JL- I i l 170 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Zaturdag 15 September 1866. Voorstel van B. en W. tot openstelling van de 2e sectie der geldleening ten behoeve der gemeente, groot ƒ117,000, vastge steld bij Raadsbesluit van den 13 Julij 1865. l)e Voorzitter opent de beraadslaging over de algemeene strekking van het ont werp. Geene aanleiding tot discussion gevende, wordt die vast gesteld, zoomede de considerans van het ontwerp en genomen het voorgesteld besluit: voorbehoudens de goedkeuring van Ged. Staten lo te bepalen, dat ten behoeve der gemeente Leeuwarden zal worden opengesteld de inschrijving op eene tweede serie der leening van 117,000, vastgesteld bij Raadsbesluit van 13 Julij 1865, goedgekeurd bij resolutie van Ged. Staten van 17 Julij daaraanvolgende, tot een bedrag van ƒ57,000; 2o. met wijziging voor zooveel noodig der bepalingen van evengcmeld plan, de verdere voorwaarden en regeling dezer geldleening vast te stellen zoo als die zijn bepaald in het volgend plan van geldleening. De artt. 1, 2 en 3 van dat plan worden achtereenvolgend buiten beraadslaging en stemming vastgesteld. Ten aanzien van art. 4, stelt de heer Bloembergen als punt van verbetering der redactie voor, om in dc 4e alinea in stede van de zinsnede„De op zegel geschreven billetten van inschrij ving zullen vóór of op den door B. en W. te bepalen tijd bij dat Collegie moeten zijn ingekomen" te lezen: De billetten van inschrijving zullen op zegel geschreven en vóór of op den door B. en W. te bepalen tijd bij dat Collegie ingekomen moeten zijn." Dienovereenkomstig wordt eenstemmig besloten en het aldus geamendeerde art. 4 aangenomen. De daaropvolgende artt. 5, 6 en 7 zijn buiten beraadslaging en stemming aangenomen. Aangaande art. 8 geeft de heer Gorter te kennen, dat hem op eene leening groot 117,000 eene ailossing van slechts f 1000 te gering voorkomt en dat hij gaarne meerdere aflossing, minstens tot een bedrag van 2000 bepaald zou zien. Wanneer de geld schieters het vooruitzigt hebbendat de Raad de bevoegdheid heeft van niet meer dan 1000 af te lossen, dan zal dit zijns oordeels niet gunstig op de deelname werken. Hij wenscht (lus voor te stellen om minstens 2000 telkens af te lossen. De heer Bloembergen merkt hierop aan, dat in het Collegie werkelijk aan een hooger bedrag voor aflossing bestemd, is gedacht, doch dat zulks in verband met de bepaling van art. 8 van het vroeger omtrent deze leening aangenomen plan, onraadzaam is voorgekomen dat art. behelst toch gelijke bepaling als het voor- gedragene en met het oog op den waarborg voor die geldschie ters, kan men hierin kwalijk verandering brengendc beide seriën maken natuurlijk óón geheel uit, van daar ook dat de nummering der af te geven obligatiën zal doorloopen. Spr. moet voorts nog observeren, dat er in het onderwerpelijk art. sprake is van aflos sing op het gezamenlijk bedrag der beide seriën en dat die min stens /*1000 zal bedragen. Dc heer Gorter erkent wel, dat er verband bestaat tusschen de le en 2e seriën, doch is van meening, dat het volkomen ter competentie van den Raad staat om het bedrag der aflossing hoo ger te stellen. Hij ziet er evenwel van af, deswege een voorstel te doen. Art. 8 wordt daarop onveranderd aangenomen. Aangaande art. 9, geeft dc heer Bloembergen te kennen, dat het Collegie geoordeeld had, eenige wijziging in de bewoordingen van het 2e lid van dit ait. te moeten voorstellen, omdat het voorgestelde alligt aanleiding tot eenige misvatting zou kunnen geven. Hij stelt derhalve voor, om gemelde alinea aldus te doen luiden: „De uitslag daarvan zal in een of meer dagbladen der gemeente worden bekend gemaakt, bij welke bekendmaking de houders van de ter aflossing aangewezen schuldbekentenissen, tevens zuilen worden opgeroepen om op den volgenden tweeden Januarij dc hun komende gelden, tegen overgave der schuld bekentenissen en van de alsdan niet verschenen coupons in ont vang te nemen ten kantore van den Gemeente-ontvanger." Dien overeenkomstig besloten zijnde, is art. 9 aldus gewijzigd aangenomen. De heer Jongsma wenscht omtrent het bepaalde in art. 10 eenige inlichting te ontvangener is daarin sprake van gepa tenteerde kassiers of handelaren in effecten, en schijnt het da* andere particulieren van de toegekende kwart procent courtage zijn uitgesloten Spr. vraagt of daarvoor ccnigen grond bestaat. De heer Bloembergen antwoordt hierop, dat in de vroegere plans steeds dezelfde clausule is opgenomen. Het doel der in dezen bedoelde toekenning is hoofdzakelijk, om bij de kassiers en effec tenhandelaars animo te verwekken, om de leening bevorderlijk te zijn kende men gelijke courtage aan de particuliere inschrij vers toe, dan had men voor vast y0 van het te leenen kapi taal verloren. ïsadat de Voorzittör daarbij had gevoegd, dat dergelijke bepa ling bij vroegere leeningen steeds is aangenomen, is art. 10 onveranderd aangenomen, zoomede daarna het plan in zijn geheel. ^Het aldus vastgesteld besluit en plan van geldleening, waaraan vóór de resumtie der notulen gevolg zal worden gegeven, zijn luidende als volgt De RAAD der gemeente Leeuwarden; Gezien het plan der geldleening ten behoeve dier gemeente tot een bedrag van 117,000.00, vastgesteld bij zijn besluit van 13 Julij i860, goedgekeurd door heeren Ged. Staten van Friesland bij resolutie vau den 17 Julij daaraan volgende; Overwegende dat de leeoiug der eerste serie, volgens dit plan heeft plaats gehad tot ceu bedrag vau f 60,000.00, tegen eene route vau 5 procent Overwegende dat er, in verband met den aanbouw van het schoolgebouw voor middelbaar onderwijs, noodzakelijkheid bestaat dat ook het verder be drag dier leening beschikbaar worde gesteld; Overwegende, dat het met het oog op den tegenwoordigen stand der geld markt geraden voorkomt, voor zoo veel de inschrijving voor deze serie aau- gaat, eenige wijziging te brengen in de bepalingen van gezegd plan; Gelet op art. 194 letter a der Gemeentewet; Besluit, voorbehoudens goedkeuring van Ged. Staten: lo. Ie bepalen dat ten behoeve der gemeente Leeuwarden zal worden opengesteld de inschrijving op eene tweede serie der leening van f\ 17,000.00, vastgesteld bij Raadsbesluit van den 13 Julij 1865, goedgekeurd bij resolutie van Ged. Staten van den 17 Julij daaraanvolgende, tot ceu bedrag van f 57,000.00. 2o. .Met wijziging voor zooveel noodig der bepalingen vau evengemeld plan, de verdere voorwaarden en regeling dezer geldleening vast te stellen, zooals die zijn bepaald in het navolgend PLAN VAN GELDLEENING GROOT 57,000.00, uitmakende het be- drag cener tweede serie van dc leeuiug, vastgesteld bij Raadsbesluit vau 13 Julij 1865, goedgekeurd bij resolutie vau Ged. Staten vau den 17 Julij daaraanvolgende. Art. 1. Het bedrag «Ier tweede serie van dc geldleening vastgesteld bij Raadsbe sluit van den 13 Julij 1865, wordt bepaald op ƒ57,000.00, de rente op vijf ton honderd in het jaar. Art. 2. Tot deze leening worden ten vervolge op die der eerste serie, af gegeven schuldbekentenissen aan toonder, ieder groot duizend gulden, welke echter ook in onder-leden van vijfhonderd gulden kunnen worden gesplitst, uit te geven onder hetzelfde uummer, geteckcnd met letter a en b. Art. 3. Bij elke schuldbekentenis worden afgegeven 11 coupons, de eerste verschijnende 1 Januarij 1867 voor het tijdsbestek, sedert den ingang der rente verloopcn, de verderen voor een jaar rente, telkens 1 Januarij vau ieder jaar verschijnende. Ook wordt bij elke schuldbekentenis afgegeven ecu bewijs ter bckoraing van nieuwe coupons voor het vervolg. De verschenen coupons zijn betaalbaar ten kantore van den Gemeente ontvanger. De rente en aflossing der schuldbekentenissen zullen worden gevonden uit de plaatselijke inkomsten. Art. 4. De geldleening voor deze tweede serie wordt bij openbare inschrij ving aan den meestbiedende opengesteld. De inschrijvingen geschieden voor één of meer aandeelen groot duizend gulden, terwijl daarbij wordt vermeld hoeveel obligatiën van f 1,000.00 of van 500.00 de inschrijver verlangt, ingeval zijne inschrijving wordt aangenomen. Voor zoover de aanbiedingen aan B, en \V, aannemelijk voorkomen, zal de hoogste bieder de aandeelen erlangen, waarvoor hij heeft ingeschreven; daarop volgt degene, die na hem het hoogste bod heeft gedaan en zoo vervolgens. Indien door twee of meer der hoogstbiedenden voor gelijken prijs meer is in geschreven dan bcnoodigd is, zal tusschen hen het lot beslissen. De billetten van inschrijving zullen op zegel geschreven cn vóór of op den door B. eu W. te bepalen tijd bij dat Collegie ingekomen moeten zijn. Op den omslag der billetten zullen de woorden worden gesteld „Billet van iuschrijving voor de 2e serie der geldleening an f 117,000.00." De opening daarvan zal in het openbaar op een door B, cn W. te bepalen tijdstip in eene vergadering van hun Collegie plaats hebben. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zittingen van 15, 22 en 27 September 1866. 171 Binnen vier dagen na het openen der billetten wordt aan de belangheb benden, welker inschrijvingen geheel of gedeeltelijk ziju aangenomen, daarvan kennis gegeven. Art. 5. Dc Raad behoudt zich voor om, wanneer niet voor het volle bedrag der tweede serie is ingeschreven of wel de inschrijvingen ten deele door B. eu W. onaannemelijk zijn geacht, de ingeschrevene en aannemelijk geachte sommen desniettemin aau te nemen en wegens net niet ingeschreven of niet aangenomen bedrag eene nieuwe serie te openen. Art. 6. De storting der iugeschrevcn sommen moet geschieden op den 15 November 1866, met welken dag de rente ingaat. Art. 7. Bij dc storting worden aan de deelnemers dc verlangde schuldbe kentenissen door den Gemeente-ontvanger afgegeveu. Art. 8. Van af het jaar 1868 wordt jaarlijks op het gezamenlijk bedrag der beide serien minstens 1,000.00 afgelost. De Raad regelt de hoegrootheid der aftelossen som. Art. 9. De uitloting heeft plaats in eene openbare Raadsvergadering, in dc maand October. De uitslag daarvan zal in een of meer dagbladen der gemeente worden be kend gemaakt, bij welke bekendmaking de houders van ter aflossing aange wezen schuldbekentenissen, tevens zullen worden opgeroepen om op den vol genden tweeden Januarij dc hun komende gelden, tegen overgave der schuld bekentenissen en van de alsdan niet verschenen coupons, in ontvang te nemen ten kantore van den Gemeente-ontvanger. Art. 10. Aan de gepatenteerde kassiers of handelaren in effecten wordt i o/„ courtage toegekend voor de door hen ingeschreven eu door B. en W. aangenomen sommen, te voldoen op de daartoe aan dezen iu te dienen declaratie. 3. Voorstel van B. en W. tot magtiging op hun Collegie om <lc opkomsten der Irnsumerzijl cn bijbehoorende brug met den 12 Nov. 1866 te verpaehtcn. De Vergadering zich met dit voorstel verecnigcndc, is buiten beraadslaging cn stemming dien overeenkomstig besloten. 4. Is ter tafel gebragt cn gelezen een adres van Mr. J. Min- nema de With, het verzoek behelzende om eervol te mogen wor den ontslagen uit dc betrekking van voogd der Stads Arme- kamer, en wel omdat hij in den laats ten tijd veeltijds als Wet houder tot andere werkzaaamheden is geroepen. Ter visie, om in eene volgende vergadering af te doen. 5. Is gelezen een schrijven van de voogden der Stads Arme- kamcr, dd. 7 Sept. jl. no. 5875a houdende lo. berigt, conside ration en advies omtrent het verzoek van Mr. J. Minnema de With om eervol ontslag als voogd der kamer, en 2o. aanbeveling van drie personen ter vervulling van de eventueel uit dat ontslag te ontstane vacature; aanbevolen zijn dc heeren Egbert Wijbrandi, Hendrik Hermanus Menalda en Hijlke Ter Horst. rler visie, als voren. 6. Door den Voorzitter wordt namens B. en W. onder te kennen geving van het een en ander ter zake betrekkelijk, mon deling aan deze vergadering voorgesteld hun Collegie te willen magtigen om gasleidingen aan te brengen u. in de nieuw ge bouwde tussehensehool op het Vliet en b. in de fransche dag en kostschool voor jonge jufvrouwen. De Vergadering zich met het voorgestelde vcreenigende, is daartoe besloten. 7. 1b ter tafel gebragt en gelezen, een adres van Mr. Dirk van der Veen, advokaat te Leeuwarden, het verzoek bevattende, om in aanmerking te komen voor de betrekking van secretaris- boekhouder bij de Stads-Armekamer te Leeuwarden. Is beslo ten -. Dit adres tc stellen in handen vau B. en W. ten einde daarop eventueel te letten. 8. Mede is ter tafel gebragt en gelezen een adres van de politie-dienareu der 3c cn 4c klasse dezer gemeente, het verzoek bevattende, dat het den Raad moge behagen, het tractement van de politic-dienaren 3c klasse te verhoogen of althans gedurende de maanden Nov.Eebr. hen eenige toelage toe te staan. Is besloten: Ook dit adres ten line van berigt en raad te stellen in handen van B. en W. 9. Voor notificatie aangenomen de mededcelingdat het Raadsbesluit dd. 23 Augs. jl. tot wijziging van de gemeente- begrooting voor het dienstjaar 1866, bij besluit van 3 Sept. 1866 no. 44, door Ged. Staten is goedgekeurd. 10. De Voorzitter het noodig keurende, dat de deuren tot het houden eener beslotene vergadering, voor een oogenblik wor den gesloten, is daartoe overgegaan en de openbare vergadering tijdelijk opgeheven. Na het eindigen der beslotene zitting, is de openbare vergadering heropend, doch onmiddellijk daarna door den Voorzitter gesloten, vermits geene werkzaamheden meer aan de orde waren. VERSLAG van het verhandelde ter buitengewone vergadering van den Gemeente-raad van Leeu warden gehouden op Zaturdag den 22 Sep tember 1866. Aanvankelijk 15, later 16 leden tegenwoordig. Afwezig waren de heeren Mr. C. Wiersma, P. T. Plantenga, Z. S. de Haan, A. Du pare cn Mr. E. Jongsma. Voorzitter de heer D. Zeper, die op het daarvoor gestelde tijdstip de vergadering opent. 1. Zijn gelezen en onveranderd vastgesteld de notulen van de op 15 dezer maand gehoudene buitengewone vergadering. 2. Ter behandeling van de resolutie van II H. Gedeputeerde staten van Friesland betrekkelijk de bij hun collegie ingediende bezwaarschriften tegeu het kohier van de directe belasting of boofdelijken omslag voor dit jaaracht de voorzitter het noodig dat de deuren gesloten en tot het houden cener beslotene zitting worde overgegaan. De vergadering dienovereenkomstig beslui tende is de openbare vergadering opgeheven en na het eindigen der beslotene zitting heropend. 3. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en W. vervat in hun besluit van den 15 September j.l. no. 8/83, in zake het verzoek van den heer Mr. S. Tromp, om een eervol ont slag uit zijne betrekking van Curator van het stedelijk Gymna sium alhier. Ter visie om in eene volgende vergadering af te doen 4. Gelezen eene missive van voogden van het nieuwe stads weeshuis alhier, dd. 18 Sept. j.l. no 18, houdende toezending den staat van begrooting der ontvangsten en uitgaven van het Nieuwe Stads Weeshuis alhier voor de dienst van 1867. Is besloten deze begrooting ten fine van onderzoek en rapport in handen eener Commissie te stellen, in welke Commissie de Voor zitter des verzocht, benoemt de heeren G. O. Gorter, Mr. E. At- tema en G. T. N. Suringar. 5. De Voorzitter deelt der vergadering mede dat op den 15 Sept. 1866, heeft plaats gehad do openbare aanbesteding van het veranderen en vergrooten der schoollokalen van de tussehensehool lc klasse, met een gedeelte der woning van den onderwijzer enz. waarvan aannemers zijn geworden A. J. Feddema en L. Kniep- stra voor 1784. Aangenomen voor notificatie. 6. Bij monde van den heer Oosterhoff, wordt namens de com missie van rapporteurs uit de sectien uitgebragt het rapport om trent de rekening en verantwoording van de inkomsten en uitga ven der gemeente Leeuwarden, over het dienstjaar 1865. Ter visie om in de volgende vergadering behandeld te worden. 7. De heer Oosterhoff brengt daarop mede ter tafel eene door hem opgemaakte memorie met bijbehoorende bijlagen, ten betooge van de door hem beweerde wenschelijkheid, om de 50 opcenten op de rijks personele belasting als plaatselijke belasting te doen vervallen cn die door eene heffing op billijker grondslagen te doen vervangen. Is besloten deze stukken ter inzage van de leden te leggen. De Voorzitter sluit hierop de vergadering. VERSLAG van het verhandelde ter vergadering van den Gemeenteraad van Leeuwarden gehouden op Donderdag den 2 7 September 1866. Aanvankelijk 15, later 19 leden tegenwoordig. Afwezig waren de heeren P. T. Plantenga en A. Duparc. Voorzitter de heer D. Zeper, die op het gestelde tijdstip dc vergadering opent. mtmj^rdf.jï4.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1866 | | pagina 1