138 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van Burgemeester en Wethouders. komt, doordien de daartoe betrekkelijke leverancicn onder toczigt van den gemeente-architect gedaan, deze ook de nota van kos ten indiende, terwijl insgelijks de betrokken leveranciers eenigen tijd daarna op ingezonden rekeningen mandaten erlangden <7. wegens boeten, ter zake door den pachter der asch en vuilnis begane overtredingen van het pacht-contract, is ontvangen en wordt in de rekening verantwoord de som van ƒ100; h. einde lijk zijn nog van het Rijk terug ontvangen de kosten van adver- tentiën enz. ten behoeve van den aanleg van den spoorweg Heerenveen-Leeuwarden, verantwoord op hoofdst. 11art. 1, onvoor ziene uitgaven, die op dit art. in ontvang worden gesteld ad ƒ20.50, zamen ƒ1309.48. Hoofdstuk. Y, afd. 1, art. 1 Geldleening. Bij raadsbesluit dd. 13 Julij 1865, goedgekeurd bij resolutie van hh. Ged. Sta ten van 17 dier maand werd vastgesteld het aangaan ecnergcld- leening tot een bedrag van ƒ117,000, met bepaling dat die leening zou geschieden in twee of meer seriën, de eerste tot een bedrag van ƒ60,000. Het bedrag dier eerste serie is genego- licord en wordt in de rekening verantwoord, terwijl het resterend bedrag van bedoelde leening in 1865 niet is opgenomen. Art. 2. Geldlcening ter bestrijding der kosten van overname en uitbrei ding van de gasfabrijk. Het plan voor deze leening werd vast gesteld bij raadsbesluit van 10 Aug. 1865 en goedgekeurd bij rcs. van hh. Ged. Staten van 14 dier maand. Bij dit plan werd het bedrag der leening bepaald op ƒ160,000, te negotië ren in tw&e of meer seriën, de eerste tot een bedrag van 120,000. De inschrijving voor die serie is opengesteld, met gevolg dat het bedrag daarvan is ontvangen en in deze rekening wordt ver antwoord. Het resterend bedrag dier leening is in 1865 niet opgenomen, doch in de maand Junij dezes jaars werd de in schrijving voor eene tweede serie dezer lecning tot een bedrag van ƒ10,000 opengesteld, die echter geen gewenscht resultaat heeft opgeleverd. Afd. 2, art. 1. Verkoop van gebouwde en ongebouwde eigendommen. Bij de begrooting was voor dit art. niets ge raamd. De in rekening verantwoorde som is ontvangen wegens koopsom voor den afstand van eene plek gemeentegrond in het voormalig achterom op het oosteind van het Droevendal alhier, aan Eelke Jacobus Visser, ter grootte van 46 Q el voor ƒ460 en aan Dirk Wicmers ter grootte van ongeveer 20 Q el voor ƒ100. Art. 2. Afkoop van grondpaeht en eeuwige renten. Op dit art. bij de begrooting voor memorie uitgetrokken, heeft geen ontvangst plaats gehad. Art. 3. Verkoop eener inschrijving op het Grootboek der Nat. werk. schuld, groot ƒ18,100 notn. ad. 2 '/2 pet. Dit art. was primitief bij de begrooting uitgetrokken tot ƒ10,860. Naardien echter bij hh. Ged. Staten zwarigheid bestond liet raadsbesluit, houdende magtiging dien verkoop goed te keuren, heeft de Raad voorshands van dien verkoop afge zien. Dientengevolge is bij Raadsbesluit van 3 Julij 1865, hou dende nadere wijziging der begrooting, art. 3. dezer afd. uit getrokken voor nihil. Art- 4. 32,672.273. Verkoop van in schrijving op het Grootboeka, van een nominaal bedrag ad j 31,400, 2pCt. Nat. werk. schuld; b. van ƒ18,300 nom. 3 pCt. Nat. werk. schuld. Als opbrengst van den verkoop dezer inschrijvingen werd bij de begrooting aangebragtvoor die sub a. 19,232.50, sub. b. 13,221.75, zamen ƒ32,454.25. De werk. opbrengst bij den verkoop is geweest als volgtvan die sub. a. bedotdd ƒ19,428.75, af voor onkosten en commissieloonen 58.75, alzoo zuiver 19,370, van die sub b. vermeldonzuiver ƒ13,336.125, af onkosten, enz. als boveu 33.85, zuiver 133,02.27s. Totaal zuivere opbrengst 32,672.275. De inkomsten werden bij de begrooting, zooals die is gewijzigd bij Raadsbesluiten van 3 Mei en 10 Aug. 1865, geraamd op 643,608.253, er is werk. ontvangen en verantwoord 547.860.34 s, alzoo minder ontvangen dan was geraamd 95,747.91. Ten aan zien van dit belangrijk verschil, moet worden opgemerkt, dat van de beide geldleeningen onder hoofdstuk 5, afd. 1, art. 1 en 2 o}) de begrooting in ontvang aangebragt, alleen de eerste seriën zijn ontvangen, waardoor van het totaal bedrag dier leeningen ongenegötiëerd is gebleven 97,000dat voorts de bijdrage van liet Rijk in de kosten der stichting van de Rijks hoogere burger school ad ƒ12,000, niet is ingekomen. Derhalve van dc ge raamde inkomsten niet ontvang n 109,000. 6 GEMEENTERAAD TE LEEUWxYRDEN. Verantwoording van Burgemeester enWethoudcrs. 139 l I T C. A V E N. Jaarwedden en presentic-gelden. Hoofdstuk I, afd. 1, art. 1. 1800. Jaarwedde van den burgemeester. Conform de begroo ling uitbetaald. Art. 2. ƒ1147.70s. Jaarwedde van de drie wethouders. Door het overlijden van den burgemeester en dien tengevolge optreden van den oudsten wethouder als fungérenden burgemeester, heeft eenigen tijd ccne vacature in het Collcgie van B. en VY. bestaan. Uit dien hoofde is op dit art. ƒ352.293 beneden het toegestane bedrag uitgegeven. Overeenkomstig het bepaalde bij art. 94 der Gemeentewet is uitbetaaldaan den weth. D. Zeper vast inkomen 42.36, presentie-geld 41.345, zamen 83.703; aan den weth. Bruinsma vast ink. ƒ250, pres. geld 250.75, zamen 500.75; aan den weth. Bloembergen vast ink. ƒ250, pres. geld 250.75, zamen 500.75aan den tijdel. weth. Mr. E. Attema vast ink. ƒ31.25, pres. geld 31.25, zamen 6-2.50. Totaal vast ink. f 573.61, pres. geld ƒ574.095. Totaal generaal 1147.70s. Art. 3. 1800. Jaarwedde van den secretaris. Art. 4. 1800. ld. van den gemeente-ontvanger. Art. 5. ƒ1450. ld. van den commissaris van policie. Art. 6. 500. ld. van den Archivarius. Art 7. ƒ2500. Id. van den bouwkun dige en van dc opzigters der gebouwen, wegen en dergelijke. Art. 8. ƒ4430. a. Jaarwedde van de ambtenaren der plaatselijke secretarie (het bureau van den burgcrl. staud en dat dor bevol kingregisters daaronder niet begrepen ƒ3130, b. id. van twee boden ƒ1000, c. id. an den kamerbewaarder ƒ300, zamenƒ4430. Art. 9. 50. Jaarwedde van den omroeper en aanplakker. Art. 10. ƒ200. Id. van den marktmeester. Al deze jaarwedden, be grepen in artt. 3 tot en met 10 zijn overeenkomstig de bcgroo- tiug en tot de toegestane bedragen uitbetaald. Afd. 2. Art 1. 550. Presentie geld van de leden van den Raad, met uitzondering van den Burgemeester. Ditpresentie-geld is, in overeenstemming met de bepalingen van het reglement van orde voor des Raadsvergaderingen, aan de Raadsleden uitgekeerd. Hoofdstuk. 11, afd. 1, art. 1. 1277.30. Voor licht en brand stollen werd bij de begrooting toegestaan, a. Lichty"4u0, b. brand stof 730, zamen ƒ1130. Deze toegestane sommen zijn gebleken onvoldoende te zijn. Er is uitgegeven voor licht 429.67, brand stof ƒ847.63, zamen 1277.30. Dientengevolge is aan dit artikel uit liet fonds voor onvoorziene uitgaven toegevoegd een bedrag van 147.30, krachtens Raadsbesluit dd. 14 Junij 1866 no. 2</3 N.B. Ter vermijding van herhalingen wordt hier ver meld, dat tot alle volgende versterkingen uit het fonds voor onvoorziene uitgaven, magtiging is verleend bij Raadsbesluiten van 9 Febr., 23 Febr., 1 Junij en 8 Junij 1865 cn 14 Junij 1866. Voorts dat de versterkingen van het fonds voor onvoorziene uit gaven zijn geschied, krachtens Raadsbesluiten van 13 Julij 1865 en 14 Junij 1866, goedgekeurd door hh. Ged. Staten, bij resol. dd. 31 Julij 1865 110. 9 en 19 Junij 1866 110. 32; en eindelijk dat alle onvoorziene uitgaven die hare omschrijving niet op de begrooting vinden, waarvan het bedrag aan de begrooting als buitengewone uil gaaf moest) worden toegevoegd, zijn bewerkstel ligd ingevolge Raadsbesluiten dd. 13 Julij en 14 Sept. 1865, en 14 Junij 1866, goedgekeurd door hh. Ged. Staten dd. 31 Julij 1865 no. 9, 2 Oct. 1865 no. 6 cn 19 Junij 1866 no. 32. Al deze stukken worden bij de rekening overgelegd. Art. 2. 306.88. Voor schrijf- en kantoorbehoeften. Deswege werd bij de begrooting Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Colrant. toegestaan 250. Naardien deze som onvoldoende was ter bestrij ding der vereischte uitgaven is zij uit het fonds voor onvoor ziene uitgaven versterkt met 60. Art. 3, 69.623. Voor bind werk. Dc bij de bcgrooting toegestane som 70 bedragende, is voldoende geweest. Art. 4. ƒ416.52. Voor briefport, expres- looncn cn andere kleine uitgaven. Op dit art. is eenige meer dere uitgaaf noodig geweest dan de toegestane som bedroeg, waarom dat bedrag met ƒ11.52 is versterkt. Afd. 2. Art. 1. ƒ403.103. Bezoldiging van buitengewone klerken en schrijtloonen van rapporten van Raads-eornmissiën. Voor dit art. werd toegestaan ƒ350. De vele buitengewone werkzaamheden ter secretarie hebben echter noodzakelijk gemaakt dat het begrootingscijfer moest worden versterkt met 53.105, zamen ƒ403.105. Art. 2. ƒ401.735. Drukkosten zoo van het jaarl. verslag, de verordeningen, als van de verdere stukken die algemeen verkrijgbaar worden gesteld. Deze kosten hebben iets meer bedragen dan daarvoor bij de begrooting was geraamd, waarom dit art. is aangevuld met 1.735. Art. 3. 498.515. Andere drukkosten ten behoeve der secretarie. Dc wegens dit art. vereischt wordende uitgaven, hebben niet met dc toegestane som bestreden kunnen worden. Dientengevolge is met de vereischte autorisatie daaraan toegevoegd 38.515. Art. 4. Nihil. Buiten gewone drukkosten ten behoeve van het archief. Op dit art. heeft geene uitgaaf plaats gehad, omdat het drukken van een gedeelte van den catalogus van het stedelijk archief, ter bestrij ding waarvan deze som was toeg staan, niet is geschied, door dien de archivarius, tengevolge van andere bezigheden en wegens ongesteldheid, het bewuste gedeelte van den catelogus niet heeft kunnen afwerken. Het toegestane bedrag ad ƒ400 is mitsdien gebezigd ter versterking van het fonds voor onvoorziene uitgaven. Afd. 3. Art. 1. 197.133. Gewoon onderhoud van het ge méén tehuis en daaraan verbonden lokalen.' Voor dit onderhoud werd toegestaan 260. Er werd echter slechts vereischt 197.13®, zoodat disponibel is gebleven 62.863. Art. 2. 35 4,685. Voor vernieuwing cn herstelling van meubelen in bet gemeentehuis c. a. De uitgaaf voor dit art. is ƒ154.685, boven de raming gestegen, voornamelijk doordien men zich gedrongen zag tot het aanschaf fen van nieuwe gordijnen, waarop niet was gerekend en hetwelk eene uitgaaf van ƒ113 heeft gevorderd. xYrt. 3. 610.48. Schoon houden van het gemeentehuis e. a. De kosten deswege hebben de in rekening verantwoorde som bedragen. Op het toegestaan cijfer is alzoo ƒ14.52 beschikbaar gebleven. Afd. 4. Art. 1. Nihil. Dit art. is in deze gemeente niet van toepassing. Afd. 5. Art. 1. ƒ552. Zegels voor de registers van den burg. stand, en verdere stukken. Art. 2. ƒ99.25. Druk- en bindwer ken, burg. stand. De voor deze artikelen toegestane sommen zijn voldoende geweest. Art. 3. 700. Bezoldiging van den. beambte op het bureau vau den burgerl. stand. Conform de be- grooting uitbetaald. Afd. 6. Art. 1. 66.63. Voor de bijbocking van de leggers cn het bijwerken van de* plans van het kadaster en voor mate rieel, Van het daarvoor toegestane bedrag is ƒ3.37 disponibel gebleven. Afd. 7. Art. 1. ƒ22.725. Materieel voor het bevolking-regis ter. Naardien voor dit register weinig nieuw materieel benoodigd was, is van dc toegestane som ad 70, 47.27s disponibel ge bleven. Art. 2. 550. Bezoldiging van den beambte voor liet bijhouden van het bevolkings-register. Conform de bcgrooting uitbetaald. Art. 3. 832.125. Kosten vallende op het aanleg gen cn bijhouden van de wijkregisters. Te dier zake is betaald: Bezoldiging der wijkboden J 7S0, voor materieel f 20.125, kosten vallende op dc wijkmimmcring 32, zamen 832.125. Bij de begrooting werd toegestaan ƒ950. Derhalve disponibel gebleven 117.875. 41

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1866 | | pagina 16