GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN Zitting van Donderdag 12 April 1366. 43 VERSLAG van het verhandelde ter vergadering van den Gemeenteraad van Leeuwarden, gehouden op Donderdag den 12 April 1866. Aanvankelijk 17, later 18 leden tegenwoordig. Afwezig de hh. E. Bloembergen, Dr. A. Meursinge Hz. en Mr. 1'. Wierdsma Schik. Voorzitter de heer 1). Zeper die, na opening van de vergadering mededceling doet dat de heer Bloembergen wegens andere ambts bezigheden, en de heer Wierdsma Schik, ter oorzake van onge steldheid verhinderd zijn deze vergadering bij te wonen. 1. Zijn gelezen en onveranderd vastgesteld de notulen we gens de op 29 Maart jl. gehoudene buitengewone vergadering. 2. Voorstel van B. en W. om hun Collegic te magtigen om, behoudens goedkeuring van heeren Ged. Staten van Friesland, aan Roelof Oedses Dantuma en Sjouke Binnes Hijlkema, tegen woordige pachters der opkomsten en tollen van de Nesserzijl en bijbehoorende brug onder Akkrum, gedurende één jaar, aanvang nemende den 12 Mei 1866 en alzoo eindigende op denzelfdeu datum van het jaar 1867, voor eene som van 430 en overigens op de bestaande voorwaarden, gezegde opkomsten en tollen on derhands te verpachten. De Vergadering zich met dit voorstel vereenigende, is dien overeenkomstig besloten. 3. Voorstel van B. en W. om het door den len hulponder wijzer (secondant) aan de Fransehe dag- en kostschool voor jonge heeren te Leeuwarden, N. Bakker gedaan verzoek om verhooging zijner tegenwoordige jaarwedde met eene som von ƒ100 in te willigen en die jaarwedde alzoo te brengen op ƒ700. De Raad zich met dit voorstel vereenigende, is tot die verhooging besloten. 4. Voorstel van B. en W. om aan mejufvrouw M. A. Brugsma op haar daartoe gedaan verzoek met den 15 April 1866, een eervol ontslag te verleenen als hulponderwijzercs (Secondante) aan de Fransehe dag- en kostschool voor jonge jufvrouwen te Leeu warden. De Vergadering hiertegen geene bedenkingen hebbende, is overeenkomstig evengemeld voorstel het gevraagd eervol ont slag verleend. 5. De Voorzitter, lettende op de afwezigheid van twee der rapporteurs van de sectiën, voor het plaats gehad hebbend on derzoek van het voorstel van B. en W. in zake de uitbreiding van de gemeentelijke gasfabrijk, doet de vraag wie der leden dc derde rapporteur is en of ook nog in deze Vergadering hun rap port zal kunnen worden uitgebragt. Dc heer de Haan zegt, in dezen de rapporteur van de 3e sectie te zijndat dc gezamenlijke rapporteurs de punten voor het uit- tebrengen rapport bereids hebben vastgesteld, doch dat het rap port zelf tot dus ver niet is geresumeerd en geteekend. zoodat het bij de afwezigheid van dc twee mederapporteurs zeer waar schijnlijk niet in deze vergadering zal kunnen worden uitgebragt. De Voorzitter geeft te kennen gaarne te hebben gewenscht die zaak in deze vergadering in behandeling te kunnen nemen, omdat de afdoening daarvan spoed vordert; dit verlangen nu niet bevredigd kunnende worden, zal hij, zoodra het bewuste rapport bij hem zal zijn ingekomen, eene buitengewone vergadering be leggen en het rapport ter visie van de leden deponeren. 6. De Voorzitter stelt voor overtcgaan tot de zamenstelling van dc stcmbureaux ten behoeve van de, op 24 dezer maand te houden verkiezing van een lid van den Gemeenteraad, ter ver vanging van den heer Dr. A. Meursinge Hz., die als zoodanig ontslag heelt genomen. De Vergadering zich hiermede vereeni gende gaat daartoe over en blijkt het uit de onderscheidene ge houdene stemmingen dat de heeren Oosterhotf en Tigler Wijl)iaudi zijn verkozen tot steraopnemers in het le bureau, waarvan de Burgemeester krachtens de wet Voorzitter is; dat tot Voorzitter van het 2e bureau is verkozen de heer Bruinsma en tot stemop- nemers in dat bureau de heeren Brunger en Bolten. Wijders is op voorstel van den Voorzitter besloten, dat deze bureaux bij mogelijke herstemming in functie zullen blijven en dat alle andere leden dezer Vergadering, des noodig, als plaatsvervangers zullen beschikbaar zijn. 7. Is ter tafel gebragt en gelezen een schrijven van den Ge meente-Architect dd. 7 April jl. met bijbehoorende nota van op merkingen van dien ambtenaar, op het door heeren B. en W. den 26 Maart 1866 ter dezer vergadering uitgebragt rapport en voor stel in zake de uitbreiding van de gemeentelijke gasfabrijk. De Voorzitter deelt mede dat die stukken, onmiddelijk na de be handeling van de onderwcrpclijke zaak in de sectiën bij hem zijnde ingekomen, door hem ter visie van dc leden zijn neder- gelegd, ten einde, voor het geval het rapport der commissie uit de sectiën ware uitgebragt, ze daarbij in behandeling te kunnen nemen; dit het geval niet zijnde legt hij de voormelde stuk ken op nieuw ter visie. 8. Is ter tafel gebragt en gelezen een schrijven van het hoofd bestuur van de Fricsche Maatschappij van Landbouw, dd. 26 Maart jl. houdende mededceling, dat bij dat bestuur voorloopig het plan bestaat in 1866 te Leeuwarden ter gelegenheid van de al- geraeene vergadering, eene tentoonstelling van paarden te houden, en tevens het verzoek bevattende om van gemeentewege daartoe eenige subsidie toetestaan, tot welk verzoek vooral aanleiding be staat omdat de Raad van Utingcradeel eene subsidie van 100 heeft toegezegd, voor het geval deze tentoonstelling te Oldebooru mogt worden gehouden. Dc Voorzitter deelt hierop mede, dat bij B. en W. het voor nemen bestond aan den Raad voor te stellen, dat verzoek in gunstige overweging te nemen, doch dat een onder dagteekening van 6 April ontvangen schrijven van gezegd hoofdbestuur, der gelijk voorstel overbodig deed zijn, vermits daarbij kennis werd gegeven dat de bedoelde tentoonstelling niet te Leeuwarden, maar te Oldeboorn zal worden gehouden. Voor notificatie aangenomen. 9. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van den heer J. S. Spoelstra, commies-controleur, belast met de functien van hoofdcom mies der stedelijke belastingen te Leeuwarden, het verzoek be helzende om nu eerlang op zijn verzoek van 18 Ocl. 1864 gedaan, en dc strekking hebbende een eervol ontslag, onder toekenning van pensioen te bekomen, definitivclijk te beschikken. Dc Voorzittel* stelt voor dit adres in handen van B. en W. te stellen, ten einde gelijktijdig met een door hun Collegia te docne voord ragt omtrent de belangen der andere ambtenaren der plaatselijke belastingen in deze gemeente, te kunnen worden behandeld. Hiertoe wordt besloten. 10. Is gelezen eene missive van heeren voogden en dames voogdessen van het Nieuwe Stads Weeshuis te Leeuwarden, dd. 9 April 1866, no. 7, waarbij, voor de vervulling der betrekking van voogdes, opengevallen door het overlijden van mevr. Tromp geb Lc Maireworden aanbevolen, dc damesmevr. de wed. Vening geb. Le Maire, mevr. de wed. Andreae geb. Bolman en mevr. van Bienema geb. Muiier. Is besloten In eene vol- Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Courant. 14

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1866 | | pagina 1