54 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Woensdag 18 April 1866. ONTWERP-BESLUIT, regelende de toekenning van gc- heele of gedeeltelijke teruggaaf van betaalde gemeen telijke belasting, wegens het gedistilleerd, hel rund en kalfsvleeseh, zoomede de turf en steenkolen, op ultimo April 1866, nog niet in consumtie gebragt. De Raad der gemeente Leeuwarden, Gehoord het betrekkelijk rapport en voorstel van B. en W. Gelet op de wet van den 7 Julij 1865, (Staatsblad no. 79), houdende wijziging der Gemeentewet van den 29 Juuij 1851, (Staatsblad no. 85), voor zooveel tie plaatselijke belastingen betreft Overwegende, dat ten gevolge dier wet alle plaatselijke belas tingen op voorwerpen van verbruik, met den 1 Mei 1866, in deze gemeente zullen zijn afgeschaft; Overwegende, dat de billijkheid medebrengt, dat wegens het dan nog niet in consumtie gebragt gedistilleerd, rund- en kalfs vleeseh, zoomedo de turf en steenkolen, de coaks en sintels daar onder begrepen, waarvan de gemeentelijke belasting bereids is voldaan, aan de daarin handel- en neringdoenden, teruggaaf van die belasting worde toegekend, Besluit: Art. 1. Wegens de op ultimo April 1866 aanwezige hoeveel heid gedistilleerd, rund- en kalfsvleeseh, turf en steenkolen, de coaks en sintels daaronder begrepen, wordt, behoudens de na te melden uitzondering, cene teruggaaf van daarvoor betaalde ge meentelijke belasting toegekend. Die teruggaaf is wegens het gedistilleerdzes gulden per vat van 50 pCt. bij eene warmte van 15 graden op den honderddee- ligen thermometer, en wegens het rund- en kalfsvleeseh zoomede de turf en steenkolen, de coaks en sintels daaronder begrepen, de gchecle daarvan gehevene plaatselijke belasting. Zij wordt genoten a. wat het gedistilleerd betreft, door de logementhouders, grossiers, slijters, tappers, herbergiers, drarkverkoopers en fabri kanten van gedistilleerd, als zoodanig gepatenteerd, mits wegens geene mindere hoeveelheid dan van vijftig kan van de genoemde sterkte h. wat het rund- en kalfsvleeseh aangaat, door de slagers, slijters en verkoopers van rund- en kalfsvleeseh als zoodanig gepatenteerd, doch wegens geene mindere hoeveelheid dan van honderd nederlaudsche ponden en c. wat de turf en steenkolen, de coaks en sintels daaronder begrepen, betreft, door de gepatenteerde handelaren en nering doenden in genoemde brandstoffen, evenwel wegens geene min dere hoeveelheid dan waarvan, volgens de respectieve thans vi gerende verordeningen de gemeentelijke belasting 2.50 beloopt. Art. 2. Ter bekoming dier teruggaaf zijn de voormelde be langhebbenden gehouden op den avond van den 29 April 1866, tussehen 9 en 10 uur, op vooraf ten kantore van den Gemeen te-ontvanger kosteloos te bekomen billetten, aldaar, met opgaaf van de plaatselijke letter en nummer der bergplaatsen, of wel naauwkeurige aanduiding van de ligplaats der schepen, schrifte lijk en naar waarheid aangaaf te doen van de hoeveelheid en soort van hunnen niet in consumtie gebragtcn, het in het vorig art. gestelde minimum te bovengaanden voorraad gedistilleerd, rund- en kalfsvleeseh of wel turf en steenkolen, de coaks en sintels daaronder begrepen. Voorts zijn zij verpligt dien voor raad, onder vermindering van hetgeen den 30 April zal worden verkocht, volgens te houden aanteekening van het verkochte, tot den avond van den laatstgenoemden dag voorhanden te houden, ten einde de juistheid der aangaven door peiling en visitatie kunne worden geverifieerd; op den avond van den 30 April ge schiedt door hen andermaal zoodanige aangaaf, met inachtneming der vermindering tengevolge van den verkoop op dien dag. Art. 3. De laatstbedoelde aangaaf, indien die als juist wordt aangenomen, strekt tot maatstaf der te verleenen teruggaaf. Art. 4. Bij verwaarlozing of niet naleving van de voorschre ven bepalingen, gelijk ook ingeval de aangifte in art. 2 vermeld cene grootcre hoeveelheid van de betrokken voorwerpen van ver bruik, voor eenigc bergplaats, pakhuis of schip aanwijst, dan bij den aanpcil of het onderzoek aldaar bevonden wordt cu het ver schil meer dan vijf ten honderd bedraagt, verliest de belangheb bende het genot van de in dezen bedoelde teruggaaf. MEMORIE VAN TOELICHTING tot het ontwerp-be- sluit regelende de toekenning van gcheele of gedeel telijke teruggaat van betaalde gemeentelijke belasting wegens het gedistilleerd, het. rund- en kalfsvleeseh, zoomede de turf en steenkolen, op den 30 April 1866 nog niet in consumtie gebragt. De beweegreden die aan het besluit tot teruggaaf van reeds betaalde gemeentelijke belasting, wegens den op ulto April aan staande nog voorhanden zijnden voorraad ten grondslag ligt, is het besef van billijkheid dat de handelaar en neringdoende in de bewuste voorwerpen van verbruik teruggaaf erlangc wegens het betaalde voor de hoeveelheid die hij niet vóór den termijn ter afschaffing aangewezen, in consumtie heeft kunnen brengen. De omstandigheid dat de gemeente bij veraeeijusing van min dere hoeveelheid, ook mindere inkomsten deswege zou hebben genoten, bevestigt dat denkbeeld van billijkheid op voldoende wijze. Het betreft hier een maatregel in het belang cu ten gunste van den handelaar die, ingeval van verhooging der belasting, evenzeer tot bijbetaling verpligt zoude zijn geworden. l)e over- gangs-bcpalingen voorkomende in de arlt. 1319 der Wet van 7 .Julij 1865, (Staatsblad no. 80), houdende nadere bepalingen nopens den accijns op het gedistilleerd, geven dan ook op indi recte wijze genoegzame aanleiding tot het verleenen van de hier bedoelde teruggaaf. Kende men aan den hier woonachtigen han delaar de bewuste teruggaaf niet toe, hij zou moeten achterstaan bij hem die zc elders wel ontvangt. Wat voorts de bepalingen in het aangeboden besluit vervat, betreft, daaromtrent zij het volgende opgemerkt ad Art. 1. ITet is billijk en met de voormelde Met in over eenstemming te achten, dat wegens het gedistilleerd alleen terug gaaf worde toegekend van hetgeen meer aan plaatselijke belas ting is betaald dan f 15 per vat ad 50 pCt. sterkte; dat meer dere is in deze gemeente 6.00, immers de verhooging van den Rijks-accijns zal bedragen 15.00 per vat, de gemeentelijke be lasting bedroeg tot dusver t 21.00, het verschil in meerder zal dus bestaan in cene som van ƒ6.00 die wegens het op ulto April voorhandene meer is betaald dan daarvoor na dien datum aan Rijks belasting verschuldigd zal wezen. Toekenning van restitutie tot het geheele bedrag der betaalde gemeentelijke belasting wegens het rund- en kalfsvleeseh, zoomede de turf en steenkolen, kwam mede billijk voor, vermits ook de Rijks-belasting op het vleesch geene verhooging ondergaat en die op de brandstoffen bereids geheel is afgeschaft. Men is van oordeel dat het genot dier teruggaaf zich behoort uit te strekken tot alle die handelaren en neringdoenden, welke volgens de betrekkelijke verordeningen worden beschouwd onder peil te staanzc uit te strekken tot particuliere verbruikers kwam onraadzaam voor, uit overweging dat de daarbij voorhandene hoeveelheden kunnen Avorden beschouwd bereids in consumtie te GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN 7itting van Woenslag 18 April 1866. zijn opgenomen bovendien men wenseht, zoo als bereids is aan gemerkt, de maatregel dienstbaar te doen zijn aan het belang van den handel. oorts heeft men liet noodig geoordeeld, ter vermijding van ounoodigen omslag en om niet in nietigheden te vervallen, bij de toekenning der restitutie een minimum te stellen; een be paald tantum, voor de drie soorten van belasting nagenoeg met elkander in overeenstemming, achtte men meer geraden dan af te dalen tot het verleenen van teruggaaf wegens zeer geringe hoeveelheden. Benadeeling van den kleinen handelsman zal daarvan wel niet het gevolg zijn, vermits deze zijn' inslag daar naar zal kunnen regelen. Ad art. 2. l)e in clit art. vervatte voorschriften achtte men noodig ter rigtige uitvoering van den beoogden maatregel. Geene noodelooze en den handelaar belemmerende formaliteiten worden daarin gevorderd, alleen het strikt noodige werd opgenomen. De bppalitig, dat de eerste aangaaf op den 29stcn April des avonds tussehen 9 en 10 uur moet plaats vinden, is naar het oordeel van den ambtenaar, die met de uitvoering zal worden belast, onmisbaar en niet voor vervroeging of verdaging vatbaar te achten wel is het juist de Zondag die daarvoor moet strek ken, doch de overweging, dat een vroeger of later stellen van het tijdstip der aangaaf de vercischte goede verificatie bemoeije- lijkt en alzoo tot nadeel der gemeente zou kunnen leiden, dat de maatregel wordt gevorderd in het eigen belang der betrokken personen, en dat daartoe een reeds gevorderd a.onduur is aan gewezen, maakte dat bezwaar al zeer gering. Ten aanzien van de beide laatste artikelen acht men weinig toelichting noodig. Alleen zij opgemerkt dat liet verschil van vijf ten honderd in het laatste artikel bedoeld, is gesteld ten einde bij mogelijke vergissingen niet alle aanspraak op restitutie zal vervallen. Is beslotenDeze aangelegenheid in eene volgende vergade ring in behandeling te nemen en de voormelde stukken inmid dels voor de leden ter inzage te leggen. 5. Mede is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en W. omtrent de aankoop voor rekening dezer gemeente van de bleekjes aan particuliere eigenaren toebehoorende, ten behoeve van de demping van het vaarwater tussehen de Doelepijp en de Oldehoofdster waterpoort. B sloten als voren. 6. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en W. betrekkelijk eene nog met den heer Jhr. Mr. W. E. Engelen aantegane overeenkomst, ter zake het leggen van de westelijke fundamenten van de te stichten rijks lioogere burgerschool, in den grond aan geraelden lieer in eigendom bchoorende. Besloten als voren. 7. Is ter tafel gebragt en op voorstel van den Voorzitter, ten fine van onderzoek en rapport in handen van de Commissie ad hoe gesteld, de door de Commissie van toezigt over het Stads werkhuis alhier ingezondene suppletoire begrooting dier instel ling voor het jaar 1865. 8. Is gelezen en ten fine van uitvoering in handen van B. en W. gesteld een schrijven van den heer J. J. W. Voorhorst, Mcd. Doctor te Fredcriksoord, houdende beklag dat de behande ling van in de gemeente Leeuwarden armlastige personen niet langs den minstkortbaren weg en geregeld geschiedt. 9. De Voorzitter doet medcdeeling dat de pacht van de op komsten van het tolhek op llitsumazijl is gegund aan Klaas kingma 's jaars voor ƒ350, en dat als huurder van het koflij- huis genaamd Bellevue is aangenomen J. II. Meijer te Hennaard voor ƒ175. Voor notificatie aangenomen. Bijvoegsel tot de Provinciale Friesciie Courant. 10. Bij monde van den heer Bloembergen wordt namens de betrokken Jtaads-commissie rapport uitgebragt omtrent de aan vraag van het bestuur van het Stads-Ziekenhuis, om magtiging tot af- en overschrijving van en op sommige posten der begroo ting van gemelde inrigting voor 1865. Is besloten, dit rapport en voorstel in eene volgende vergadering in behandeling te nemen en het inmiddels voor de leden ter inzage te leggen. 11. Zijn ter tafel gebragt en ter visie van de leden gelegd de volgende verslagen a. van de Stads Teekenscboolb. van het nieuwe Stads Weeshuis, c. van het Ziekenhuisd. van de ge meentelijke gasfabrijk. I)e Voorzitter sluit hierop de vergadering. VERSLAG van het verhandelde ter buitengewone vergadering van den Gemeenteraad van Leeuwarden, gehouden op Maandag den 23 April 1866. Aanvankelijk 12, later 13 leden tegenwoordig. Afwezig de liceren Oosterhoff, Brunger, Plantenga, Mcursinge, Jongsma, Verwijs, W:ierdsma Schik en van Wclderen Rengers. Voorzitter de lieer D. Zeper, die, na de vergadering geopend te hebben, mededeelt dat de heer Rengers door ongesteldheid, de heer Verwijs door het verrigten van ambts-bezigheden, de lieer Ooster hoff door afwezigheid buiten de gemeente en de lieer Brunger door het presteren van diensten in eene andere betrekking, bui ten magte zijn deze vergadering bij te wonen. 1. is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde, wegens de op 18 April jl. gehoudene buitengewone vergadering. 2. Voorstel van B. en W. om lo. voorbehoudens de goed keuring van heeren Ged. Staten van Friesland, hen te magtigen om met de eigenaren der thans als bleeken gebruikte en in de daarvan opgemaakte, bij dit voorstel overgelegde acte van tauxatie breeder omschreven gronden, eene overeenkomst aan te gaan, waarbij die gronden aan de gemeente Leeuwarden in vollen en vrijen eigendom worden overgedragen, tegen betaling der waarde welke daaraan blijkens gezegde acte onderscheidenlijk is toege kend, onder bepaling dat al de kosten op die overdragt vallende, door de gemeente zullen worden betaald 2o. artikel 3, afd. IV, hoofdstuk III der begrooting van uitgaven van de gemeente Leeuwarden, voor de dienst van 1866, aan te wijzen als de post, uit welke de sub lo. hiervoren bedoelde uitgaaf moet worden gehoed. l)e beraadslagingen omtrent dit voorstel geopend zijnde, vraagt de heer Attema het woord en zegt, uit het tegenwoordig voor stel aanleiding te hebben genomen, aangaande de bewuste dem ping, eene viaag tot B. en W. te rigten. Bij de behandeling der begrooting voor het loopend dienstjaar, is er van den kant der leden aangedrongen en door het Collegic van Dngelijksch Bestuur toegezegd om, zoo mogelijk, de demping en van do gracht, loopende van de Wijde Gasthuissteeg tot de Langepijp, èn die loopende van gemelde steeg tot de Oldchoofster Water poort, nog in dit jaar uit tc voeren. Nu is evenwel, op grond van bekomen inlichtingen, bij Spr. de opmerking gemaakt of er indedaad wel kans bestaat 0111 tot die uitvoering te kunnen ge raken en dit zoo niet zijnde, zou hij zich verpligt moeten ge voelen zijne stem aan het tegenwoordig voorstel te onthouden. Daargelaten nog de uitvoering der demping van het gedeelte der gracht, strekkende naar de Langepijp, koestert hij eenige vrees dat men niet zal komen tot demping van het gedeelte loopende van de Gasthuissteeg tot de Oldehoofstcr Waterpoort, maar dat men, om toch iets te doen, dempende van af de Doe- 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1866 | | pagina 1