Doorzorg en nazorg ex-gedetineerden
Nazorg aan ex-gedetineerde burgers is een gedeelde zorg van rijk en gemeenten. Het is een terrein
waarop de afgelopen jaren veel ontwikkelingen zijn geweest. Het rijk ziet een sluitende aanpak
nazorg als een belangrijke manier om de hoge recidivecijfers terug te dringen. Voor gemeenten is het
belangrijk om de lokale veiiigheid te vergroten en overlast te verminderen. Een sluitende aanpak
nazorg levert hieraan een belangrijke bijdrage, doordat hierbij Justitie, gemeenten en
maatschappelijke organisaties gezamenlijk werken aan het vergroten van re-integratiekansen voor
ex-gedetineerde burgers.
In 2015 is het project UIT gestart middels 'Van der Staaij gelden'. Het casemanagement UIT streeft
naar een ideale overdracht van de ex-gedetineerde vanuit de PI naar de bestemmingsregio, waarbij
duurzame en zelfstandige huisvesting het vertrekpunt is, zodat dakloosheid wordt voorkomen en de
deelnemers direct na detentie een perspectief hebben op een betekenisvolle rol in de samenleving.
Gedetineerden komen in aanmerking voor het project UIT wanneer sprake is van muiti-problematiek
in combinatie met het ontbreken van een stabiele woon- en leefsituatie na detentie. Deelnemers aan
project UIT zijn ondanks hun problemen (enigszins) gemotiveerd voor begeleiding en ondersteuning,
kunnen met eventuele hulp een zelfstandige huishouding voeren en hebben m.b.t.
gedragsproblematiek geen indicatie die duidt op ernstige risico's m.b.t. begeleidbaarheid en/of
agressie.
In 2015 zijn er, met gelden voor 2014 en 2015, in totaal 41 trajecten gestart. Daarvan zijn er 7
succesvol afgerond (huisvesting en werk/dagbesteding geregeld), 9 trajecten zijn beeindigd (diverse
redenen, waaronder: geen motivatie, nieuwe detentie, IBS, langdurig vast etc.) en 25 trajecten lopen
nog.
Redelijk nieuw is de Bestuurlijke informatievoorziening justitiabelen (BIJ). Deze werkwijze zorgt
ervoor dat het bestuursorgaan burgemeester tijdig gei'nformeerd wordt over de aanstaande
terugkeer van (bepaalde categorieen) (ex-) gedetineerden in de gemeente. Op basis daarvan kan een
beoordeling worden gemaakt van dreigende verstoringen van de openbare orde als gevolg van de
terugkeer en kunnen maatregelen worden getroffen om deze te voorkomen. Dit dient niet alleen ter
bescherming van de belangen van de samenleving (de gemeente, wijk of buurt waarin de ex-
gedetineerde terugkeert), maar ook ter voorkoming van problemen voor de ex-gedetineerde.
Per februari 2015 is gemeente Leeuwarderadeel bij de BIJ aangesloten.
Huiselijk g ewe Id geweld op straat
Wet tijdelijk huisverbod/Pilot inzet tijdelijk huisverbod bij kindermishandeling
Sinds 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod (Wth) van kracht. Deze geeft de burgemeester de
bevoegdheid om bij een (vermoeden van) ernstig of onmiddellijk gevaar een huisverbod op te leggen
aan personen waarvan een ernstige dreiging van huiselijk geweld uit gaat. Het huisverbod is bedoeld
om huiselijk geweld verder terug te dringen. Het houdt in dat een pleger van huiselijk geweld in
beginsel tien dagen zijn of haar woning niet meer in mag en in die periode ook geen contact mag
opnemen met de achterblijvers (veelal de partner en/of de kinderen).
Per 1 mei 2014 is in Noord Nederland van start gegaan met de pilot inzet tijdelijk huisverbod bij
kindermishandeling. In de praktijk blijkt dat het toepassen van een tijdelijk huisverbod bij
kindermishandeling relatief weinig ingezet wordt en beperkt is gebleven tot de inzet bij directe
vormen van mishandeling bij volwassenen. Om kindermishandeling terug te dringen kan het
toepassen van het tijdelijk huisverbod een goed instrument zijn. De gemeente Rotterdam heeft
daarom aanvullend beleid en een werkwijze ontwikkeld om de Wth ook toe te passen bij een
vermoeden van kindermishandeling. Deze pilot is in mei 2015 met een jaar verlengd zal na mei 2016
geevalueerd worden.