Het geheel afwegende is er geen bezwaar tegen aanpassing van het bouwvlak tot maximaal 2
hectare op een zodanige wijze dat deze de voorgenomen uitloop aan de noordzijde van de
noordelijke stal omvat en in beginsel ook de bestaande bouwwerken.
Conclusie
De zienswijzen van indiener 1 geven aanleiding om het bestemmingsplan als volgt aan te passen: het
bouwvlak aan de Hornsterdyk 7 te Stiens wordt vergroot tot maximaal 2 hectare op een zodanige
wijze dat deze de voorgenomen uitloop aan de noordzijde van de noordelijke stal omvat. De regels
van de bestemming 'Agrarisch' van het bestemmingsplan 'Bötengebiet en doarpen' worden van
toepassing verklaard.
2. Indiener 2
Zienswijze
Indiener verzoekt aanpassing van het agrarische bouwvlak aan de Langedyk 31 te Aide Leie in
verband met de toepassing van een diervriendelijk veehouderijconcept. Een van de maatregelen
betreft het realiseren van een uitloop van 6 m breed over de volle breedte van de stallen. Bij de
zuidelijke stal biedt het bouwvlak onvoldoende ruimte. Het bouwvlak komt dan in de molenbiotoop.
Dit levert echter geen beperking op voor realisering van het bouwplan.
Reactie
Artikel 3.7.4. van het bestemmingsplan 'BBtengebiet en doarpen' geeft onder voorwaarden de
mogelijkheid tot wijziging van het bouwvlak bij gelijkblijvende oppervlakte. Toetsend aan deze
voorwaarden kan het volgende worden geconstateerd.
a. Er is een bedrijfstechnische noodzaak om ten behoeve van bedrijfsgebouwen de situering
van de bedrijfskave! te wijzigen. Ter plaatse wordt een gemengd bedrijf geëxploiteerd,
waarbij de veehouderijtak het houden van vleeskuikens behelst. Er wordt overgestapt op een
diervriendelijk veehouderijconcept. In dit kader moet de mogelijkheid worden gecreëerd om
de kuikens in een uitloop te laten scharrelen.
b. Er wordt geen afbreuk gedaan aan waardevolle zichtlijnen op dorpssilhouetten. Het perceel
is gelegen ten oosten van Aide Leie, evenwijdig aan de weg naar Aide Leie. De uitbreiding van
het bouwvlak blijft binnen de perceelsgrenzen van het bedrijf.
c. Er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en
landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de woonsituatie, het
bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Ten aanzien
van de milieu- en de woonsituatie is van belang dat verandering van het bouwvlak geen
gevolgen heeft voor de afstand van het bouwvlak ten opzichte van de nabijgelegen woning.
Een uitloop levert geen toename van de geurbelasting op, mede omdat een uitloop niet
wordt beschouwd als emissiepunt. Voor de uitloop kan een milieu-omgevingsvergunning
worden verleend. Wat de natuurlijke en landschappelijke waarden betreft, kent het perceel
geen aanduidingen die wijzen op bijzondere waarden. Wel zal de aanwezige beplanting
worden verplaatst, zodat ook de uitloop wordt ingepast in het landschap. Wat archeologie
betreft is van belang dat het perceel in het bestemmingsplan geen dubbelbestemming heeft
ter bescherming van archeologische (verwachtings-)waarden. Archeologisch onderzoek is
niet noodzakelijk. Tot slot is van belang dat de molenbiotoop niet in de weg staat aan
realisering van het bouwplan.
4