VERANTWOORDING
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Inkomsten.
132
GEMEENTERAAD TE LEEG WARDEN.
Rekening der Ontvangsten en Uitgaven.
verdere kosten ten behoeve dier scholen ger. 300, te zamen gcr.
ƒ8056, versterkt met ƒ2264.12. werk. uitgeg. 10,320.12. Art.
3. Nederduitsche scholen. I Jaarwedden, a. van de onderwijzers
iw de burgerscholen ger. ƒ5100, b. id. in de tusschenschool 1 e
kl. ger. 2'60O, c. id. in de 3 tussehens. der 2e kl. ger. 6750, d.
id. in de armenscholen gcr. ƒ7050, e. id. in de bewaarscholen
ger ƒ2700, te zamen ger. ƒ24,800, afgeschr. ƒ2000, werk. uitgeg.
ƒ22,745.035, overschot ƒ54.965. Art. 4. II. Leermiddelen en
schoolbehoeften. a. voor de burgerscholen ger. 410, b. voor de
tusschenscholen ger. ƒ910, c. voor de armenscholen ger. ƒ540,
d. voor de bewaarscholen ger. ƒ190, te zamen ger. ƒ2050,
afgeschr. 250, werk. uitgeg. ƒ1791.205, overschotƒ8.795. Art. 5.
III. Brandstoffen, a. voor de burgerscholen ger. ƒ175, b. voor
de tussckenscholen ger. ƒ460, c. voor de armenscholen ger. 285,
d. voor de bewaarscholen ger. ƒ150, te zamen gcr. 1070, werk.
uitgeg. 1001.25, overschot ƒ68.75. Art. 6. IV. Licht. a. voor
de burgerscholen gcr. 150, b. voor de tusschenscholen ger.ƒ350,
voor de armenscholen ger. 300, voor de bewaarscholen ger./'
te zamen ger. 8=00, -versterkt met 10.42, werk. uitgeg. 810.42.
V. Ecreprijzcn. a. voor de burgerscholen ger. 80, b. voor de
tusschenscholen ger. 125, c. voor de armenscholen ger. ƒ150,
te «amen ger. ƒ355, werk. uitgeg. 256.40, overschot ƒ98.60.
Art. 8. Diverse uitgaven, a. voor de burgerscholen ger. ƒ85, b.
voor de tusschenscholen ger. ƒ205, c. voor de armenscholen ger.
25, d. voor de bewaarscholen geraamd ƒ25, e. kosten voor de
vergelijkende examens der hoofdonderwijzers en der oproepingen
in de nieuwsbladen bij vacatures van hoofd- en hulpondei wijzers
ger. ƒ25; voor onvoorziene uitgaven ger. ƒ105, te zamen ger.
ƒ470, werk. uitgeg. ƒ398.855, overschot ƒ71.143. Art. 2.
Onderhoud en schoonmaken van schoollocalena. van het
gymnasium ger. ƒ250, b. van de fransehe dag- en kostscholen
ger. ƒ208, c. van de burgerscholen ger. 265, d. van de
tusschcnsoholen, ger. ƒ589, e. van de armenscholen, ger. ƒ384,
van dc bewaarscholen ger. ƒ228, te zamen ger. 1924, versterkt
met 236.53, werk. uitgeg. 2160.53. Art. 10. Kosten der plaat
selijke schoolcommissie, 400. Art. 11. ld. van de Siads-tce-
kcnsehool 1000. Art. 12. Id. van de muziekschool gcr.
266.665. Bij Raadsbesluit dd. 8 Junij 1865 is tot versterking
van dit art. van het fonds van onvoorziene uitgaven afgeschreven
eene som vnn ƒ133.335, werk. uitgeg. 400. Art. 13. Id. van
de gymnasticsehool memorie. Totaal der 2e afd. ger. 48,901.06
na af- en overschrijving 48,196.07, werk. uitgeg. 47,796.16,
overschot 399.61. Afd. III. Militie. Art. 1. Onderhoud van
het nieuw exercitieveld met den weg derwaarts 100. uitgeg. Nihil.
Art. 2. Kosten bij de loting der militie voor drukwerk enz. ger. 75,
versterkt met ƒ9.455# werk. uitgeg. 84.455. Art. 3. Ver
schotten wegens huisvesting en voeding cn reisgeld voor lotelin-
gen en verlofgangers der militie, gcr. 100, versterkt met 25.10,
werk. uitgeg. ƒ125.10. Totaal der 3e afd. ger. 275, na af-
en overschrijving ƒ309.553 werk. uitgeg. ƒ209.555, overschot
ƒ100. Afd. IV. Schutterij. Art. 1. Toelage ten behoeve der
dienstdoende schutterij ger. ƒ3050, afgeschreven 570, werk.
uitgeg. ƒ2470.09, overschot ƒ3.91. Art. 2. Kosten bij de lo
ting voor drukwerk enz. ger. 25, uitgeg. 14.35, overschot
ƒ10.65. Art. 2. Onderstand van den dam bij het exercitie
veld enz. 20. uitgeg. nihil. Totaal van de 4e afd., ger. ƒ3095, na
af- en overschrijving ƒ2525, werk uitgeg. 2490.44, overschot
34.56. Afd. V. Uitkeeringen. Art. 1. Teruggaaf aan het
Rijk wegens evenredig aandeel in de verevende uitgaven voor
kwade posten op de grondbelasting, volgens art. 1 der wet van
18 Sept. 1852 (Staatsblad no. 177), ger. ƒ55, werk. uitgeg.
ƒ51.06, overschot 3.94. Art. 2. Teruggaaf als voren in de
verevende uitgaven voor kwade posten der personele belasting
volgens art. 6. der wet van 29 Junij 184S (Staatsbl. no. 82)
ger. 300, werk. uitgeg. 233.59s, overschot ƒ66.405. Art. 3.
Terruggave voor ontheffingen op de plaatselijke dir. belasting ger.
145, werk. uitgeg. 12.83, overschot 132.17. Art. 4. Ver
moedelijke storting der ontvangen gelden, wegens de korting op
de tractcmenten van de hoofd- en hulponderwijzers cn onderwij
zeressen, ger. 424, Merk. uitgeg. 3S6.105, overschot ƒ37.893.
Totaal der 5e afd. ger. ƒ924, werk. uitgeg. 683.59, overschot
ƒ240.41. Afd. VI. Eeredicnst. Art. 1. Uitkeeringen aan dc
zes predikanten der Ned. herv. gemeente ƒ6600. Afd. Vil.
Andere uitgaven niet tot de vorige afdeelingen belioorende. To
taal van het 7e hoofdstuk ger. 121,519.563, na gedane af- en
overschrijving ƒ119,516,695, werk. uitgeg. 115,983.50s, over
schot ƒ3533.19.
Hoofdstuk VIII. Afd. I. Renten cn aflossingen van de door
dc gemeente aangegane geldleeningen. Art. 1. Verschuldigde
renten wegens geldleeningen en tijdelijk opgenomen kapitalen.
De primitieve begrooting bedroeg 19,135, bij gewijzigde begrooting
van 3 Mei 1865 verhoogd met ƒ2 712.50, te zamen 21,847.50, werk.
uitgeg. 19,938.75, overschot 1908.75. Art. 2. Voor aflossing van
schuld ger. ƒ16,000, werk. uitgeg. 10,000, overschot/'6000. Art.3.
Rente wegens de geldleening ten behoeve der gasfabriek, ger.
1750, werk. uitgeg. 1375, overschot 375. Totaal der le
afd. ger. f 39,597.50, werk. uitgeg. 31,313.75, overschot
/'8,2S3.75. Afd. 11. Opeischbare schulden der gemeente, nihil.
Afd. III. Pensioenen, gratificatiën en toelagen. Art. 1. Pen
sioenen 2297. Art. 2. Vergoeding aan den Staat van het /3
gedeelte van het bedrag der aan de hoofd-cn hulponderwijzers te
verleencn pensioenen, gcr. 300, werk. uitgeg. 177.66over
schot ƒ122.335. Art. 3. Gratificatiën ger. 886.40, ua af- en
overschrijving 1123.90, werk. uitgeg. 1123.90. Art. 4. Schade
loosstelling aan J. Heins, gewezen directeur van de brandspuit
no. 4, volgens contract ƒ156. Totaal der 3e afd. ger. 3639.40,
na af- en overschrijving 3876.90, werk. uitgeg. ƒ375 t.563, over
schot 122.335. Totaal van het 8ste hoofdstuk ger. ƒ43,236.90,
na af- en overschrijving 43,474.40, werk. uitgeg. 35,068.315,
overschot ƒ8406.085.
Hoofdstuk IX. Andere uitgaven niet onder de vorige hoofd
stukken bchoorende. Afd. 1. Kosten der door de gemeente
gevoerde gedingen. Art. 1. Voor mogelijke kosten ter zake tc
voeren gedingen en in te winnen regtskundigc adviezen. Memorie.
Versterkt met ƒ1.80, werk. uitgeg. 1.80. Afd. II. Kosten voort
vloeiende uit art. 122 der Gemeentewet. Art. 1. Voor aandeel
van het onderhoud der tolhekken en tolgaarderswoningen op den
kunstweg naar Hijum, ger. ƒ25, versterkt met 19.875, werk.
uitgeg. ƒ44.875. Afd. III. Kosten van openbare vermakelijkheden.
Art. a. Prijzen voor dc harddravcrijën in de kermis cn bij de
voorjaarspaarden markt ger. 460. b. Toestellen voor dc harddra
verijen, bij ijsvermaak en voor het onderhoud en uitsteken van
vlaggen, ger. ƒ300, e. voor publieke vermakelijkheden ger. 500,
d. diverse uitgaven gcr. ƒ140, te zamen geraamd ƒ1400, versterkt
met ƒ1000, werk. uitgeg. 2219.28, overschot 180.72. Art. 2.
Subsidie aan het stedelijk muziekkorps gcr. 1300, versterkt met
ƒ900, werk. uitgeg. 2200. Totaal der 3de Afd., gcr. 2700,
na af- en overschrijving 4600, werk. uitgeg. 4419,28, over
schot 180.72. Totaal van het 9e hoofdstuk gcr. 2725, na af- en
overschrijv. 4646.67s, werk. uitgeg./ 4465.95 oversch. 180.72.
Hoofdstuk X. Nadeeiig slot dor door de Gcd. Staten gesloten
rekening over het dienstjaar 1863. Nihil.
Hoofdstuk XI. Onvoorziene uitgaven. Art. 1. Fonds waaruit
zoo noodig ztillcn kunnen worden aangevuld de fondsen, aange-
bragt bij verschillende hoofdstukken, zoo mede ter bestrijding van
onvoorziene uitgaven van anderen aard, die hare omschrijving
niet vinden op deze begrooting, onder inachtneming van het
bepaalde bij art. 214 en 215 der Gemeentewet. De primitive
begrooting bedroeg ƒ10,403, bij gewijzigde begrooting van 3 Mei
1 865 verhoogd metƒ726.415, bij Raadsbesluiten van 13 Julij 1865
en 14 Junij 1866, uit verschillende hoofdstukken verstrekt met
ƒ22,565, te zamen/33,694.41°, naar aanleiding van dc Raadsbeslui
ten van 8 Dec. 1864, 9 Febr. cn 23 Febr. d. a.. 1 en 8 Junij 1865
en 14 Junij 1866 is van dit art. afgeschrev. ter versterking van
verschillende hoofdstukken 15,722.45 blijft 17,971.96, werk.
uitgeg. f 15,546.59, overschot 2425.37. Totaal der uitgaven,
geraamd na af- en overschrijving 643,592.12, werk. uitgegeven
ƒ547,825 62, overschot 95,766.50.
BALANS.
Bedrag der Ontvangstenƒ547,860.345.
Uitgaven- 547,825.62.
Voordcelis: slot van het dienstjaar 1865 34.72s,
•7"-*'' i
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van Burgemeester en Wethouders.
133
van
VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN,
wegens de INKOMSTEN en UITGAVEN van die gemeente
over het dienstjaar 1 8 6 5.
Ontvangsten wegens vroegere diensten. Hoofdstuk I, art.
1. 23,492.783. Batig slot der gemeente-rekening over het
dienstjaar 1863. Deze rekening is door hh. Gcdep. Staten gear
resteerd met het hier verantwoorde batig slot.
Opbrengst van plaatsel. belastingen. Hoofdstuk II, afd. I,
art. 1. ƒ8356.21. 15 Opcenten op dc hoofdsom der belasting
op de gebouwde eigendommen. 10 Opcenten als boven op de
ongeb. eigendommen. Deze opcenten werden geheven tot dekking
der plaatselijke uitgaveu, krachtens Raadsbesluit van den 21 Oct.
1852, no. V,goedgekeurd bij kon. besluit van 30 Dec. d. a.,
no. 36. Op de begroeting werd daarvoor aangebragt 8345.
Afd. 2, art. 1. 16,724.87'. 525 Opcenten op de hoofd
som der person, belasting. De heffing dezer opcenten had plaats
krachtens Raadsbesluit van 22 Oet. 1S52, no. goedgekeurd
bij kon. besluit van 30 Dee. van dat jaar no. 3(5. De raming
hij de begrooting deswege bedroeg 16,085.
Afd. 3. Nihil. Wegens deze afdeeling, bij de begrooting met
nihil uitgetrokken, heeft geene ontvangst plaats gehad.
Afd. 4, art. 1. f 63,917.14°. Plaatselijke dir. belasting onder
den naam van hoofdelijken omslag ten behoeve der gemeente.
Deze belasting is geheven krachtens Raadsbesluiten van 18 Dcc.
1856 en 26 Februarij 1857, goedgekeurd bij kon. besluit van
31 Maart 1857, no. 68. Dc betrekkelijke kohieren werden gear
resteerd tot een bedrag van ƒ66,112.31. Op dit bedrag werden
«Ie volgende afschrijvingen verleend, alsbij besluit van B. en W.
<ld. 20 Jan. 1866, r.o. 5',,c, ad ƒ439.985, als voren dato 28
Febr. 1866, no. l/t c, ad 706.92s, bij Raadsbesluit dd. 14
Junij 1866, no. 3/,c, ad 829.97 en 169.49, zamen ƒ999.46,
totaal 2146.37. Zoo dat bleef te verantwoorden ƒ63,965.94. Hier
van is werkelijk ontvangen ƒ63,917.145. Blijft derhalve nog te
verhalen 48.79s, waarvan nadere verantwoording zal beliooren
te geschieden.
Belasting op voorwerpen van verbruik. Afdeeling 5, art. 1.
f 76,791,30s, Belasting op binnenlandsch gedistilleerd en li
keuren. De heffing dezer belasting vond plaats krachtens
Raadsbesluiten dd. 28 Jan. 1864 en 27 Oct. d. a. resp. goed
gekeurd bij kon. besluiten van 26 Febr. en 8 Dec. d. a. nos.
57 en 4-1. Er werden geheven: a. 60 en 40 opcenten op den
rijks-accijns en b. eene eigeno belasting bij invoer. Blijkens den
saldo-staat, opgemaakt door den rijks-ontvanger, werd ten rijks-
kantore ingevorderd ƒ109,868.165. Als eigen belasting is ont
vangen ƒ23,316.33, zamen/133,184,49s. De verleende reslitutiën,
bij weder uitvoer uit de gemeente hebbon bedragen 56,393.19,
alzoo zuiver ontvangen ƒ76,791.305. De opcenten op den
rijks-accijns werden bij de begrooting geraamd op ƒ72,700, cn
de eigen belasting bij invoer op 5000, zamen 77,700. De
werkelijke ontvangst is derhalve beneden de raming gebleven
908.69s, een gevolg van te hooge raming bij de begrooting,
naar aanleiding van dc tariefsverhooging in 1864, waarvan de uit
komst bij de vaststelling der begrooting dienst 1865 nog niet met
juistheid kon worden berekend. In 1861- bedroeg dc belasting
op gedistilleerd over 10 maanden naar het nieuwe tarief en 2
Bijvoegsel tot de Provinciale Friesciie Couran
s't.
maanden naar het vroegere f 72,049.21. Art. 2. Eigen belas
ting op den wijn. Deze belasting is geheven ingevolge Raads
besluit dd. 9 Junij 1864, goedgekeurd bij kon. besluit van
23 September d. a. no. 32. De onzuivere opbrengst was
1 o. wegens buitenlandschen wijn 10,762.525, 2o. wegens kunst
wijn 70.84, zamen ƒ10,833.363. De verleende restitutiën
bij wederuitvoer uit de gemeente beliepen 6085.24s, zoodat de
zuivere ontvangst bedroeg 4748.12. Bij dc begrooting werd
geraamd ƒ12,700, de werkelijke ontvangst is mitsdien beneden
de raming gebleven 7951.88. Dit belangrijk verschil in minder
\i n gevolg van dc veranderde wijze van invordering van deze
belasting, overeenkomstig dc met 1 Jan. 1865 in werking getre-
dene verordening, die medebragt dat de betaling der belasting
eerst plaats vond bij het in consuratie brengen van den wijn.
Dewijl echter van den wijn bij de handelaars in dat artikel op
gezegd tijdstip voorhanden, bij den inslag in 1864 reeds de belas
ting was betaald, en deze in consumtie kon worden gebragt zon
der vernieuwde betaling dier belasting, kon de gemeente over
1865, tot uit. Dec. toen de heffing der wijnbelasting ophield,
slechts van het meerdere dat boven dien voorraad in consumtie
kwam, belasting genieten. Art. 3. ƒ21,430.303. Belasting op
het geslagt. a. 75 Opeenten op den rijksaccijns; b. eigen belas
ting bij invoer van rund- en kalLvlcesek. Deze heffing geschiedt
krachtens Raadsbesluit van 8 Mei 1S56, goedgekeurd bij kon.
besluit van 31 Julij d. a. no. 68. Dc zuivere opbrengst bedroeg
lo. wegens dc 75 opcenten 28,769.80s. 2o. wegens eigen belas
ting J 208.10, zamen 2S,977.905. Hieraf de restitutiën wegens
uitvoer naar buiten de gemeente ad 7547.60, resteert als zuivere
opbrengst 21,430.30°. Bij dc begrooting werd voor deze belas
ting geraamd a. wegens de 75 opcenten ƒ10,830, b. wegens
eigen belasting ƒ315, zamen 11,145, alzoo boven de raming
ontvangen 10,2 85.30', hetgeen hoofdzakelijk is toe te schrijven
aan de omstandigheid, dat ten behoeve van de Ncdcrl. Handel
maatschappij door haren agent alhier, eene zeer aanzienlijke kwan
titeit vleesch werd getond, dat eerst in 1866 is uitgevoerd, ten
gevolge waarvan ook de restitutie der daarvoor betaalde plaatse
lijke belasting, op laatstgenoemd dienstjaar in rekening moet wor
den gebragt. Art. 4. f 18,024.68. Belasting op den turf. Deze
belasting is geheven, de 4 eerste maanden des jaars ingevolge
Raadsbesluit dd. 28 Jan. 1864, goedgekeurd bij kon. besluit
van 25 Febr. d. a. no. 61, en dc 8 laatste maanden van 1865
krachtens Raadsbesluit dd. 8 April 1865, goedgekeurd bij kon.
besluit van den 19 dier maand, no. 32. De onzuivere opbrengst
beliep ƒ19,362.79. De verleende restitutiën wegens uitvoer
beliepen 1338.11, alzoo zuiver ontvangen f 18,024.68. Bij de
begrooting werd deswege geraamd 17,125. De werkelijke ont
vangst overtreft de raming met 899.68. Art. 5. 1828.99. Be
lasting op de steenkolen. Dc belasting op de steenkolen is geheven
ingevolge cle Raadsbesluiten hierboven bij de belasting op den turf
vermeld. De onzuivere opbrcugst beliep 2010.093. De ver
leende restitutiën hebben bedragen ƒ181.105. De zuivere ont
vangst bedraagt mitsdien 1828.99. Bij de begrooting was ge
raamd 620, zoodat de opbrengst de raming heeft overtroffen
met 1208.99, hetgeen is toe te schrijven aan een meerder ver
bruik van steenkolen tengevolge den lageren prijs van dat artikel.
Afd. 6. Nihil. Belasting op de honden. Deze belasting is
in 1865 binnen de gemeente niet geheven.
Afd. 7, art. 1. ƒ567.79. Belast ingen op tooneelvertooningen
en andere openbare vermakelijkheden. Het RaaiLbeslci' tot hef
fing dezer belasting, dd. 12 Jan. 1854 is goedgekeur j kon.
besluit van 17 April d. a. no. 22. Dc inning dezer li listing
heeft in 1865 plaats gehad bij gaardering, ingevolge R: oesluit
van 6 Julij 1865, no. 1, en werd opgedragen aan dc personen
39
i.' w af i Wjm-e -* -