li
I
31
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van Burgemeester en Wethouders.
is ontvangen wegens huur van door de gemeente aangekocht
land, als lo. van 2 b. 14 r. (50 e. greidland, behoord hebbende
aan A. Bekker ƒ275.04, 2o. van 1 b. GO r. 70 e. dito, van de
familie Feijens ƒ360.00, van 1 b. 62 r. 20 e. dito van mr.
B. Dorhout 360, zamen ƒ995,04. Totaal der huur- of pacht
sommen ƒ10,438.165. Bij de begrooting was geraamd ƒ9579,
alzoo meer ontvangen dan ger. ƒ869.165. Alt. 2. Huur van
huizen, als: a. de herberg de Kbinderij', L 276, verhuurd aan G.
J. Jonker voor den tijd van 7 jaren, ingegaan 12 Mei 1859. De
huur over het 6e contractjaar wordt voor de helft in de rekening
verantwoord ad ƒ578.50, hebbende de wederhelft ten gevolge
door den huurder daartegen opgeworpen bezwaren niet kunnen
worden ingevorderd b. het huis in de Doelestraat, kantoor van
waarborg F 129a, verhuurd aau het Rijk, ten behoeve van liet
dep. van Financiën, voor den tijd van 10 jaren, ingegaan 1 Jan.
1863. De huur over het 3e contractjaar is ontvangen ad ƒ300
c. het huis in de Doelestraat zuid gedeelte, F 129, verhuurd aan
J. C. Schrijver voor den tijd van 5 jaren, ingegaan 12 Mei 1862.
In de rekening is verantwoord de huur over het 3e contractjaar,
ad ƒ125; d. de stal in de Doelestraat F 147, verhuurd aan den
heer A. Menalda, voor den tijd van 3 jaren, ingegaan 12 Nov.
1862. De huur over het laatste contractjaar is ontvangen en
wordt in de rekening verantwoord 80; e. het huis in de
Hoogstraat II 121, voorste gedeelte, verhuurd aan W.A.Janssen
tot 12 Mei 1866. In deze rekening wordt verantwoord de
huur over het laatste contractjaar ƒ150; f g, h. de woningen
onder deze onderdeden van het bcgrootingsartikel vermeld, be
nevens de aangekochte voormalige diaconie-woningen, het huis
A 5 en C 111, worden zonder contracten bij de week verhuurd.
De gezamenlijke opbrengst daarvan op de overgelegde staten
gespecificeerd, wordt in de rekening verantwoord en bedraagt
ƒ640.85; i. de potkast, B 7, is opgeheven; de woning op den
hoek van den Graclitswal en het Vliet L 55, in gebruik bij den
pachter der bruggelden van de bruggen bij de voorm. Tuinsterpoort,
is aan dezen verhuurd van 12 Mei 1864, voor 3 jaren, tegen 3
per weck, zoodat deswege over het 2e huurjaar in de rekening
wordt verantwoord ƒ156; l. het huis op de Korenmarkt I, 3,
is verhuurd voor 3 jaren aan de wed. Lowenstam, 12 Mei 1863
1866, tegen ƒ500 per jaar. De in rekening verantwoorde som
is ontvangen over het laatste contractjaar ad 500; m. de voor
malige infirmerie in de Kleine Kerkstraat is zonder contract in
gebruik afgestaan aan een policie-beambte. De bedongen huur
som is ontvangen ten bedrage van 65; n. liet lokaal boven de
hulpbeurs is voor den tijd van 3 jaren, van 12 Mei 18651868,
verpacht aan G. II. Ilillebrand, met het uitsluitend regt om op
de marktdagen aldaar aan dc bezoekers der beurs vervcrschingen
te verkoopen. Dc huursom bedraagt 240 per jaar, welke over
het eerste huurjaar in de rekening wordt verantwoord. We
gens huur van het beneden lokaal is ontvangen en in de rekening
aangebragt ƒ52; o. het lokaal van het kantongcregt is aan liet
Rijk verhuurd tegen een jaarlijkschcn huurprijs van ƒ300. Dc
huurtijd is opzegbaar telken jare, zes maanden vóór het einde van
het loopende huurjaar. De in rekening gestelde som is ontvan
gen over 1865 ƒ300; p. de oude manege in dc Groote Kerk
straat is pro memorie op de begrooting vermeld. Deswege is
over 1865 geen huur ontvangen; qde helling op het Vliet L
133. De daarvan ontvangen huur ad ƒ175 is ontvangen krach
tens koop-contract dd. 24 Mei 1861, volgens hetwelk de gemeente
Leeuwarden is getreden in alle regten en verpligtingen der ver-
koopers; r. het huis op den hoek van den Eewal, I 36, is van
12 Mei 18651868 verhuurd aan P. W. Hagenbeimer voor
ƒ220 'sjaars. De huursom over le contraetjaar is ontvangen en
in de rekening verantwoord 220; s. het huis op dc Koren
markt I 2, is verhuurd aan de wed. Becker, van 12 Mei 1863
1866 tegen 500 'sjaars. In de rekening wordt verantwoord de huur
over het laatste contractjaar ƒ500; t. de voorm. Israëlitische
armenschool is van 1 Jan. 1864 tot 1867 verhuurd aan de
Israël, godsd. schoolcommissie voor 80 per jaar. De ontvan
gen huur over het 2e huurjaar wordt in de rekening verant
woord ƒ80; u. het huis op den Eewal I 35, in 1864 aange
kocht van II. B. Stegeman, is van 12 Febr. 1865 tot 12 Mei
1866 verhuurd aan W. Tjepkema, voor 275 in het jaar. De
huursom over bedoeld tijdperk is mitsdien in de rekening ver
antwoord tot 343.75, totaal ƒ4,506.10. Bij de begrooting
werd geraamd 4510. Dc werkelijke ontvangst is mitsdien be
neden de raming gebleven ƒ3.90. Ware echter de huur van de
herberg de Klanderij tot het volle bedrag ingekomen, dan zou
dc werkelijke ontvangst dc raming belangrijk hebben overtroffen,
naardien sommige gemeente-gebouwen tegen hoogcr huurprijzen
zijn verpacht dan bij de begrooting was aangenomen, en boven
dien in do rekening is verantwoord de huur vau aangekochte
huizen die op de begrooting niet is uitgetrokken. Art. 3. 1050.
Huur van den Stads- of Prinsentuin. Deswege wordt in de reke
ning verantwoord de huursom over het laatste jaar van den ter
mijn waarvoor met G. A. de Koe contract was aangegaan. De
nieuwe verpachting is aangevangen 12 Mei 1865. Art. 4.
635.50. Pacht van het grasgewas tier plantsoenen, van den
Stadstuin en der begraafplaats. De openbare verpachting van
13 perccelen grasgewas heeft als vroeger, in 1865 wederom
plaats gehad en opgebragt eene som van 616. Voorts is
ontvangen wegens verkocht grasgewas enz. in den Stadstuin
ƒ19.50, totaal ƒ635.50. Bij de begrooting werd geraamd 485.
Alzoo boven dc raming ontvangen ƒ150.50. Art. 5. 246. De
opbrengst van den houthak. Wegens verkochte boomen en kap
hout is door den stads hovenier van verschillende personen inge
vorderd, de in rekeuing verantwoorde som ad 246, welke de
raming bij de begrooting met ƒ176 overtreft. Art. 6. ƒ25.
Opbrengst van vissehcrij. Het regt van visschen in de gemeente
wateren is in 1863 verpacht van 1 Mei 18631866 en wel:
in het Vliet voor ƒ8, in de Potmarge voor ƒ7.50, en in de
Stadsgracht voor 9.50, zamen 25, welk bedrag is ontvangen
over het laatste pachtjaar en in de rekening verantwoord. Art. 7.
726.56Opbrengst van krachtens privaat regt genoten wor
dende tollena. de vijf bevaren trekwcgstollen, (massaal met
Ilarlingen) werden over 1865 verpacht voor ƒ86. Hiervan com
peteert elke gemeente (Leeuwarden en Ilarlingen) de helft, doch
aangezien Ilarlingen bij de verdeeling dezer inkomsten, ingevolge
aete van 1685, jaarlijks eene som van ƒ200 vooruit ontvangt, is
liet noodzakelijk voorgekomen, de pacht der tolhekken op Ritsu-
mazijl, Kingmatille en Koetillc, mede in de verevening op te
nemen. Evenbednelde pachtsommen bedragenTolhek op Ritsuma-
zijl 350, Kingmatille 439, Koetille 778, zamen ƒ1567,
Totaal 1653. Hiervan ontvangt Ilarlingen volgens de acte
bovenbedoeld 200, rest 1453. Door de gemeente Leeuwarden
is van dat bedrag ontvangen a. wegens dc vijf bevaren trckwegtol-
len ƒ86, b. de helft van dc pacht der tolhekken voormeld
ƒ783.50, zamen ƒ869.50. Wugens meerder betaalde grondbelas
ting heeft de gemeente Leeuwarden van Ilarlingen te vorderen
ƒ0.065; het aandeel der gemeente Leeuwarden in de verdecldo
som ad 1453, bedraagt 726.50, zamen ƒ726.565, zoodat bij de
verevening aan de gemeente Ilarlingen moet worden uitgekeerd
ƒ142.935. Al deze tollen worden ingevorderd krachtens octrooibrie
ven van 24 Julij 1640 en 16 April 1641. Art. 8. ƒ3453.34. Op
brengst van krachtens privaat regt genoten wordende sluisgclden
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van Burgemeester en Wethouders.
137
a. van Irnsumerzijl, bij gaardering. De door den gaarder aan deze
zijl, K. W. Vcltman, ingevorderde sluis- en bruggelden zijn we
kelijks gestort bij den notaris P. Boltjcs, te Grouw, die deze
volgens overgelegd borderel van storting over liet geheele jaar
1865 heeft verantwoord tot een bedrag van ƒ3003.84. Deze
gelden worden gevorderd ingevolge Lcppcbrief van 2 Sept. 1477;
wat het sluisgeld aangaat ingevolge ordonnantie en taux gear
resteerd door den Magistraat van Leeuwarden, van 15 Sept.
1741, en wat het bruggeld betreft, ingevolge ordonnantie en
taux gearresteerd door de Municipaliteit van Leeuwarden en het
District Idaarderadeel, 7 Julij 1795. b. Van dc Nesserzijl bij
verpachting ƒ450. Deze sluis- en bruggelden zijn verpacht van
12 Mei 18581865. De in rekening gestelde pachtsom is die
over het laatste jaar van evenbedoelden pachttijd. De opkom
sten dezer zijl en brug worden ingevorderd naar des Magistraats
resolutie van 4 April 1704 en 26 Oct. 1803. Art. 9. ƒ494.063.
Opbrengst van grondpachten en eeuwige renten. Deswege is
conform de raming bij de begrooting ontvangen a. grondpachten,
ƒ412.783 b. eeuwige renten 81.28 te zamen ƒ494.065. Art. 10.
Intressen van uitgezette kapitalen, als a. wegens rente van dc
2 x/i pet. nat. werk. schuld is ontvangen onzuiver ƒ3336.29, b.
alsvoren van de 3 pet. nat. werk. schuld ƒ379.725 c. renten
van de stadsbank van leening ƒ890.28, zamen ƒ4606.295. We
gens de renten sub a. en b. vermeld is de werkelijke ontvangst
boven de raming gestegen, doordien op het tijdstip van verkoop
van een gedeelte der 3 pets. inschrijvingen, daarvan nog rente
kon worden ontvangen over drie maanden van het voorgaande
jaar, waarop bij dc begrooting niet was gerekend. De ontvangen
renten van de Stads Bank van Leening hebben ruim ƒ400 boven
dc raming bedragen.
Ontvangsten van verschillenden aard en toevallige baten.
Hoofdstuk IV. Art. 1. ƒ2505. Opbrengst van de haardasch
en vuilnis, bij verpachting. Bij de begrooting was deswege ge
raamd ƒ3000, in overeenstemming met de opbrengst gedurende
den vorigen pachttermijn, die echter 1 Mei 1865 was verstreken.
Den 15 April 1865 is bij herverpachting van dc haardasch en vuil
nis pachter geworden, van 1 Mei 18651 870, Jollc Annes Nij-
sloot voor den jaarlijkschcn pachtprijs van ƒ2505, die over het
le contractjaar is ontvangen en in de rekening wordt verant
woord. Art. 2. ƒ645.075. Opbrengst van puin. Deswege is
door den gemeente-architect van verschillende personen ingevor
derd de in rekening gestelde som, gespecificeerd op den ovcrgc-
lcgden staat. Bij de bcgrooting was voor dit artikel geraamd
235. Zoowel tengevolge de stichting der tussehensehool op het
Vliet als anderzins kon eene aanzienlijke hoeveelheid puin worden
verkocht, waardoor de ontvangst belangrijk boven de raming is
gestegen. Art. 3. ƒ125.10. Teruggave van het Rijk wegens huis
vesting, voeding en reisgeld van lotelingen en verlofgangers der
militie. Dc te dezer zake gedane verschotten, welke in de re
kening van uitgaaf worden gesteld, zijn van wege het Rijk ge
restitueerd en alhier voor ontvang aangebragt. Art. 4. ƒ316.14.
Boeten van politie. Als zoodanig zijn de volgende sommen bij
den gemeente-ontvanger gestortdoor den ontvanger der registratie
te Leeuwarden ƒ300.465, id. te Harlingen ƒ1.425, id. te Doc-
kum 6.65, id. Hardegarijp ƒ3,80, id. te Lemmer ƒ0.95, id. te
Groningen, 2.85 zamen 316.14. Op de begrooting was
voor dit artikel ƒ300 uitgetrokken. Art. 5. 57.03. Boeten
wegens overtredingen in zake van plaatselijke belastingen en ver
beurdverklaringen. Voor dit artikel was bij de begrooting 12,
geraamd. Art. 6. ƒ785. Restitution van transportkosten van veroor-
Bijvoegsel tot de Provinciale Fkiesche Courant.
deelde bedelaars. Deze transportkosten zijn ten behoeve van het
Rijk verstrekt en worden, gelijk hier voor ontvang, mede voor
uitgaaf in dc rekening verantwoord. Doordien het aantal veroor
deelde bedelaars in 1865 een buitengewoon hoog cijfer bereikte,
overtreft dc ontvangst op dit art. de raming met 440. Art, 7.
Restitutie van vcrplegings- en verdere kosten van bedelaars, enz.
in Rijks gestichten. Op de bcgrooting was voor dit artikel ge
raamd ƒ106. Art. 8. 259.14. Restitutie van zegelgelden inzake
plaatselijke belastingen. Volgens door den gemeente-ontvanger
overgelegde verklaring bedraagt dc ontvangst te dezer zake de
in rekening gestelde som. Deswege was bij de begrooting geraamd
j 250. Art. 9. 229.53. Restitutie van zegelgelden wegens de
belasting op voorwerpen van verbruik. Volgens verklaring van
den gemeente-ontvanger bedraagt dc restitutie dezer zegelgelden
de som van 229.53. Bij de begrooting was dit art. geraamd
ƒ240. Art. 10. 386.105. Kortingen op de traktementen van
onderwijzers en onderwijzerressen ten behoeve van het pensioen
fonds. Op de begrooting werd voor de hier bedoelde kortingen
uitgetrokken 424. Het ontvangen bedrag heeft echter de ge
raamde som niet kunnen bereiken. Art. 11. 5664.24. Vergoe
ding wegens slatting der Noordergracht. Deze som, op de begroo
ting aangebragt ingevolge resolutie van Ged. Staten dd. 18 Julij
1864, no. 98, volgens welke de Prov. Staten zich genegen heb
ben verklaard, tot het aangaan der bij Raadsbesluit van 25 Febr.
1864, no. 9/32 voorgestelde dading, ter beëindiging van een
tusschen de gemeente en de provincie deswege bestaand verschil,
is ontvangen wegens restant van het aandeel der provincie in de
kosten voor de meerdere verdieping beneden den ouden bodem
van de Noordergracht alhier. Art. 12. Bijdrage van het Rijk in
de kosten van daarstelling van een schoolgebouw voor middelbaar
onderwijs. Dit art. is aanvankelijk voor memorie, doch bij wijzi
ging der begrooting tot ƒ12,000 uitgetrokken, naardien men
vertrouwde, die som zoo tijdig van wege het Rijk te zullen ont
vangen, dat zij op deze dienst kon worden verantwoord. Tot
dusverre wordt echter de betaling van dit bedrag tegemoet gezien.
Art. 13. ƒ1309.48. Alle andere ontvangsten, niet tot de voren
staande behoorende. a. Op dit art. wordt in de eerste plaats in
ontvang gesteld, het nog te verantwoorden verbleven bedrag van
den hoofdei, omslag, dienst 1863 ad. ƒ18.53; b. voorts is ont
vangen van het over 1864 te verantwoorden verbleven bedrag
van den hoofdei, omslag dat dienstjaar betreffende, de som van
ƒ15,57. Er was nog te verantwoorden 79.94. Als oninbaar
is afgeschreven 55.97. Werkelijk ontvangen 15.57, te zamen
ƒ71.54. Blijft nader te verantwoorden 8.40c. Zegelgelden
van twee aanslagbillcttcn wegens de hoofd, omslagen 1863 en
1864 ƒ0.42; d. in ontvang werd gesteld het terug ontvangen
bedrag wegens te veel geheven registratie-regt op de acte van
overdragt aan deze gemeente van de gasfabrijk c. a. ad ƒ149.595;
e. in verband met de heffing van regten voor het gebruik van
gastoestellen en ten einde al de ontvangsten en uitgaven dc gas
fabrijk betreffende, in de afzonderlijke administratie te kunnen
opnemen, zijn ook van dc gemeente overgenomen, de zich in
gemeente-gebouwen bevindende gastoestellen, waarvoor is ontvan
gen ƒ369.953; wordt verantwoord wegens bij den gemeente
architect plaats gehad hebbende ontvangsten van verschillenden
aard, de som van ƒ628.91. Aan het slot van den bedoelden staat,
is echter vermeld een bedrag van ƒ243.795, wegens uitgaaf
voor toestellen enz. ter zake de feestviering op den 50jarigen
gedenkdag aan dc overwinning bij Waterloo, 't welk abusief
dubbel onder de uitgaaf op hoofdstuk 9, afd, 2, art. 1 voor-
10