210 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 8 Nov. 1866. durende dc overige maanden op dingsdag des middags te 12 uur en het geheele jaar door op vrijdag des namiddags te 1 uur; 2o. B. en W. te magtigen om, nadat door den Raad der gemeente Tictjerks eradeel tot gelijke wijziging besloten en daarop de goed keuring van Heeren Ged. Staten van Friesland ontvangen zal zijn, aan de adressanten H. Wolda en M. v. d. Zee van het sub 10. genomen besluit mededeeling te doen, ais beschikking op hun onderwerpelijk verzoekschrift. 8. Aan de orde is de behandeling van het nader voorstel der verordenings-coramissie tot wijziging van de verordening van politic op het liggen der schepen en op de scheepvaart in de gemeente Leeuwarden, uitgebragt ter vergadering van den 25 October jl. De heer Jongsma, in aanmerking nemende de afwezigheid van den heer Attema, rapporteur in dezen, geeft zijnen medeleden in de Commissie in overweging om aan den Raad de aanhou ding dezer zaak voor te stellen. Dc Voorzitter stelt de aanhouding dezer zaak aan de verga dering voor, na het eenstemmig oordeel daaromtrent van de ver- ordenings-comroissie. De heer Bruinsma zal zich niet tegen de verdaging der be handeling verzetten, maar vreest dat daardoor te kort zal wor den gedaan aan den termijn benoodigd voor de verpachting van de kaai- en walgelden, welke met 1 Jan. e. k. zal ingaan, en waarvan de conditiën wijziging zullen moeten ondergaan voor het geval overeenkomstig het thans aan de orde zijnd nader voorstel mogt worden besloten. De Voorzitter stelt zeer op prijs de door den heer Bruinsma gemaakte observantiede wijziging der verordening zal aan die van de pachtvoorwaarden moeten voorafgaan en dan vreest ook Spr. dat de gevorderde termijn voor de verpachting te beperkt zal worden. Indien de Raad kon goedvinden B. en W. te mag tigen om met de gaardering, die overigens naar genoegen wordt uitgevoerd, te continueren, tot tijd en wijle deze zaak haar be slag zal hebben verkregen, dan ware de zwarigheid voor het ver dagen der behandeling opgelost; dc Raad beslisse evenwel. De heer Wiersma. Nu de Commissie eenstemmig tot ver daging heeft geadviseerd, zal de verlenging van den gestelden termijn binnen welken met de verpachting zal moeten worden aangevangen, daarvan een noodzakelijk gevolg moeten zijn. De heer Plantenga had het voornemen hetzelfde te kennen te gevenzijns oordeels was de termijn om met 1 Jan. e. k. ge reed te zijn toch reeds wat al te beperkt. De Voorzitter stelt alsnu voor om de behandeling van het nader rapport der verordenings-coramissie tot nader aan te hou den, in afwachting van een nader voorstel van B. en W. om trent de termijn waarop met de verpachting der kaai- en wal gelden zal worden aangevangen. Hiertoe wordt buiten omvraag besloten. 9. Overgaande tot de benoeming van een lid der Commissie van administratie der Stads Bank van Leening te Leeuwarden, ter voorziening in de vacature die met het einde dezes jaars in die Commissie zal ontstaan door de periodieke aftreding des heeren R. F. Kutseli Lojenga; ten welken einde door gezegde Commissie zijn aanbevolen de heeren11. F. Kutsch Lojenga en 11. Kuipers, en door B. en W. vermeerderd met het volgend tweetal, de heeren J. van Leeuwen en F. Plantenga, is uit de gehouden stemming gebleken, dat de heer R. F. Kutsch Lo jenga, met algemecne stemmen tot de vervulling der gemelde be trekking is herbenoemd. 10. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en W.vervat in hun besluit van den 3 Nov. jl. no. 1 de strek king hebbende te besluitenin beginsel aan te nemen dat de verordening van politie op het trekveer tusschen Leeuwarden en Dockum nader zal worden gewijzigd invoege als door de geza menlijke schippers in dat veer bij hun betrekkelijk adres is ver zocht, en B. en VV. tc magtigen om in vcreeniging met hunne ainbtgenooten in de gemeente Dockum van heeren Ged. Staten raagtiging aan te vragen tot gemeenschappelijke regeling dier aangelegenheid en hen uit te noodigen, na het bekomen van die raa!?tiging ecn bepaald voorstel tot wijziging der gemelde veror dening aan den Raad te doen. Ter visie om in ecue volgende vergadering af te doen. 11. Zijn ter tafel gebragt en gelezen: a' pCI1 voorstel van B. en W. vervat in hun besluit van 5 Nov. jl. no. '/30, opzigtens een adres van den heer Jentje \V ij - brandi Hz. koopman alhier, houdende verzoek om vergunning tot het bergen van 50 vaten petroleum, ieder inhoudende 150 a 160 kan, in den Harlingerstal, tegen een te bepalen huurprijs. b. een voorstel van gezegd Collegie, vervat in hun besluit van den 7 Nov. d.a.v. no. 30, betrekkelijk een adres van den heer J. S. v. d. Goot koopman alhier tot berging van 50 of 100 va ten petroleum van gelijken inhoud. Nadat op voorstel van den oorzitter tot de onmiddellijke afdoening dezer voorstellen was besloten, zijn dienovereenkomstig genomen de volgende besluiten: B. en W. voorbehoudens goedkeuring van Hoeren Ged. Staten van friesland te magtigen: lo. aan den heer Jentje YVijbrandi Hz. koopman alhieren 2o. aan den heer Jan Sijnes v. d. Goot, koopman mede alhier woonachtig, met den 15 Nov. aanstaande tot den 12 Nov. 1867, tegen betaling van een huurprijs, gere kend naar J 25 in het jaar, onderhands in huur af te staan een gedeelte van den zoogenaamden Harlingerstal, staande aan den stads buitencingel tusschen de voormalige Vrouwenpoort en hot vroeger Verlaat alhier, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie D no. 262, gekwoteerd letter P no. 38, ter grootte van 1J e^en onder dc algemeene en de volgende bijzondere voor waarden. a. dat de huurders boven den huurprijs elk een veertiende gedeelte betalen van de kosten van verzekering van het geheele gebouw tegen brandschade. b. dat do huurders de kosten op de overeenkomst van huur en verhuur vallende voor hunne rekening nemen. 12. Zijn ter tafel gebragt en gelezen: lo. eene missive van den heer commissaris des konings in dit gewest, dd 22 October jl. 4»e afd. no. 335, houdende toezending in afdruk van; 2o. eene circulaire van den heer commissaris des konings in Drenthe van den 18 Oct. bevorens no. 3107, betrekkelijk de omstandig heid dat in de gemeente Gasselte, drie personen, dio alle ge welkt hadden bij t ontschepen van Groninger straatvuilnis, kort daarna door de cholera zijn aangetast. De "Voorzitter stelt voor de sub lo. vermelde circulaire van den heer commissaris des ko nings in friesland, aan te nemen voor notificatie; lo. omdat, voor zoover bekend, in deze gemeente geen straatvuilnis of mest uit Groningen wordt aangevoerden 2o. dat geen der werklieden die ia deze gemeente met de verwijdering van de meststof uit do huizen, ook uit die waarin zich choleralijders bevonden, of met de verwerking daarvan op de algemeene verzamelplaats waren belast, door de cholera is aangetast geworden en ook overigens in deze gemeente niets is voorgevallen wat tot bevestiging zou kunnen strekken van het in bovenaangehaalde circulaire uitge drukt vermoeden, dat verband moet worden aangenomen tusschen het lossen der bedoelde stollen en het ontstaan der cholera, waartoe wordt besloten. 13. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van K. Djur- rema, koopman wonende op het Zuidvliet alhier, het verzoek be vattende om de hem verstrekte vergunning tot berging van pe troleum, tc wijzigen en hem toe te staan te bergen in zijn pak huis staande achter zijn woonhuis lett. L no. 79, eene hoeveel heid van hoogstens 5 vaten en in het pakhuisje in de Ketel- steeg eene hoeveelheid van hoogstens 20 vaten petroleum van GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 8 Nov. 1866. 211 150 kan. Is besloten, dit adres ten fine van beschikking tc stellen in handen van B. en W. 11. Is gelezen een adres van Geertje Jans v. d. Meulen, we duwe Klaas Wouters Veldman, gaardersche der tollen op Irnsu- merzijl, tot 12 Nov. e. k. het verzoek behelzende om ter harer tegemoetkoming eene gratificatie aan haar te verlecnen. In han den van B. en W. ten fine van bcrigt en raad. 15. Zijn ter tafel gebragt de volgende voordragten en aanbe velingen, als: a. van dc plaatselijke schoolcommissie ter voorziening in dc periodieke aftreding var. de heeren K. Tigler Wijbrandi en W. Hoevenaar, die hun verlangen tc kennen gaven niet weder voor eene herbenoeming in aanmerking te komen. Aanbevolen zijn voor de vacature van den heer K. Tigler Wij brandi, de hoeren: rar. E. Jongsma, II. W. Hubcr en dr. P. H. Astnan, voor die van den heer W. Hoevenaar, de heeren P. T. Plantenga, mr. J. L. van Sloterdijok en G. Mcnalda. Ter visie, om in eene volgende vergadering tot de benoeming over tc gaan. b. van de voogden der Stads Armekamcr, ter voorziening in de vacatures zullende ontstaan door de gewone aftreding van dc heeren mr. Johannes v. d. Veen en A. O. dc Haan. Aanbevolen zijn voor de eerste vacature, de heeren: P. II. v. d. Meulen, G. Menalda en II. Albania Sz. Voor de tweede vacature de hee ren mr. C. W. A. Buma, F. Plantenga en C. Noë Lz. Ter visie, als voren. c. Van de voogden en voogdessen van het Nieuwe Stads Wees huis, ter voorziening in de vacatures, openvallende door de gewone aftreding van den heer mr. E. de Wendt als voogd en van mevr. v. d. Veenvan Dclden als voogdes. Aanbevolen zijn voor de vacature van voogd de hh. mr. E. dc Wendt, jhr. mr. C. J. Speelman en mr. Hor. Albarda, en voor de betrekking van voogdes, dc dames mevr. v. d. Veenvan Delden, mevr. dewed. Bcucker Andrcae-Bolman en mevr. de wed. LadeniusHavcr- schmidt. Ter visie als voren. d. Van de commissie van bestuur over het Stads Ziekenhuis, ter voorziening in de vacature welke zal ontstaan door de perio dieke aftreding van den heer O. Plantenga, lid der commissie. Aanbevolen zijn de hh. O. Plantenga en R. Reijnders. Welke aanbeveling ingevolge art. 2 van het reglement op het bestuur van het Stads Ziekenhuis, door B. en VV. is vermeerderd met de hh. Mr. A. Bloembergen en C. Noë Lz. e. Van dc commissie van toezigt over het Stads Werkhuis alhier, ter voorziening in de vacatures in die commissie welke met 1 Jan. c. k. zullen ontstaan door de periodieke aftreding van de hh. R. F. Kutsch Lojenga en P. T. Plantenga. Aanbe volen zijn voor de le vacature de hh. F. F. Tönjes en B. T. Plantenga, en voor dc 2e vacature de hh. C. Tigler Wijbrandi en A. T. Haagsma, welke aanbeveling, ingevolge art. 5 van het reglement op het bestuur van de gemelde inrigting, door B. en W. is vermeerderd met dc volgende dubbeltallen, als voor de le vacature met de heeren J. Romein Jr. en R. W'. II. Suringar, en vor de 2e vacature met de hh. II. Ter Horst en II. H. Menalda. Ter visie als voren. 16. Zijn gelezen: a. een schrijven van de voogden der stads Armekamer alhier, dd. 30 Oct, jl. no. 5951a, houdende onder terugzending van de betrekkelijke requesten, êcne aanbeveling voor de vervulling der met 1 Januarij e. k. tc vaceren betrekking van secretaris-boekhouder bij die voogdij, op welke Aanbeveling zijn geplaatst de hh. mr. Dirk v. d. Veen, advokaal, en Johannes Swarts, boekhandelaar beide alhier woonachtigb. eene missive van gemelde voogden, zonder dagteckening, waarbij aan den Raad de mededeeling wordt gedaan, dat (ie tegenwoordige secretaris- boekhouder, de heer R. Attema, te kennen heeft gegeven, vervol gens niet meer voor die betrekking in aanmerking te vvenschcn te komen. Dc Voorzitter deelt hierop aan de vergadering mede, dat het laatstgemeld schrijven eerst gisteren bij hem ontvangen is en B. en W. uit dien hoofde tot dus ver niet in de gelegenheid zijn gesteld, om die aanbeveling met het vercischt dubbeltal den Raad aan te bieden, waarom hij voorstelt tc besluiten, de beide voormelde missives te dien einde in handen van dat Collegie te stellen. Dienovereenkomstig is besloten. 17. De Voorzitter brengt ter tafel een adres van ccnige bewo ners van het Vliet en wel meer bepaald van het verst afgelegen gedeelte dier buurt gewoonlijk het Slot genaamd en in de nabij heid der Poppebrug, behelzende, onder aanvoering van de daartoe leidende redenen, het. verzoek, dat nog op de begrooting voor 1867 de noodige som worde uitgetrokken om de adressanten te stellen a in het genot van een goeden weg naar de stad en b van eene voldoende verlichting door middel van gas-lantaarns. Dc Voorzitter merkt voorts ten aanzien van dit adres op, dat de in dezen belanghebbenden zich reeds voor eenigen tijd hebben geadresseerd tot het verkrijgen van de bewuste verbetering, dat het bij onderzoek naar den bcwusten toestand, dan ook aan het Collegie van Dagclijksch Bestuur is gebleken, dat die plaintc gegrond en verbetering van den weg noodzakelijk is, dat evenwel die zaak tevens is gebleken raoeijelijk oplosbaar te zijn bij het bestaan van bleken voor sommige der betrokken panden gele gen en de daarop vermeende regten van particulieren aard. Tot het doen opheffen dier bezwaren, heeft Spr. als burgemeester de daarop regthebbendeu ook reeds voor zich doen komen, welke comparitie echter niet tot de gewenschte uitkomst heeft geleid. Zal men intussohen ten deze eene radicale verbetering kunnen aanbrengen, dan diende men aan den weg van dit gedeelte van het Vliet dezelfde rigting te geven als aan die van het Vliet naar den stads kant. Een nader onderzoek heeft evenwel dc kans tot schikking met de eigenaren doen verlevendigen, zoodat Spr. zich voorstelt binnen kort, aan het Collegie van B. en W., een voorstel dienaangaande, althans tot het aanbrengen eener tijde lijke verbetering, te doen. Indien het enkel betrof het verbete ren der bestrating, dan ware die welligt reeds tot stand geko men en geëffectueerd uit de kosten voor het onderhoud der be strating, doch het is wensehelijk, dat het een met het ander te gelijk in orde worde gebragt. Van oordeel zijnde, dat de Raad binnen kort een voorstel daaromtrent zal kunnen tegemoet zien, stelt hij nu voor, dit adres in handen van B. en W'. tc stellen teneinde daarop te dienen van berigt en voorstel, waartoe een stemmig is besloten. 18. Is gelezen cn voor notificatie aangenomen een schrijven van den gewezen commies bij de plaatselijke belastingen in deze gemeente, Cornelis Meeter, waarbij hij, onder mededeeling van zijne benoeming tot Rijkscommies, den Raad zijn dank betuigt voor het. erlangd genot van wachtgeld over dit jaar. 19. De Voorzitter brengt ter tafel het bij hem ingekomen rapport der commissie van Rapporteurs, benoemd door dc sec tiën van den Gemeenteraad, voor de begrooting der inkomsten en uitgaven der gemeente Leeuwarden, voor het dienstjaar 1867. De Voorzitter stelt voor dit stuk, 't welk in het gewoon verslag van des Raads handelingen wordt afgedrukt, niet te lezen. De Vergadering vereenigt zich daarmede. 20. De heer OosterRoff het woord erlangd hebbende, brengt ter tafel en doet voorlezing van een voorstel de strek king hebbende B. en W. te magtigen tot het doen van de noo- dige stappen, ten einde vrijstelling tc erlangen van de betaling van grondbelasting en patentregt voor dc gemeentelijke gasfabriek. De voorsteller brengt daaromtrent nog in liet midden, dat dit voorstel eigenaardig hare behandeling zal vinden bij de behan- ling der begrooting voor 1867, maar dat hij heeft gemeend het nu te moeten aanbrengen, omdat de termijn, bepaald voor het indienen van reclames tegen aanslagen in het patentregt, met den 23 Nov. aanstaande expireert.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1866 | | pagina 52