<i EMiPlNTEIt A AD TE LEEUWARDEN, Zitting van Donderdag 25 October 1866. besloten ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van don dag, aangezien het van geene onderteckening is voorzien. 17. Is gelezen een adres van B. Iloogeveen en K. de ltuiter doodgravers op de algemeene Begraafplaats alhier, daarbij verzoe kende, om eenigc verhooging van bezoldiging te mogen erlangen. In handen van B. en W. ten fine van berigt en raad. 18. De Voorzitter doet mededeeling van de volgende voor den Raad ingekomen stukken als: a. een besluit van hh. Ged. Staten van 10 Oct. jl. no. 1 (opgenomen in het prov. blad no. 162 van dit jaar) houdende mededeeling van de door den Koning goedgekeurde nadere voorschriften betreffende de inrigting der plaatselijke begrootingen; b. gelijk besluit van den 22 Oct. d. a. no. 25 (prov. blad no. 169) betrekkelijk het niet aanbrengen der kosten van abonnement van het provinciaal blad op de ge- meente-begrooticgen c. cenc resolutie van dat Collegie, dd. 9 Oct. jl. no. 3, bevattande goedkeuring van het Raadsbesluit van 6 Oct. bevorens, tot overdragt in oi.dcrhandsche huur var, een gedeelte der ITarlingerstal aan de lieeren J. Reerink Dz. en II. Adrianid. eene resolutie van gemeld Collegie van 16 Oct. jl. no. 15, houdende ontvangst en berigt van het afschrift van 's Raads verordening dd. 11 Oct. bevorens, houdende herziening cn geldig verklaring van de verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd; e. een schrijven van G. Ris, berigtende de aanneming der betrekking van hulponderwijzer op eene der lagere scholen alhier, waartoe hij op 11 Oct. jl. is benoemdeen sohrjjvcn van den heer E. Wijbrandi alhier, bevattende mededee ling, dat hij de betrekking van armvoogd, waartoe hij onlangs is benoemd, wederom aanneemt; g. een schrijven van 8. K. van der Velde alhier, waarbij hij mededeelt, aan te nemen de voor waarden, verbonden aan de overdragt ten zijnen behoeve van «enigen grond der gemeente. Welke mededeclingen voor notifi catie zijn aangenomen. 19. De Voorzitter doet voorts mededeeling: •cl. dat bij opening van de ingekomen billctten van inschrijving voor de 3e Serie der goldleening groot ƒ117,000 is gebleken, dat Is ingeschreven tegen den koers van 100 pCt. voor 1000; 98% pCt. voor ƒ4000; 98 pCt. voor ƒ25,000; 98 pCt. voor 89,000; 98 pCt. voor 1500; 97% pCt. voor ƒ4000 97% pCt. voor ƒ17,000; 97% pCt. vooi^l0,000; 97 pCt. voorƒ3500; 95 pCt ƒ20,000; ■dat voorts zijn aangenomen de inschrijvingen van ƒ1000 a 100 pCt,; 4000 a 98% pCt.; 11,500 a 98 pCt.; ƒ39,000 ia 98 pCt. en J 1500 a 98 pet 's, dat hij de, op den 20 Oct. 1866 gehoudene verpachting van ■de opkomsten van de Irnsumerzijl onder Friens cn bijbehoorende Brug, is pachter geworden Jan Kcikes, agent van politie te IJlsl, voor een jaarlijkschen pachtprijs van 3505.84; die tot borgen heeft gesteld W. Keikes, hoofdonderwijzer te lJsbrechtum en 8. Ferwerda, genees-, heel- en verloskundige te IJlst. Aan genomen voor notificatie. 20. Is ter tafel gebwigt en gelezen een zoo even ontvangen adres van eenige bewoners der buurt Oldegalileün, waarbij nader wordt aangedrongen op de herstelling van de, door amotic van de Verwersbrug verbrokene gemeenschap van die buurt met de stad. Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 21. Bij monde van den heer Suringar wordt namens de be trokken Kaads-commissie, rapport uitgebragt nopens het onder zoek van de begrooting van het Nieuwe Stads Weeshuis alhier, voor 1867. Ter visie, om later behandeld te worden. 22. Bij monde van den lieer Attema wordt namens de veror- denings-eommissie uitgebragt haar nader rapport, opzigtens het voorstel tot wijziging der verordening van politie op het leggen <ler schepen en op de scheepvaart in de gemeente Leeuwarden. Luidende dit rapport als volgt Gelijk Uwe Vergadering bekend iswerd door ons in des Raads zitting van den 26 Julij jl. ingediend een rapport en voorstel tot wijziging der verordeuing van politie op liet liggen der schepen en op de scheepvaart in deze gemeente. Dat voorstel maakte den 23 Augustus daarenvolgcndc liet onderwerp Uwer beraadslagingen uit. Zoowel tegen de hoofdstrekking, om nl. voortaan het liggen van woonschepen in de wateren der gemeente te verbieden, als tegen den vorm, waarin het voorstel was vervat, werden beden kingen geopperd. 't Gevolg daarvan was, dat de door ons gedane voordragt, zoo als ze was liggende, ten fine van nader onderzoek en voorstel door ons werd teruggenomen. Intusschen had Uwe Vergadering in beginsel beslist, dat er tegen dc bedoelde woonschepen verbodsbepalingen in 't leven zul len worden geroepen, niet in den zin van beperkende bepalingen gelijk uit de discussien duidelijk bleek, maar in dienzclfden zin, als het door de ondergeteekende commissie werd en nog wordt gcwenscht, te weten in den zin van een strikt verbod. Met dat precedent voor zich, had de Commissie voor het ont werpen der strafverordeningen eigenlijk slechts te onderzoeken, of haar primitief voorstel, wat den vorm betreft, ook wijziging zou behooren te ondergaan. Niettemin heeft ze nogmaals, lettende op de in den boezem van den Raad geopperde bedenkingen tegen het verbodgelijk dat door haar werd vooropgezet, dat hoofdpunt overwogen. Ze is geheel gebleven bij de eenmaal door haar uitgesproken overtuiging, dat in dezen alleen een strikt verbod kan leiden tot opheffing der bezwaren, waarover te regt wordt geklaagd. De ondergeteekende Commissie neemt mitsdien de vrijheid, omtrent genoemde hoofdstrekking van haar voorstel te verwijzen tot haar rapport, uitgebragt in Uwe Vergadering van den 26 Julij jl. onder de stukken voorhanden, terwijl zij de eer heeft, thans aan U de hiernavolgende wijzigingen voor te stellen in dc verordening van politie op het liggen der schepen en op dc scheepvaart in deze gemeente: lo. in art. 5 te roijerenlittera c. en het onder die littcra vermelde, met dat gevolg, dat littera d wordt littcra c; 2o. te roijeren artikel 8; 3o. in het tweede lid van art 9, in plaats van de woorden „dc eigenaars, gezagvoerders of bewonerste lezen „de eigenaars of gezagvoerders" 4o. te roijeren dc geheelc paragraaf 3 van hoofdstuk III met het opschrift; 5o. achter art. 43 in te lasschen een nieuw art. 43a van den volgenden inhoud Het is verboden, in de wateren der gemeente te liggcm ract een schip of vaartuig van welken aard ook, dat niet zoo zeer wordt gebruikt voor de eigenlijke vaart, als wel enkel en alleen of voornamelijk dient tot woning, tot magazijn van waren of om daarin eenige nering of bedrijf uit te oefenen. De vergunning en aanwijzing van ligplaats aan eigenaars of bewoners van dusdanige schepen of vaartuigen, vroeger verstrekt, worden ingetrokken cn met den 12 Mei 1867 buiten werking werking gesteld 6o. in art. 48 sub a te roijeren de cijfers 17, 19 en 20 en daaraan toe te voegen „43a." Aldus gerapporteerd in de Raadsvergadering van den 25 Oc tober 1866. De Commissie tot het ontwerpen der strafverordeningen (Get.) DIRK ZEPER. E. ATTEMA, rapporteur. E. JONGSMA. C. WIEllSMA. A. DUPARC. Ter visie als voren. Dc Voorzitter sluit hierop dc vergadering. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Rapport der Commissie van Rapporteurs. nti'i'oiiT der COMMISSIE van" RAPPOR TEURS benoemd door de Sectiën van den Gemeenteraad voor de Begrooting der Inkom sten en Uitgaven der gemeente Leeuwarden, voor bet dienstjaar 1867. Uithoofde de algemeene beschouwingen over de Begrootiug in de Sectiën tot geene voorstellen hebben geleid, oordeelen wij al dadelijk tot de behandeling van de onderdeden te kunnen overgaan. De volgende op- en aanmerkingen zijn daarbij gemaakt. U I T a A V K x. Hoofdst. I, Afd. I, Art. 2. Jaarwedde van de drie Wet houders. In de 2e sectie werd liet wcnschelijke besproken om het woord drie te doen vervallen, ten einde de 1500, aan de Methouders in eens toe te kennen, zoodat bij kortere of langere vacature de geheele som of ten minste het deel voor het bijwonen der ver gaderingen van B. en W. aan de fungeerendeu bekeerde. Men had hier op het oog, zoowel de langdurige vacature in 1865 als dat dc beslissing over dc noodzakelijkheid van een tijdelijk Wet houder bij den Raad berust. Dewijl echter bij het besluit van Ged. Staten van 18 Jan. 1855 no. 1 het tractemcnt voor ieder Wethouder op 500 is vastgesteldmeent uwe Commissie van Rapporteurs, dat de weglating van het woord drie, gccncrlei effect zal te weeg brengen. Als voren, Art. 4. Jaarwedde van den Gemeente-Ontvanger. Uithoofde de instructie voor den Gemeente-Ontvanger weldra zal worden herzienwerd liet in twee der sectiën dienstig geacht, om de werkzaamheden aan het opmaken van dc kohieren voor de plaatselijke directe belasting cn van de belasting op de honden, zooveel mogelijk op te dragen aan den Gemeente-Ont vanger, even als ook bij het Rijk de kohieren der personele belasting door de Ontvangers worden opgemaakt. Door het af schaffen van de plaatselijke accijnsen zijn velerlei werkzaamheden van den Ontvanger vervallen; dc jaarwedde is gelijk gelaten, zoo dat in billijkheid hem de bedoelde arbeid kon de worden opge dragen, waardoor de werkzaamheden ter Secretarie zouden vermin deren en daardoor de bezoldiging voor buitengewone klerken en schrijfloonen (Hoofdst. II, Afd. 2, Art. 1,) konden verminderen. De Commissie van Rapporteurs deelt eenparig deze zienswijze. Hoofdst. I, Afd. II, Art., l. Presentiegeld van de leden van den Raad. In de le en 2e sectie is besloten dezen post te roijeren, waar mede de Commissie van Rapporteurs zich eenparig vercenigt. De gronden hiervoor zijn dezelfde als in liet vorige jaar door de toenmalige Commissie van Rapporteurs breedvoerig zijn uiteen gezet. Uwe Commissie stelt mitsdien voor, art. 1 te roijeren en in verband daarmede aan art. 3 van Afd. X, Hoofdst. II, Uitgaven ten behoeve van onderscheidene Commission en de sectie-vergaderin gen, toe te voegen de woorden, „Raadsvergaderingen" en dat art. uit te trekken voor 500. Hoofdst. II, Afd. Vil, Art. 3b. Bezoldiging van de Wijk boden. In de 2c sectie werd de meening uitgesproken, dat de regeling van het getal cn de bezoldiging der wijkboden, te wcnschen over liet. Indien het getal werd verminderd, de bezoldiging werd verhoogd en de keuze zich zooveel mogelijk bepaalde tot personen die lust cn tijd voor de werkzaamheden hadden, zoude beter het doel worden bereikt. De Commissie van Rapporteurs beveelt gaarne deze opmerking in de aandacht van het Collegie van dagelijksch bestuur aan. Bijvoegsel tot de Provinciale Eriesciie Courant. Hoofdst. II, Afd. IX, Art. 2. Voor abonnement op het provinciaal blad en het register daarop. Bij besluit van de Staten van Friesland van 18 Julij 1866, no. 4 is bepaald, dat bet provinciaal blad aan de Gemeentebesturen in de provincie kosteloos zal worden afgestaan, zoodat op de ge- xneontebcgrooting deze post ad 12 kan vervallen, gelijk de Com missie van Rapporteurs bij dezen voorstelt. Als voren, Art. 6. Wegens schrpoonen voor het bijhonden der boeken en registers op het bureau van den Gemeente- Architect. De vraag is in eene der sectiën gedaan of de schrijfloonen hier bedoeld, tot zulk een hoog bedrag worden gevorderd. Men meende dat ze konden worden verlaagd ook met het oog op dc aanzienlijke traktementsverhooging die de Architect heeft bekomen. Men zoude daarover en omtrent den omvang der werkzaamheden die deze uitgaaf noodig maken, wel inlichtingen van liet dage lijksch bestuur willen hebben, met welk verlangen do Commissie van Rapporteurs zich vercenigt. Hoofdst. UI, Afd. I, Art. l. Leuningen, sluitboomen, palen, enz. Ofschoon niet opzettelijk in dc sectiën behandeld, meende de Commissie van Rapporteurs in de aandacht van B. cn W. te mogen aanbevelen, cd' het op sommige plaatsen niet doelmatig zoude zijn, meer of grootcrc leuningen aan te brengen, met name door verlenging van dc leuningen der Korfraakerspijp naar de zijde van dc Brol. Hoofdst. ILI, Afd. I, Art. 1. Straten, pleinen en kaden. Tc dezer zake zijn 2 punten voornamelijk ter sprake gekomen in dc section. Vooreerst werd geoordeeld dat de bestrating met de zoogenaamde „quenastkeisteenen" van de voormalige Hoek- sterpoort naar de St. Jacobstraat, door de ervaring bevonden werd, voor paarden zeer ondoelmatig te wezen, en dat diverse ongelukken reeds hadden plaatsgevonden, voornamelijk bij de pijpen cu hoeken, waarvan liet gevaar allengs grooter wordt doordien de steenen door liet gebruik glad worden. Men acht het doel matig, daarin allengs verandering te brengen. De steenen kon den gebruikt worden bij het maken der straten waar klinkert- paden in het midden, balstecnen ter zijde zijn. Ten tweeden scheen de verbetering van den waterafvoer op den bestralen rijd- weg aan de Noorderkade, hoogst noodig, dewijl er volstrekt geen goot of riool bestaat, en de vuilnis steeds op de straat wordt ter neder geworpen. In verband hiermede, achtte men het noo dig, dat het plein voor de kavalleriestal eerlang werd bepuind of bestraat. Dc Commissie van Rapporteurs beveelt ook gaarne dit onderwerp in de aandacht van het Collegie van dagelijksch bestuur aan. Hoofdst. Ill, Afd. I, Art. 1/ Kolken en riolen. In eene der sectien is uitvoerig gehandeld over het nuttige zoo wel uit een hygiënisch- als financieel oogpunt, om verbetering aan te brengen in de wijze van opzameling, afvoer en behande ling der meststoffen en het straatvuilnis in deze gemeente. Men achtte het dienstig eene speciale Commissie van deskundigen tot onderzoek in te stellen, die hoofdzakelijk de vragen zal te be handelen hebben, welke de gebreken zijn van de thans gevolgde wijze van opruiming en verwijdering der faecale stoffen, welk systeem van afvoer en opzameling dier stoffen met het oog op de locale omstandigheden en de fmancieele krachten der gemeente het meest doeltreffend zijn, welke verbeteringen in dc thans be staande middelen van afvoer zouden zijn aan te brengen en of bij een veranderd systeem van opzameling dier stoffen, meerdere financiële voordeelen voor de gemeente konden worden verwacht, dan het tlians gevolgde afwerpt. De Commissie van Rapporteurs vereenigt zich met deze be schouwingen en zal naar aanleiding hiervan nader bij Hoofdst. VII, Afd. VII, Art. 1 voorstellen voorloopig een som van 500 voor de kosten van zoodanige Commissie uittctrekkcn. 56

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1866 | | pagina 44