150 GEMEEN1 ERA AD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 23 Augustus 1S66. De Vergadering, zich met het voorstel van B. en W. verceni- gende, heeft dien overeenkomstig genomen het volgend besluit: lo. Voorbehoudens de goedkeuring van Heeren Ged. Staten van Friesland te verklaren, dat de hierna sub 2 bedoelde grond niet meer ter openbare dienst bestemd zal wezen. 2o. B. en W. mede voorbehoudens goedkeuring van Ileercn Ged. Staten voor noemd, te magtigena. het door den adressant O. A3. Ring- nalda te Iluizum, ten ondcrwerpelijken requestc gedaan en bo ven breeder omschreven verzoek toe te staan en hem daarbij tevens te kennen te geven, dat de grond benoodigd om den westelijken gevel van de te verbouwen huizinge in de rooijng te kunnen plaatsen van de gevels der aan de oostzijde van de ge dempte keizersgracht gelegen huizen, hem gratis wordt afgestaan, edoch dat de grond benoodigd voor de stoep aldaar hem slechts tot wedcropzcggcns toe in gebruik wordt gegeven; b. van een en ander de vcreischte acte te doen opmaken. En zal aan dit be sluit vóór de resumtie der notulen uitvoering worden gegeven. 7o. Voorstel van B. en W.vervat in hun besluit van I Aug. 1866, no. °/104, omtrent een adres van E. R. Harkema, wonen de te Amsterdam, eigenaar van de op het Zuidvliet alhier staan de woningen gequoteerd'letter L nos. 132, 132a, 132^, 132c, en 132d, houdende verzoek dat: a. tot verbreeding van de bij die woningen behoorende bleekcn, door de gemeente aan hem in ei gendom worde afgestaan eene strook van den grond, liggende tusschen die bleeken en de daar ter plaatse nieuw gebouwde tus- schenschool op de wijze zooals zulks in de bij het adres overgelegde teekening wordt aangeduid en tegen betaling zijner zijds van zoo danige som als de Raad zal vermecnen te behoorenb. de vroe ger bestaan hebbende en massaal door de eigenaren van de nevens ge legen gronden onderhouden scheiding tusschen de meergemelde bleeken en grond nevens gedacht schoolgebouw, door de gemeente worde hersteld, hetzij volgens de vroegere rigting hetzij volgens de inrigting zooals die na den sub a. hiervoren bedoelden afstand noodig zal zijn, met aanbod zijnerzijds tot terugbetaling voor de helft der kosten welke op die herstelling zullen \alleu. De heer Rengers verklaart geene zwarigheid te maken zich met het voorstel van B. en W. te vereenigen, mits daarin nog eene voorwaarde worde opgenomen die naar zijne meening niet van belang ontbloot schijnt. Het doel van den adressant blijkt te zijn om de bestaande bleeken met den aangevraagden grond te vergrooten, doch het zou kunnen gebeuren dat hij dat doel wijzigende, later zou wcnschen over te gaan om die aldus vcr- groote bleeken te benuttigen tot stichting van nieuwe woningen. Eene zoodanige handeling acht Spr. niet wenschelijk. Het is toch blijkbaar het streven der plaatselijke overheid om daar waar dit kan plaats vinden, ruimte en luchtigheid bij arbeiders-woningen te bevorderen en hij juicht dit streven van harte toe; wanneer nu evenwel de Raad aan den adressant de vrijheid liet om later tot de bebouwing van den grond te kunnen overgaan, zou hij zeer in strijd met het aangenomen beginsel handelenuit dien hoofde stelt hij voor dat als punt litt. d. aan de voorwaarden door B. en W. voorgedragen worde toegevoegd de volgende be paling „dat de afgestane grond in geen geval zal mogen worden gebezigd om daarop cenig gebouw te stichten waardoor de thans bestaande openc ruimte worde verminderd." De heer van Sloterdijck de zienswijze van den vorigen Spr. beamende, wenseht de voorwaarde gesteld te zien dat ook de be staande bleeken niet zullen mogen worden bebouwd, zoo niet, dan blijft het toch een halven maatregel. De heer BmiïlSina zegt dat het volgens zijn adres niet in de bedoeling van den requestrant schijnt te liggen de bewuste ruim te te bebouwen, doch hij kan zich zeer goed met het stellen qener restrictieve bepaling ten aanzien van den over te dragen grond vereenigenwat evenwel het voorgestelde van den lieer van Sloterdijck betreft, moet hij opmerken dit wel wat heel kras zou wezen, als ingrijpende in de bevoegdheid en het regl, waarvan het bezit den adressant niet kan worden ontnomen. De heer Rengers geeft te kennen dat met zijn voorstel het doel genoegzaam zal kunnen worden bereikt, want, ma<r adres sant niet bouwen op den over te dragen grond, dan blijft de be staande blcckruimtc alleen overig en die is ongenoegzaam tot stichting van woningen. Nadat het voorstel van den lieer Ren gers is ondersteund, brengt de Voorzitter de conclusie van B. en W. in behandeling. De punten no. I en 2 dier conclusie wor den hierop achtereenvolgend buiten beraadslaging en stemming aangenomen, zoomede de voorwaarden sub a. en b. vermeld. De heer Rengers merkt aan dat het door hem voorgestelde het meest gevoegelijk als punt litt. c. onder dc voorwaarden eene plaats zou moeten innemen, en dat, bij aanneming daarvan het door B. en W. voorgestelde lid c, litt. d. zou worden. Hiertoe besloten zijnde, brengt de Voorzitter het voorstel van den lieer Rengers in discussie. De heer Suringar vraagt of aan de gestelde voorwaarden, bij overtreding daarvan door don adressant of zijne opvolgers, niet eene bepaalde boete moet worden verbonden De heer Rengers geeft hierop te kennen «lat bij niet opvol ging van het contract, de burgerlijke wet daar is om tegen der gelijke handelingen te ageren. De heer Suringar meent toch dat het zijn practisch nut kan hebben, en beroept zich op hetgeen meermalen in dergelijke ge vallen bij publieke veiling van onroerende goederen geschiedt. Hij laat het echter gaarne aan bevoegder oordeel. Spr. gaf het slechts in overweging. Het door den heer Rengers voorgestelde wordt alsnu een stemmig aangenomen, zoomede de voorwaarde van B. en W. sub c. nu litt. d. gelijk mede het 3e punt der conclu9sic. Tengevolge nu van een en ander is genomen het volgend bo- sluitlo. dat, behoudens goedkeuring van Ileercn Ged. Staten van Friesland, dc hierna sub 2o. te vermelden gronden niet meer ter openbare dienst bestemd zullen wezen2o. aan den adressant Eppe Roelofs Harkema, tegen betaling ecner som van twee honderd gulden, in eigendom af te staan een gedeelte van den grond bewesten het lokaal der tusschenschool op liet Zuid- vliet in de schrifturen van het kadaster bekend gemeente Leeu warden seelie G no. 963, ter grootte van 25 Q ellen, derwijze langs de oostzijde der bleeken voor de woningen letter L nos. 132, 132a, 132£, 132c, en 132«7, dat bewesten genoemd school lokaal eene ruimte blijft van 2.45 el, gerekend van af de plin ten der pilasters van dat lokaal en aan de noordzijde tot in de rigting van den noordelijken muur der woning letter L no. 132, alles zooals zulks op dc bij het request overgelegde teekening is aangewezen onder voorwaardea. dat alle kosten op deze eigen- doms ovordragt vallonde voor rekening van den kooper zijn b. dat de koopsom bij de verteckeniug van het contract, ten kantore van den gemeente-ontvanger moet betaald wordenc. dat de af gestane grond in geen geval zal mogen worden gebezigd om daar op cenig gebouw te stichten, waardoor dc thans bestaande openc ruimte wordt verminderd; d. dat requestrant binnen eene maand na de kennisgeving dezer voorwaarden zich deswege verklaart, zullendo, bij gebreke daarvan, liet er voor gehouden worden, dat hij daarin geen genoegen neemt en «lc aanbieding zal zijn ver vallen 8o. B, en W. te magtigen aan den requestrant te kennen te geven dat met betrekking tot het herstellen der ten requeste bedoelde scheiding, aan zijn verzoek zal worden voldaan, zoodia hij zich zal hebben verklaard omtrent de voorwaarden waarop hij de door hem gevraagden grond kan krijgen. 8. Voorstel van B. en W. omtrent het door Sjoerd van der Velde, eigenaar eencr huizinge, staande in het Zaailand alhier, gequoteerd letter E no. 259, ingediend adres, houdende verzoek dat aan hem van de achter die huizinge gelegen, aan de gc- GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 23 Augustus 1866. 151 meente Leeuwarden toebehoorenden grond, eene hoeveelheid worde afgestaan ter lengte van p. m. 3 ellen en ter breedte van ge melde huizinge. De Vergadering zich met gezegd voorstel verccnigende is dien overeenkomstig, behoudens de vereischte goedkeuring van Heeren Ged. Staten dezer provincie besloten; lo. te verklaren dat dc hierna sub 2o. te omschrijven grond niet meer ter openbare dienst bestemd zal wezen; 2o. aan den adressant Sjoerd van der Velde alhier, in erf en pacht uit te geven eene aan de gemeente Leeu warden toebehoorende strook grond gelegen achter de aan hem in eigendom toebehoorende huizinge in het Zaailand aldaar, ge quoteerd letter E no. 259, ter breedte dier huizinge en ter leng te van twee ellen gemeten uit den achtergevel daarvan, onder voorwaardea. dat requestrant daarvoor aan de gemeente eene jaarlijksehc erfpacht betalc van ƒ8.50; b. dat hij zijn erf van liet terrein der gemeente zal moeten scheiden door eencn muur of eene schutting, Avaarvati de rooijng door of namens B. en W. zal gegeven worden en welke scheiding, niet verder dan 16,00 cl van den i'oorkant van den voorgevel van des requestrants huis mag geplaatst wordenc. dat, indien requestrant in die te maken muur of schutting, lichtscheppingen of deuren mogt willen ma ken, deze tot opzegging geplaatst en op de eerste vordering van het Gemeentebestuur Avcggenomen moeten worden; d. dat van dit een en ander eene acte op kosten van den requestrant zal wor den opgemaakt; e. «lat wanneer requestrant niet binnen eene maand verklaart dat hij dc bedoelde grond op de daarbij gestel de voorwaarden aanneemt, «leze beschikking zal zijn vervallen. 9. Voorstel van B. en W. vervat in hun besluit van den 11 Aug. jl. no. n/,r., omtrent het door H. Wolda en M. van der Zee, schippers in liet veer tusschen Leeuwarden eu Garijp vice versa, aan den Raad ingediend adres, houdende verzoek, dat aan hen concessie worde verleend, om in dat veer nog eene wekclijksche beurt te mogen aanleggen in dezer voege, dat de afvaart zal ge schieden, gedurende de maanden Maart tot en met October op Dingsdag van elke week, van Garijp des morgens ten 5 uur en van LccuAvarden des namiddags te 2 uur, gedurende de maan den November tot en en met Februarij van Garijp op Maandag 's middags te 12 uur, van Leeuwarden op Dingsdag insgelijks 's middags te 12 uur. Bij welk voorstel wordt voorgesteld te besluitenlo. B. en W. te magtigen, om gezamenlijk met het Collegie van dagelijkseh bestuur der gemeente Tietjerksteradeel, bij heeren Ged. Staten de vcreischte magtiging aau te vragen, dat door de Raden der ge meenten Leeuwarden en Tietjerksteradeel gemeenschappelijk in dc bestaande verordening op hot beurtveer tusschen Leeuwarden en Garijp eene wijziging worde aangebragt, ivaardoor aan het door de adressanten ten ondcrwerpelijken requestc gedaan ver zoek zal worden voldaan2o. B. en W. verder uittenoodigen om, na ontvangst dier magtiging aan den Raad de noodige voorstel len tot wijziging der sub 1 hiervoren bedoelde verordening in den aldaar aangegeven zin te doen. Dc Vergadering zich met dit voorgestelde vereenigende, heeft dien overeenstemmig besloten. 10. Voorstel van B. en W. vervat in hun besluit van den 10 Augustus 1866 no. V30, aangaande het door Lambcrtus Ek- kelboora alhier ingediend adres, houdende om daarvoor bijge- bragte redenen verzoek, om aan hem eene tijdelijke gratificatie toetckennen, wegens het verlies zijner betrekking als geagreëerd klerk ten kantore van den gemeente-ontvanger, ter oorzake van dc afschaffing der gemeentelijke accijnsen. Dc Vergadering zich met liet voorstel van B, en W. vereeni gende, is buiten beraadslaging en stemming dienovereenkomstij besloten: Aan deu adressant te kennen te geven, dat de Raad geene termen heeft gevonden aan het gedaan verzoek, om in het genot eencr tijdelijke gratificatie to worden gesteld te voldoen en dat verzoek mitsdien wijst van de hand. 11. Voorstel van B. en W. vervat in hun besluit van den 4 Aug. jl. no. omtrent het door 1\ de Waal cum soc, aanne mers van de in 1865 uitgevoerde werken der demping van de gracht op dc Nicmveburen tusschen dc Munnekcmuuistraat en de Dubbelepijp alhier, houdende verzoek, om restitutie der door hen betaalde boete voor dc te late oplevering der voormelde Averken. Dc Vergadering zich met het ten dezen aanzien door B. en W. voorgestelde verccnigende, is buiten beraadslaging en stemming dienovereenkomstig beslotenAan de adressanten voornoemd te kennen te geven, dat de Raad geeuc termen heeft gevonden, om liet door hen ten ondcrwerpelijken requestc gedaan verzoek in te ivilligen en het mitsdien wijst van de hand. 12. Voorstel van B. en W. vervat in hun besluit van den 11 Aug. jl. no. «y.oo, nopens het door deze Vergadering bij besluit van 26 July 11. ten fine van bcrigt en raad in hunne handen gestehl adres van Albert Jans Kuipers, pachter van de opkomsten van het tolhek op den kunstweg van de Bontekoc naar Hijum, te Stiens, houdende verzoek, dat aan hem over 1866 eene be hoorlijke schadeloosstelling zal worden toegestaan wegens het verlies van tol-opkomsten, ter oorzake van het dezen jarc niet houden der voornaamste kermissen iu deze provincie. De Vergadering zich met de zienswijze van het Collegie van dagelijkseh bestuur vereenigende, is builen beraadslaging en stem ming overeenkomstig hun voorstel besloten: Aan den adressant te kennen te geven, dat de Raad geene termen heeft gevonden, het door hem gedaan verzoek iu te willigen eu dat verzoek mitsdien wijst van de hand. 13. Voorstel van «1e Commissie voor het ontwerpen van ver ordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd, tot wijziging der verordening van politic op het leggen der schepen cn op «1c scheepvaart in dc gemeente Leeuwarden. De heer Bloembergen zegt bij de opengestelde algemcene be schouwingen over het ondcrwerpelijk voorstel tot ivijziging, het ivoord te hebben gevraagd, niet zoo zeer om zich tegen het be ginsel tot beperking van dc vrijheid aan zoogenaamde woonsche pen gegeven te verklaren, Avant die beperking acht .Spr. allezins Avenschelijk, alswel omdat hij zich niet kan vereenigen met een zoo absoluut verbod dienaangaande als in het voorstel is voor gedragen. Spr. heeft bovendien eene andere bedenking, en deze is, dat dc zaak op de door de commissie voorgestelde ivijze niet ten volle eu naar vcreisch zal zijn geregeld; wanneer toch de artt. 1720 worden buiten Averking gesteld en een nieuiv art. 17 daarvoor in de plaats treedt, dan blijven bepalingen als ivelke voorkomen in art 5c en art. 8 van kracht, Avanneer ook niet Avordt besloten die te roijéren of te wijzigen, wat toch naar aan leiding van art 17 nieuiv, ivel zal behoeven. Wijders is laatst gemeld art. wanneer dit mogt worden aangenomen, niet op zijne plaats, want dan zal het, uitmakende dc éénige bepaling van 3, niet met de omschrijving van die overeenkomen, maar eene voegzamer plaats moeten bekomen b. v. ouder hoof.lst II, art. 4 ah 2e alinea. Nog heeft hij in hoofdzaak eene bedenking waarvan hij moet gewagen, alvorens hij ter zake een voorstel heeft voor te dragen wanneer namelijk zijne bedenkingen niet door de Commissie mog- ten Avorden opgelost. Die bedenking is deze: art. 17 zoo als 't nu is gesteld, behelst geen verbod tegen de schippers die ko men, maar ivol tegen het bestuur om de vergunning tot ligplaats te verstrekken; zal men de overtredingen van dat verbod naar behooren constateren, dan dient het zich ook lot de schippers uittestrekken, daarom wenseht hij aan de Commissie in overweging te geven om de gchcele verordening te wijzigen, Avelkc algc- heelc wijziging naar Spr. oordeel ivezcntlijk noodu endig is tc ach ten. Spr. Avijst daartoe op de verandering in de nummering der artikelen, waardoor ook in art. 48a behalve het roijéren der artt. 19 en 20 verandering moet ivorden aangebragt, Avat ook het gc- Hi

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1866 | | pagina 22