62 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 26 April 1866. de fabrijk volledig zal zijn, nog met circa ƒ98,000 moeten ver meerderd worden, wegens aan te schaffen materieel en werktuigen. Voegt men die som bij die van aanbouw, dan is de verhouding der hoofdsommen zeker geheel anders en het evenredig verschil belangrijk lager; doch hoe dit zij, een verschil van f 16000 is in zijn oog op het geheel der kosten een te gering verschil om daaraan de doelmatigheid der fabrijk op te offeren. Ook is aangevoerd dat men op grond van de meerdere beperktheid der fabrijk, het plan van den Architect niet behoefde achter te stellen. Bij Spr. weegt die omstandigheid evenwel nog alelk deskun dige in fabrijkzaken zal wel moeten erkennen dat het erlangen van de vereischte ruimte een eerste vereischte is. Over de berg ruimte voor de coaks zou hij kunnen zwijgen, daarvoor zou altijd wel eene plaats zijn te vinden, ze behoeft geene bijzondere be waring, in de open lucht zal de coaks niet veel minder worden. De opmerking evenwel van den geëerden Spr. die zegt, geene vrees te hebben dat ze onverkocht zal blijven, omdat de plaatse lijke belasting daarvan geheven, eerstdaags zal worden afgeschaft weegt naar zijn oordeel niet zwaar, want tegelijk met die op de coaks, wordt ook de belasting op de turf afgeschaft. Wat voorts betreft den welstand waarop door den heer Bruinsma is gewezen, moet Spr. aanmerken, dat de doelmatigheid der inrigting eener fabrijk meer dan hare welstand op het oog moet worden gehou den het betreft hier eene fabrijk en deswege moet men de eischen voor welstand niet te hoog stellen. Ten slotte inoet Spr. obser veren, dat het voorstel van B. en W. alleen de strekking heef; zich in beginsel met het plan van den Directeur, en onder voor behoud van het geheel aan de nadere beoordeeling te onderwer pen, te vereenigenSpr. zal zich voor dat voorstel verklaren. De heer Rengers verklaart uit de gehoorde discussie de over tuiging te hebben verkregen dat hij regt had zich in de vorige vergadering met het voorstel van den heer Wicrsma te vereeni gen en te beweren, dat de exploitatie voor gemeente-rekening een groot bezwaar blijft. Nu evenwel daartoe bij herhaling is besloten, geldt het hier eene zaak van uitvoering door deskun digen uitteraaken. Spr. heeft gehoord, dat sommige leden dezer Vergadering zich beijverd hebben, om zich op de hoogte der zaak te stellen, hij moet verklaren geen deskundige te zijn en de Raad zal dit nimmer worden; hoe zal men dan op genoegzamengrond zijne stem kunnen uitbrengen? Spr. heeft gemeend zijne stem aan het voorstel te geven, in het volkomen vertrouwen op de ziens wijze van de Commissie uit den Raad met het beheer der fabrijk belastdeze toch is het meest bekend met de bezwaren en de andere zaken aan het drijven der fabrijk verbonden. Ilij wenscht aan het voorstel van B. en W., dat gegrond is op het oordeel der Gas-coramissic, op de ervaring van den Directeur en van nog een deskundige, zijne stem te geven. Men kan zich in details verdiepen, maar wanneer het plan van den Architect mogt worden gevolgd, dan zou men een besluit nemen tegen de overtuiging van der zake kundige mannen aan, dan zou men een werk waar aan zooveel moeite is te koste gelegd, ongedaan maken. De heer Oosterhoö' kan in dezen ze r kort zijn. Hij is het met den heer Bruinsma eens en stapt niet spoedig over eene minder noodzakelijke uitgaaf van 16000 heen, vooral niet omdat hij zich niet kan voorstellen, dat. men, het plan van den Archi tect volgende, geene genoegzame hoeveelheid gas zon kunnen pro duceren ook zal het besproken toezigt van de stokers op de gashouders bij het plan van den Architects genoegzaam gewaarborgd zijn. Omtrent de plaatsing van het zuiveringshuis is hij het volkomen met den heer Bruinsma eensook Hcetkamp heeft in dien geest geadviseerd en de Architect heeft daarop in zijn plan gelet. Spr. is van oordeel geen vrijheid te hebben over die 16000 heen te stappen, omdat die som invloed zal hebben op den prijs van het gas. Bovendien er kunnen zich op het gebied van de gasverlichting nieuwe uitvindingen voordoen en daarom acht hij het niet goed te veel geld in de fabrijk te steken, niet overtuigd zijnde, dat die kosten werkelijk noodzakc.ijk zijn. De heer Wiersma geeft te kennen, dat zoolang hij «leze kwestie heeft hooren behandelen, steeds bij hem op den voorgrond heeft gestaan, het erlangen niet alleen van goed maar vooral van goed koop gas. Volgens de aangebodene plannen wordt dit laatste geheel uit het oog verloren, zonder dat daardoor bepaald het eerste wordt bereikt; dit is nog nergens bereikt en kan niet be reikt worden op de gronden reeds vroeger door hem blootgelegd overal zal men met moeijelijkheden hebben te kampen bij de beste surveillance zal incn niet altijd met kolen van even goede kwa liteit kunnen werken; te dikwijls komt eenig defect in de fabrijk voor, om de hoofd vereischte goedkoop gas te erlangen, niet uit het oog te verliezen. Spr. herhaalt het in eene voorgaande vergadering te kennen gegevenc, dat hij zelf heeft medegewerkt aan de plannen, om de tegenwoordige fabrijk in de eerstvolgende 20 jaren die capaciteit te geven als met het oog op de vermoedelijke consumtie noodig was. Maar men spreekt nu reeds van millioencn, daarop heeft de vorige Gas- compagnie niet gerekend of kunnen rekenen. Zij stelde zich voor om in de te vermoeden behoefte te kunnen voorzien bij het bekomen \an den, voor de noodzakelijk geachte uitbreiding, aan te vragen grond. Wanneer hij de bewuste berekeningen aan de tegenwoordige voorstellen toetst, dan heeft hij geene vrijheid die te ondersteunen goed en goedkoop gas te leveren, was het pro gramma, waarop de gemeentelijke exploitatie in het leven werd geroepen, maar het laatste bleef tot dusver achterwege, en daarom weigert hij zijne stem. De heer Bloembergen. De laatste Spr. heeft er van gewaagd, dat het hoofd vereischte goedkoop gas, geheel uit het oog zou zijn verlorenhiertegen vermeent hij te moeten opkomen inte gendeel, het was steeds het streven van de Gas-commissie, om goed en goedkoop gas te leveren, en Spr. ziet niet in waarom dat doel niet zal worden bereikt, liet voorstel der Commissie is, wat de kosten van uitbreiding aangaat, belangrijk lager dan dat van v. d. Made, het bekomen van meerdere winst zal daarvan het gevolg zijn. De heer Wiersma heeft gesproken van andere plannen bij anderen en wel bij de particuliere nijverheid beraamd en waartoe hij zou hebben medegewerkt. Die plannen hebben geene publiciteit erlangd, althans Spr. kent zc niet, doch betwijfelt toch of daarbij wel de doelmatigheid der fabrijk vol doende op het oog is gehouden, zoo mede de eischen en vorde ringen van de wetenschap, in zake de gasbereiding nu is het noodig en de Commissie streeft er naar, om zooveel mogelijk de zaak zoo in te rigten, dat die bereiding worde vergemakkelijkt, de retorten minder slijtbaar te doen zijn, meerdere lichtsterkte aan het gefabriceerde te geven en het gas evenwel goedkoop te leveren. De prijs van het. gas is niet afhankelijk te achten van de eerste uitgaaf en de rente deswege, maar wel van de gemak kelijkheid en de wijze waarop men werktdoor het bezigen van geschikt personeel cn doelmatig materieel, kan dc nu meer ge vorderde 16 mille spoedig worden bespaard door de wijze van werken goed in te rigten, worden de, meerdere kosten ge compenseerd. Als men de vraag doet, waartoe strekken de kos ten voor dc uitbreiding benoodigd, dan is het antwoord voor GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN Zitting van Donderdag 26 April 1866. gebouwen en materieel; en ten aanzien aan het laatste zegt dc wetenschap, «lat dc ijzeren retorten die zoo spoedig versleten zijn, door andere en wel door stecncn moeten vervangen worden; «le vorige Gas-compagnie zal die ervaring, vertrouwt Spr. ook heb ben opgedaan. IJzeren retorten zegt hetzelfde handboek over de gasverlichting, door een anderen Spr. aangehaald, behooren tot de geschiedenis, stecncn retorten waaraan verbonden ecu toestel tot afleiding, zijn veel doelmatiger en minder kostbaar. Indien men dan gaat berekenen, dat de particuliere nijverheid de bcnoo- «ligde materialen niet goedkooper heeft kunnen aanschaffen, dan moet men noodwendig tot de slotsom komen, dat de particuliere industrie daarop niet het oog heeft gehad, althans dc inrigting ran het geheel niet op zoo vollcdigcu voet als thans beoogd wordt, heeft willen brengen, anders kou zij hare berekening niet zooveel lager stellen. Wat betreft het hereiken van het voorge stelde doel om goed en goedkoop gas te leveren, te dien aan zien gelooft Spr. dat dc ervaring genoegzaam heeft geleerd, dat dit doel werkelijk zal kunnen bereikt worden. Geen enkele klagt over de kwaliteit van het gas is sedert de eigen exploitatie ingekomen; ook is het der Commissie bij herhaald onderzoek geble ken, dat die hoedanigheid zeer voldoende is; bij het bestaan «lier gezindheid en het bezigen van de gevorderde hulpmiddelen zal men waarlijk niet beangst behoeven te zijn dat geen goed gas zal worden geleverd. Spr. moet nog even wijzen op één puut, op het cijfer namelijk dat voor het vcrmoe«lelijk gasverbruik is aangegeven. De hier Wiersma achtte dat cijfer overdreven, er is gesproken van één millioen, «1c geachte Spr. gewaagde van railli- oenen en dit doende maakte hij zich evenzeer aan overdrijving schuldig. Een verbruik van 600,000 kub. cl is het cijfer waarvan de Commissie is uitgegaan, en 900,000. kub cl het bedrag waarvoor «le fabrijk capaciteit zou erlangen. Daarenboven moet hij opmer ken, dat B. en W. volgens hun rapport en voorstel, zich voor stellen, dat niet alles dadelijk op do beoogde wijze zal worden tot stand gebragt, zoodat men, wat de som van ƒ98,000 voor ovens, zuiveringstoestellen en gashouders aangaat, aanvankelijk met ongeveer ƒ30,000 minder uitgaaf zal kunnen volstaan; men wenscht echter dat gebouw zoo interigten, dat bij gebleken behoefte meer dere ovens aangebragt kunnen worden. Dc heer Duparc doet uitkomen, dat het thans de 5e instantie is, waarin de uitbreiding der Gas-fabrijk wordt behandeld. Zij heeft doorloopen de Gas-commissic, het Collegie van B. en W., dc sectiën, de commissie van rapporteurs en is nu voor den Raad. I)c bestrijding van het voorgestelde plan is tweeledig de hecren Bruinsma cn Oosterholf geven aan het plan van den Architect «le voorkeur omdat dit 16,000 minder zou kostende heer Wier sma vindt zelfs «lat plan nog te kostbaar. Na de vele gedach- tenwisseUngen die over de zaak hebben plaats gehad, valt het in «le daad moeijclijk nog iets nieuws er over in het midden te brengen, te meer na de inderdaad uitmuntende wederlegging der bezwaren tegen het voorgestelde plan door den heer Bloembergen. Spr. wil intusschen ter aanvulling van liet door dit lid gespro kene nog ecnige punten rclevéren. De heer Bruinsma heeft ge wezen op den beteren welstand dien de fabrijk van buiten zou erlangen bij het. volgen van het plan des Architects, maar daar tegenover staat dat het inwendige der fabrijk daaronder in meer dere of mindere mate zou lijden, vermits de lokalen dan zouden goeren, het geen in het gebruik niet gerijfelijk is en altijd de ruimte vermindert. Overigens geldt het hier eene inrigting, waarbij men meer op doelmatigheid dan op architectonische schoon heid heeft te letten. Spr. erkent voorts, «lat de heer v. «1. Made ook een plan heeft geleverd van dc uitbreiding met het middel van aanplemping, gelijk dc Architect bedoelt, maar hij gelooft te mogen stellen, dat die deskundige dat plan het laatst van allen Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Couhant. zou aannemen. Een ander bekwaam practisch deskundige heeft er eveneens zoo over geoordeeld. De heer Oosterholf heeft de aandacht gevestigd op de mogelijkheid van nieuwe uitvindingen voor «le gas-fabricageSpr. is het in dit opzigt met hem eens, doch hij betwijfelt of men, met het oog alleen daarop, de fabrijk voor het tegenwoordige niet zoo goed mogelijk zou moeten maken. Aan den heer Wiersma antwoordt Spr. dat hij wel gaarne goed koop gas wenscht maar nog veel meer goed gas; want wat zoude het baten, dat het gas goedkoop ware, indien hef niet tevens beantwoordde aan de eischen eener goede verlichting Spr. heeft evenwel niet hot minst bezwaar, of beide zaken zullen, ook bij de voorgestelde uitbreiding, zaracn kunnen gaan. Do heer Wier sma heeft er ook van gesproken, dat de vroegere maatschappij, bij een veel minder kostbaar plan, gedurende 20 jaren in de gus-consumtie had kunnen voorzien. Voor zoo ver Spr. van dat plan kennis heeft kunnen nemen, betwijfelt hij echter met grond of dit had kunnen geschieden, indien het gasverbruik inderdaad algemeen ware geworden. Alles hangt hier af van «1e opvatting van gas-consumtie. Ook nu is deze er, maar niemand zal wil lep beweren, dat die voor eene stad als Leeuwarden, met regt dien naam mag dragen. Ten slotte merkt Spr. op dat men zich geen te gering denkbeeld van het toekomstig gasgebruik ook alhier moet vormen, zelfs als de tegenwoordige prijs van 14 cent per kub. el vooreerst nog niet mogt worden verlaagd. Dc gasberei ding is eene van die groote uitvindingen, waarop de 19e eeuw mag bogentwee andere groote inventien, telegraféh en spoorwe gen hebben, wat het gebruik er van betreft, mede alle verwach tingen overtrofTen. Spr. gelooft, ook met het oog op de voor beelden van elders, «lat ditzelfde met liet gasverbruik zal plaats hebben, en daarom wenscht hij nu in eens uitbreiding der fa brijk voor goed, om niet genoopt te worden haar later weder te. moeten vergrooten, gelijk b. v. te Groningen, alwaar men daartoe reeds voor de vierdemaal heeft moeten overgaan. De heer Wiersma merkt aan de voorlaatste Spr. heeft er van gewaagd dat de Commissie goed gas heeft geleverd; dit is door hem niet betwijfeld, doch hij heeft willen beweren, dat niet de beknoptheid de norma is eener goede fabrijk, maar «1e zorg voor een goed fabrikaat, welke men met eene kleine fabrijk evenzeer kan verkrijgen. Hij heeft betoogd, dat eene uitbreiding als nu wordt voorgesteld, niet dadelijk noodig is cn dat de rente van het voor zoodanige groote uitbreiding benoodigde kapitaal, den prijs van het gas zou moeten verhoogen. De bewering dat eene kleinere fabrijk niet in staat zou zijn goed gas tc leveren, be twijfelt hij zeer, dc vorige maatschappij althans heeft dit gedaan en zou het bij voortzetting hebben kunnen doen. Ilij betwijfelt of men uit éénc mud steenkolen meer dan 20 kub. el gas zou kunnen produeéren, verkreeg men meer, liet zou geen bruikbaar gas wezen. Dat voorts meerdere ruimte noodig zou wezen om goedkooper tc kunnen werken, komt Spr. voor eene bewering t> zijn die niet afdoende is te achten, want het eerste gevolg daar van integendeel is dat men duurder gas krijgt. De vorige maat schappij heeft ook de proef met steencn retorten genomen, maar moest daarvan afzien omdat men geen exhaulster kon plaatsen overi gens rijst bij hem twijfel of liet gebruik van stcenen retorten wel van zoo voordeeligen invloed op den gasprijs zou ziju. A\ annecr het gas voor 12 cents zal moeten geleverd worden, dan spieek het overigens van zelf «lat men alle mogelijke hulpmiddelen moet aanwenden. De bezwaren om dit tc doen, bestonden voor d«- gascompagnic in te beperkte ruimte, daarom zij op uitbreiding bedacht, maar op eene veel eenvoudigere, dan waarvan nu sprake is. De heer Brilinsma wenscht ecnige opmerkingen van den heer Bloembergen te beantwoorden. Deze heeft gewezen op de dcor Spr. aangevoerde cijfers. Sprs. bedoeling was dut dc gehceic 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1866 | | pagina 3