hoeveelheid door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij de herleiding wordt een gedeelte van
een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
6. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien
van een:
a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of
b. bed rijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in
bedrijf is geweest kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling
van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.
7. De op de voet van het vijfde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt
verminderd met de hoeveelheid water die niet als afvalwater is afgevoerd.
Artikel 6 Vrijstellingen
Het eigenaren- en gebruikersdeel rioolheffingen wordt niet geheven:
a. voor percelen voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst
van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die
bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs;
b. voor bouwterreinen, bouwkavels, objecten in aanbouw, parkeerplaatsen en garageboxen
dienstbaar aan woningen, boothuizen, hoogspanningsmasten, zendmasten, windmolens,
telefooncentrales, trafo's en gasdistributiestations.
Artikel 7 Belastingtarieven
1Het tarief van het eigenarendeel bedraagt 0,06135% van de WOZ-waarde.
2. Het tarief van het gebruikersdeel bedraagt per perceel dat wordt gebruikt
a.1 als woning bij gebruik tot 751 m3 toegevoegd of opgepompt water
door een huishouding bestaande uit
1. één persoon 57,53
2. meer dan één persoon 86,30;
a.2 als recreatie woning bij gebruik tot 751 m3 toegevoegd of
opgepompt water (75% van a. 1143,15;
b. als woning bij gebruik van 751 m3 of meer toegevoegd of opgepompt water
1. zie onderdeel c.3
c. als niet-woning voor toegevoegd of opgepompt water
1bij een gebruik van 0 tot en met 10 m3 61,63;
2. bij een gebruik van 11 tot en met 250 m3 185,07;
3. bij een gebruik van 251 m3 en meer
voor iedere volle eenheid van 250 m3 185,07,
met dien verstande dat per perceel niet meer
dan 375.000 m3 in rekening wordt gebracht.
3. Voor de vaststelling van een één - of meerpersoonshuishouden is beslissend hetgeen hier over
op 1 januari van het belastingjaar in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is
geregistreerd, tenzij blijkt dat op dat moment het aantal personen anders is of, wanneer de
belastingplicht later aanvangt, het moment van ontstaan van de belastingplicht.
4. Een bedrijf dat zich voor het eerst in Leeuwarderadeel vestigt wordt aangeslagen voor 250
kubieke meters afgevoerd water, tenzij al op voorhand duidelijk is dat het aantal af te voeren
kubieke meters water meer of minder bedraagt.
5. Het tarief voor de eerste aanleg van riolering op openbaar terrein bedraagt bij
a. aanlegkosten tot maximaal 2.000 per perceel,
per perceel 692,77;
b. aanlegkosten van 2.000 tot 4.000 per perceel,
per perceel 1039,21;
c. aanlegkosten van 4.000 tot 6.000 per perceel,
per perceel 1742,53