DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDERADEEL;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef
en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet
BESLUIT:
vast te stellen de volgende:
Legesverordening Leeuwarderadeel 2018
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. 'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag
wordt aangemerkt;
b. 'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c. 'maand': het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1 )e dag in de
volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31
januari is, de (n-1 )e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari
is;
d. 'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1 )e dag in het
volgende kalenderjaar;
e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Belastbaar feit
1. Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse
identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een
Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van
achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende
Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de
betrokken persoon.
Artikel 3 Belastingplicht
De leges worden geheven van de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of
reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn
verricht.