1 il V II upjArv: je.- 174 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. heercn Ged. Staten dezer provincie, dd. IS en 24 Sept. jl. nos. 1 en 48, betrekkelijk de vaststelling van het kohier van den hoofdelijken omslag ten behoeve dezer gemeente voor den jare 1866, en de beslissing der, tegen aanslagen op dat kohier bij heeren Ged. Staten ingekomene bezwaarschriften, is op voorstel van den Voorzitter, buiten beraadslaging en stemming, genomen het volgend besluit: De Raad der Gemeente Leeuwarden, gelet op het bepaalde in art. 266 der Gemeentewet; gelet mede op de resolutie van heeren Ged. Staten dezer provincie, van den 18 Sept. 1866, no 1, waarbij uitspraak is gedaan omtrent de recla mes bij dat Collegie ingediend tegen aanslagen op hot kohier van den hoofdelijken omslag, ten behoeve dezer gemeente, dienst 1866, Besluit: lo. De door heeren Ged. Staten bij opgemeldc resolutie beoogde wijzigingen in het kohier aan te brengen2o. dit kohier finaal vast te stellen, gelijk geschiedt bij deze, in belastbaar kapitaal ter somma van f 2,789.245.83, en in totaal van den aanslag ten bedrage van ƒ77.872,61. Wijders is besloten aan dit besluit vóór de resumtie der notulen gevolg te geven. 19. Op voorstel van den Voorzitter is besloten tot ecne vol gende vergadering aan te houden de behandeling van het rapport en voorstel der verordenings-coramissie, tot vaststelling der daarbij aangeboden ontwerp-verordening, houdende herziening en geldig verklaring van de verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd. 20. Door den heer Jongsma, lid der Commissie van rappor teurs uit de sectien, in zake de herziening van het heft'ingsbcsluit van den hoofdelijken omslag en de betrekkelijke verordening op de invordering, geeft der vergadering te kennen, dat die Commis sie bijna met haar rapport deswege gereed is en er prijs op stellende dat de behandeling dier zaak zooveel mogelijk worde bespoedigd, gaarne gemagtigd wensclit te worden het te doen drukken alvorens het zal zijn uitgebragt. Nadat dit voorstel is aangenomen sluit de voorzitter de vergadering. VERSLAG van het verhandelde ter buitengewone Ver gadering van den Gemeenteraad van Leeuwarden, gehouden op Zaturdag den 6 October 1866. Aanvankelijk 17 later 20 leden tegenwoordig, zijnde de heer J. J. Brunger afwezig. Voorzitter de heer D. Zeper, die op het gestelde tijdstip de Vergadering opent. 1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde wegens de op 27 Sept. jl. gehoudene gewone Vergadering. 2. De Voorzitter stelt voor om, alvorens in behandeling te nemen het verslag van de rapporteurs der' sectiën van den Raad omtrent de voorgedragen ontwerpen, wegens een vast te stellen besluit lot hefling van eene directe belasting op liet inkomen en de verordening op de invordering daarvan, eerst in behandeling te nemen en af te doen, de voorstellen van B. en W. tot ondcr- handsche verhuring aan de heeren Reerink en Adriani, van ccn gedeelte van den Ilarlingerstal als bewaarplaats voor petroleum, vermits de afdoening dier voorstellen, in verband met den op slag van petroleum, is van spoed eischcnden aard. De heer Gorter zag die afdoening liever uitgesteld tot eene volgende Vergadering; de zaak is zoo pas aacgebragt en de le den hebben er ter naauwernood kennis van kunnen nemenboven dien het betreft de beschikking over een gebouw, waaromtrent nog massaliteit bestaatzijns inziens ware het beter eerst de ont- scheiding tot stand te brengen, ten einde over vrijen eigendom te kunnen beschikken Spr. stelt voor deze zaak later te behan delen. De Voorzitter zegt, wat de massaliteit met Harlingcn aan gaat, dat hij kan mededeelen, dat dit eene bijna uitgemaakte zaak is en geheel rijp voor ontscheiding, als zijnde genoegzaam voorbereid en wachtende op de te verrigten tauxatie der beide iitting van Donderdag 27 September 1866. aanwezige stallen. Wel hebben dc bewuste voorstellen een kor ten tijd ter visie gelegen doch omstandigheden hebben het Col legie verhinderd de zaak eerder aan tc brengen. Overigens geldt het hier eene zaak waarvan men het belang reeds vroeger heeft ingezienop de verwijdering van petroleum in bewaarplaatsen binnen de stad is reeds voor ecnigen tijd aangedrongen. Nu bestaan er twee zoodanige bewaarplaatsenop het Vliet en in Droevendal, waaromtrent het bij ingesteld onderzoek is gebleken, dat de daartoe verleende vergunning niet langer mag bestendigd worden de belanghebbenden, des verstaan, hebben dan ook te kennen gegeven tot de verplaatsing naar elders van hunnen voor raad, genegen te zijn en hunne evenbcdocldc pakhuizen op te ruimen. Een der betrokken handelaren hoeft binnen kort een belangrijken voorraad petroleum te wachten en daarom eischt do zaak spoedige afdoening. Wat de voorgedragen lokaliteit betreft, deze schijnt voor het beoogde doel allezins uitmuntend geschikt te zijn, want met betrekkelijk weinige kosten is het voor do berging, ook bij afzonderlijke gedeelten, bijzonder geschikt te ma ken. De zaak uit te stellen schijnt om de bovenvermelde rede nen minder aannemelijk. - Hot voorstel van den heer Gorter om de behandeling dezer voorstellen tot later uit te stellen, niet ondersteund zijnde en derhalve buiten behandeling blijvende, wordt op voorstel van den Voorzitter eenstemmig besloten, de behande ling der sub 2o en 3o van don oprocpings-brief vermelde voor stellen, aan het le punt tc doen voorafgaan. 3. Naar aanleiding van het zoo even genomen besluit, worden aan de orde gesteld a ccn voorstel van B. en W. tot onder- handsehe verhuring aan den heer J. Reerink Dz. van een ge deelte van den zoogenaamden Ilarlingerstal, als bewaarplaats voor petroleum b. een voorstel van gezegd Collcgio van gelijke strek king, opzigtens den afstand van een gedeelte van dien stal aan den heer H. Adriani. Na lecture dezer voorstellen door den Secretaris, stelt de Voorzitter eerst aan de orde het voorstol aan gaande de afstand in huur aan den heer Reerink. De heer Gorter geeft, na het gesprokene van den Voorzitter tc kennen, dat ook hij doordrongen is van het bestaan van be hoefte aan het overbrengon van do bewaarplaat sen van petroleum buiten de kom der gemeente, on de overtuiging heeft dat het noodzakelijk is in de tegen woord igo regeling verandering te bren gen, doch dat dit niet wegneemt hot bij hem bestaande bezwaar om nu reeds over de bewuste lokaliteit tc beschikken, ondanks de mogelijkheid om het gebouw later cono betere inrigting ten behoeve van meerdere aanvragen tot berging, te geven. Bij het uitzigt tot ontscheiding van den eigendom cn cone betero rege ling der zaak in het vervolg, acht Spr, het beter nog tc wachten hij verklaart zich daarom tegen het voorstol. De Voorzitter merkt op dat, bctrclfendo de nog overige ruimto in verband met nog in te komen aanvragen van andere handela ren, daaromtrent geen bezwaar bestaat, vermits in deze gemeente vier groote handelaren in petroleum beslaan waarvan de beide in dezen betrokken personen tie voornaamste zijn dc twee min der omzet hebbende handelaren, zullen waarschijnlijk insgelijks genegen zijn van de thans bestaande gelegenheid gebruik te ma ken. Men zal dus vooreerst do meest belangrijke kwantiteit in de bewuste bewaarplaats kunnen opnemen en liet is zeer waar schijnlijk dat binnen een niet zeer ver verwijderd tijdstip, door B. en W. een voorstel zal worden gedaan om ook de vaten van de ove rige handelaren in bewaring op tc nemen, daarmede zal dan na tuurlijk vergezeld gaan een voorstel tot veranderde inrigting en uitbreiding van den stal, die met geringe kosten daartoe is aan te wenden en de meest gewenschic gelegenheid aanbiedt om te dezer zake de openbare veiligheid te bevorderen. De heer Bruinsma brengt in 't midden, dat de onderhande lingen omtrent de scheiding der massalitiet met Harlingen spoe dig kunnen afloopen, doch ook de mogelijkheid aanbieden te worden vertraagd intusschen gaat het tegen den winter en dan vindt GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Zaturdag 6 October 18GG. 175 de grootste inslag van petroleum door daarin handel drijvenden plaats, daarin dient dus te worden voorzien, had men den zomer voor zich, men zou met de beschikbaarstelling van de verlangde bewaarplaats kunnen wachten Spr. wijst er voorts op, dat de concessie aan dc beide in dezen betrokken handelaren ccn inslag gedoogt van 750 vat, die men in de aangewezen lokaliteit zal kunnen bergen dc twee andere handelaren waarvan dc Voorzitter heeft gesproken, hebben concessie tot opslag van 10 cn 5 vaten, dan blijft nog over de kwantiteit tot welke andere, in de gc-^ racente verspreide handelaren vergunning hebben bekomen, welke hoeveelheid op p. ra. 45 vat is tc schatten; met eenige uitbrei ding aan den s;al te geven, zal men den geheelen voorraad pe troleum op die plaats kunnen bergen; 'tspreekt evenwel van zelf dat men niet tot uitbreiding van het gebouw kau overgaan alvorens het volledig eigendom der gemeente zal zijn. De heer Bloembergen observeert dat de zaak der ontscheiding met Harlingen niet voor zoo spoedige afdoening vatbaar is te achten, omdat daarbij ook van andere massaliteiten sprake is intusschen de gevreesde vijand, het brandgevaar door petroleum, eischt in elk geval maatregelen van voorzorg, doch die kunnen van tijdelijkcn aard wezenhet zou mogelijk geweest zijn om bij genoegzaam beschikbaren tijd be;ere voorstellen aan te brengen, doch daartoe ontbrak hier de tijd maar ook elders stuit de be oogde regeling op bezwaren bezwaren, voortspruitende uit de vraag of men zoodanige, door de gemeente daargcstclde bewaar plaats, had te beschouwen als eene gemeentelijke inrigting, op welke de bepalingen der gemeentewet al dan niet van toepassing waren te achten. Intusschen was en is het doel de petroleum tc verwijderen uit de kom der gemeente, dit kan op de voorge stelde wijze, in afwachting van nadere voorstellen, plaats vinden. Dc heer Westenberg vraagt inlichting of namelijk het bewust gebouw, dat volgens het rapport van B. en W. niet meer tot dósinfectic van kleedcren cn fournitures van cholera-lijders zal worden gebruikt, door een ander lokaal tot gezegd einde zal wor den vervangen, wanneer dit onverhoopt noodig raogt zijn. Dc Voorzitter verzekert den vorigen Spr. dat er in dat geval onmiddellijk andere en voldoende lokaliteit beschikbaar zal wezen. De conclusie van het voorstel van B. en W. wordt alsnu in omvraag gc'oragt en aangenomen met 16 tegen éeno stem (die van den heer Gorter)zijnde alzoo besloten B. en W, voorbehoudens goedkeuring van Ged. Staten van Friesland, tc magligen: aan den heer Jan Reerink Dz.koopman alhier, met den achtsten October 1866 tot den 12 Nov. 1867, tegen betaling van een huurprijs gerekend naar/150 in het jaar, onderhands in huur af te staan, een gedeelte van den zoogenaam den Ilarlir.ger stal, staande aan den Stads buitencingel, tusschcn de voormalige Vrouwenpoort en het vroeger Verlaat alhier, ka dastraal bekend Gemeente Leeuwarden seetie D no. 262, gequoteerd lctt, P no, 38, ter grootte van 81 Q ellen onder de algemecnc en de volgende bijzondere voorwaarden. a. Dat de huurder boven den huurprijs vier zevende gedeel ten bctale van de kosten van verzekering van het gcheele gebouw tegen brandschade, ca b dat de huurder de kosten op deze over eenkomst van huur en verhuur vallende, voor zijne rekening neme. III«. Daarna is in behandeling gebragt het voorstel van B. en W. tot gelijke verhuring van een gedeelte van den Harliuger stal, aan den heer II. Adriani, koopman alhier, insgelijks als be waarplaats voor petroleum. De heer Suringar vraagt hoeveel huur de heer Adriani zal betalen. De Voorzitter zegt dat daarvoor 40 wordt voorgesteld. De heer Bolten vraagt of hij eene gelijke oppervlakte in ge bruik erlangt als aan den heer Reerink is afgestaan. De Voorzitter geeft als inlichting dat eerstgenoemde veel min der ruimte erlangt, zijnde slechts ongeveer 20 Q cl, terwijl dc heer Reerink p. m. 81 gelijke ellen erlangt. lv r Dit voorstel is voorts in rondvraag gebragt cn met 16 tegen éóne stem (die van den heer Gorter) aangenomen, zoodat is be sloten B. en W. voorbehoudens goedkeuring van heeren Ged. Staten van Friesland te magtigen, aan den heer Hcrmanus Adriani, koopman alhier, met den 8 Oct. 1866, tot den 12 Nov. 1867, tegen betaling van een huurprijs, gerekend naar ƒ40 in het jaar, onderhands iD huur af te staan een gedeelte van den zoogenaam den Harlinger stal, staande aan den Stads buitencingel, tusschen de voormalige Vrouwenpoort cn liet vroeger Verlaat alhier, ka dastraal bekend Gemeente Leeuwarden, Sectie D no. 262, gequo teerd letter P no. 38, ter grootte van 19,15,50 Q ellen on der «le algemecnc en bijzondere voorwaarden a Dat de huur der boven den huurprijs een zevende gedeelte betalc van de kos ten van verzekering van het gehecle gebouw tegen brandschade. b. Dat dc huurder dc kosten op deze overeenkomst van huur en verhuur vallende op zijne rekening neme. Zullende aan de beide hier voren omschreven besluiten vóórde resumtie der notulen gevolg worden gegeven. 4. Aan de orde is dc behandeling van het rapport der Com missie van rapporteurs, benoemd door de section van den Gemeen teraad, over het rapport van eene Commissie met daarbij gevoegde concepten: lo. van eeu besluit tot hefling ccner directe belasting op het inkomen2o. van eene verordening op de invordering daarvan, alles met de daarbij behoorende memorien van toelich ting. De Voorzitter opent dc discussie over de algemeene strekking van (lat rapport. Dc heer Surillgar geeft te kennen, dat, voor het geval onder algemecnc strekking van dat rapport verstaan worden dc begin selen, die dc Commissie in dc punten van conclusie, waartoe zij zich heeft geresumeerd, heeft nedergelcgd, hij dan het woord wenscht tc voeren. Ilij vraagt derhalve wat men hier onder be raadslaging over de algemeene strekking hebbc te verstaan. De Voorzitter zegt, dat de beraadslaging over dc algemeene strekking omvat dc discussie over het ontwerp in het geheel, derhalve niet over een der punten van conclusie in het bijzonder. Betreft dus het te kennen te gevene een dezer punten, dan geeft hij in overweging, om dat bij de behandeling der betrokken pun ten in het midden tc brengen. De beer Suringar zegt, dat hij dan de behandeling dier pun ten zal afwachten. De heer Rengers zegt, dat hetgeen hij wenscht te kennen to geven, gevoegelijk kan geacht worden tot de algemeene strekking te behooren. Reeds bij vroegere gelegenheden heeft Spr. zijne mindere ingenomenheid met hoofdelijke omslagen verklaard, hij had evenwel gehoopt door de besprekingen in eene vorige verga dering en later in de sectiën, tot ecne meer gunstige zienswijze omtrent deze belasting tc komen, tot zijn leedwezen was dit niet het geval, want, hoe weinig ook met den hoofdelijken omslag ingenomen, erkent Spr. tevens dat men in de gegevenc omstandigheden deze belasting niet kun missen en dat zij voortaan een belangrijk deel van de gewone inkomsten der gemeente zal moeten uitmaken. Dit aan genomen zijnde zal Spr. zich enkel bepalen tot een onderzoek, welke van de beide voorgedragenc stelsels van heffing den voor keur verdient; hij spreekt van twee stelsels, want het derde nl. dc vcrpligtc aangifte met toepassing van den eed, hoezeer ook volgens zijn oordeel verreweg het beste, heeft zoo weinig aanhan gers in deze vergadering gevonden en is bovendien zoo in strijd met de bepalingen der gemeentewet, dat hij het geheel onuit voerbaar acht. Vcrpligtc aangifte toch, met toepassing van den eed, eischt uit den aard der zaak geheimhouding, de belasting schuldige kan wel verpligt worden, om in evenredigheid met an deren een deel van zijn inkomen als belasting af te staan, men kan hem niet opleggen den staat van zijn vermogen publiek te maken, aldus is het ook begrepen in Engeland, het vaderland van den income-tax, waar geheimhouding omtrent de verstrekte ge- t p

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1866 | | pagina 1