college van burgemeester en wethouders, respectievelijk zenden de colleges van burgemeester
en wethouders het voorstel aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur zendt het voorstel
met haar beschouwingen ter zake binnen twee maanden aan de colleges van burgemeester en
wethouders van alle gemeenten. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.
5. Het algemeen bestuur stelt de colleges van burgemeester en wethouders in kennis van het
aanvaarden en verwerpen van de in dit artikel bedoelde voorstellen.
Duuren inwerkingtreding
Artikel 26
Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Gemeenschappelijke regeling FryslSn-West 2015
7