FUMü
Fryske Utflerlngstsjlnst Mlljeu en Omjouwing
Met ingang van 1 januari 2016 zijn provincies het bevoegd gezag geworden voor alle bedrijven met
een risico op zware ongevallen, de zogenaamde BRZO bedrijven.
Het wetsvoorstel VTH is vervolgens in gewijzigde vorm bij de Tweede Kamer ingediend. Eén van de
voorstellen betreft het bij AMvB vastleggen van specialistische taken die alleen door een
omgevingsdienst uitgevoerd mogen worden. Dit geldt al voor BRZO-taken en voor taken op het
deskundigheidsgebied Externe Veiligheid.
Zwemwater
Het nieuwe Besluit hygiene en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz), dat per
1 januari 2018 in werking zal treden, vraagt om een nieuwe manier van toezicht bij badinrichtingen. De
regels zullen betrekking hebben op meer basistypen (o.a. zwemvijvers en zwembaden bij
vakantiehuizen). In 2017 zullen de voorbereidingen hiertoe worden opgepakt.
Personeelskosten primair proces
In het definitieve "Bedrijfsplan FUMO" van 12 juni 2012 was de formatie, die nodig was om de
basistaken en de geraamde plustaken uit te voeren, bepaald op 100,8 fte. In de begroting 2018 is
deze formatie vastgesteld op 93,81 fte. In de begroting 2017 was deze formatie bepaald op 93,12 fte.
De verhoging van de formatie met 0,69 fte wordt in onderstaande tabel, waarin de totale opbouw van
de formatie per taakonderdeel is weergegeven, zichtbaar gemaakt.
Taak
2017
formatie in
fte
2018
formatie in
fte
Verschil
Basistaken gemeenten
27,28
27,91
0,63
Basistaken provincie (inclusief top bedrijven)
21,45
21,91
0,46
Basistaken provincie Toezicht Bodem Vuurwerkbesluit
5,30
5,30
-
Plustaken gemeenten
11,43
11,40
-0,03
Plustaken Provincie
22,72
22,72
-
Plustaken: Extra capaciteit i.v.m. Exteme Veiligheid
2,94
2,57
-0,37
Structureel uitvoering BRIKS-taken (basistaken)
2.00
2,00
-
Totaal
93,12
93,81
+0,69
Flexibele schil
Met ingang van 2016 wordt een deel van de formatie niet met vast personeel ingevuld, maar met
krachten die op tijdelijke basis worden ingehuurd. Hierdoor kan beter worden ingespeeld op
aanpassingen in de aard van de gevraagde werkzaamheden. De consequentie hiervan is dat met
hogere kosten per fte gerekend moet worden. De gemiddelde loonkosten per fte in het primaire
proces bedragen 71.264. Op dit gemiddelde bedrag wordt een opslag van 40% berekend. Verwacht
wordt dat hiermee de externe inhuur kan worden bekostigd. De lasten voor de 4,98 fte "flexibele schil"
zijn hiermee 496.850 (4,98 x 71.264 x 1,40).
De totale personeelskosten voor het primaire proces zijn geraamd op 6.827.199, dat is 220.299
hoger geraamd dan in de vastgestelde begroting 2017.
De totale loonkosten voor het primaire proces worden verdeeld over de programma's basistaken en
plustaken op basis van de voor de taken benodigde formatie. Deze verdeling is als volgt:
Formatie
Aandeel loonkosten primaire formatie
Basistaken
57,12
4.157.015
Plustaken
36,69
2.670.184
Totaal
93,81
6.827.199
Pagina 9 van 42