mb
83
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 23 Mei 1867.
Uwe Commissie wil hiermede noch regtstreeks noch middellijk
eenige toespeling geacht worden te maken, maar in hare quali-
teit dient zij gelijk elke andere Commissie, alle argumenten aan
te voeren, die in het voordeel van haar systeem pleiten.
Het is op grond van deze uitkomsten en het verder hiervoren
aangevoerde, Mijne Heerendat de meerderheid van Uwe Com
missie van oordeel is, dat eene stedelijke apotheek de voorkeur
verdient, omdat zij zoo vele mindere uitgaven voor de gemeente
zal medebrengen als een' vlugge en goede bediening verzekert.
Zij meent nog onder uwe aandacht te moeten brengen dat
bij de gemaakte vergelijking, de medicijnen, geleverd aan elders
gedoraiciliëerden op prijs zijn gesteld met inbegrip van de kosten
van administratie enz. met andere woorden, op den prijs waarop
ze deze gemeente komen te staan, iels dat in den regel elders
ook plaats vindt, en in allen gevalle op billijkheid gegrond is.
Zij is u echter nog verschuldigd den grond aan te geven,
waarop ze den prijs van het recept, alleen voor medicijnen, op
tien cents heeft gesteld, niettegenstaande de minderheid beweerd,
dat dit minstens 15 cents behoort te zijn. Zij wenscht dit te
doen, door tegelijk in den tweeden plaats de werking van eene
stads-apotheek in andere plaatsen mede te doelen.
Te Haarlem worden de geneesmiddelen aan godshuizen, arm
besturen (diaconie b. v.) en aan het stedelijk gasthuis, berekend
a 15 cents. Deze eorporatien maken allen zeer gaarne van
de stads-apotheek gebruik.
Die gemeente hoeft in 1863 voor de stads-apotheek bijgedragen,
minus de huur van het locaal, de som van 2051.00 en in
1865, met inbegrip van de huur van het gebouw 2652,945.
Deze apotheek bestaat reeds sedert eene reeks van jaren, al
tijd met uitnemend succes, en te Hoorn en Alkmaar zijn apo
theken opgerigt, geheel gelijk aan de Ilaarlemsche, en ook die
voldoen uitmuntend.
De heer dr. T. C. Winkler te Haarlem schrijft aan uwe com
missie bij missive van den 29 Nov. 1866, dat de heer J, C. Kru
seman apotheker aldaar en lid van den gemeenteraad, sedert ja
ren commissaris van de stads-apotheek, beweert, dat die instel
ling zeer nuttig is voor allen, die er gebruik van maken en
voordeelig bovendiendat zulk eene inrigting veel beter werkt,
dan het aanbesteden aan apothekersdat het hem verwondert,
dat er in eene stad als Leeuwarden geene stads-apotheek bestaat;
dat vele kleine steden zoo als Alkmaar en Hoorn zelfs voordeel
in eene stads-apotheek vinden.
Te Alkmaar werkt de stads-apotheek ook hoogst weldadig;
eene becijfering, die uwe Commissie van geloofwaardige zijde ont
ving en die zij de eer heeft te laten volgen, zal dit voldoende
staven.
Gedurende het jaar 1853 zijn aldaar gereed gemaakt 16690
recepten. Onder dit getal zijn begrepen 991 recepten van el
ders armlastigen, waarvoor de respectieve armbesturen voor
328.35 zijn gedebiteerd:
De kosten der stads-apotheek over 1853 hebben bedragen
ƒ2499.46, waarvan afgetrokken 328.35 als bovengenoemd, blijft
ƒ2171,11. Omgeslagen over 15699 recepten, dan kost ieder re
cept 13% cents, mtt inbegrip der iractementen van het personeel.
In 1854 zijn gereed gemaakt 15290 recepten, voor elders arm
lastigen tot een bedrag van ƒ401.05.
De kosten beliepen geheelƒ2364.84.
Gerestitueerd- 319.93.
Rest- 2044.91.
voor 14390 recepten (stel 900 voor elders zoodat ieder recept
kost 143/,0 cents, na aftrek der jaarwedden 6 cents.
In 1855 zijn gereed gemaakt 16196 recepten, 1140 voor el
ders, ten bedrage van ƒ382,823.
De gewone uitgaven beliepenƒ2517.873.
Gerestitueerd -382.82'.
Rest "ƒ213 5.0 5~
of over 15056 recepten, per recept 14M/lü0 cents, zonder
jaarwedden enz. 9'/,n cent.
In 1856 zijn gereed gemaakt 16136 recepten, 1229 voor el
ders, tegen ƒ407.873.
De kosten bedragenƒ2641.15.
Gerestitueerd - 466.08.
Rest ƒ2175.07,
of over 14907 recepten ieder 143/5 cent.
In 1857 zijn gereed gemaakt 27,792 recepten; 2231 voor
elders.
De kosten bedroegen met de breukbanden enz. 3437.873
dus gemiddeld per recept 1237/l00 cent.
In 1858, 24,734 recepten; onkosten ƒ3290.00; per recept
/13'/,o.
In 1839, 27,777 recepten onkosten ƒ3400.00 per recept
12% cent.
In 1860, 21,092 recepten; onkosten 3553.79 per recept
16% cent.
In 1861, 18409 recepten; onkosten 3132.69% per recept
17 cent.
In 1862, IS,465 recepten; onkosten ƒ31 66.70 per recept
17 cent.
In 1863, 18,316 recepten; onkosten ƒ3008.48 per recept
16% cent.
Onder al deze onkosten zijn de jaarwedden enz. berekend, zoo
dat men, wat den prijs van het recept, bloot aan medicijnen be
treft, deze belangrijk lager moet stellen, zoo als de opgaven over
de jaren 1854 en 1855 doen zien evenwel zal men ontwaren,
dat van sommige jaren de elders armlastigen niet zijn afgetrok
ken, hetwelk den prijs, die wegens ieder recept nu verkregen
wordt, een weinig zal doen wijzigen.
Verder zij nog opgemerkt, dat man te Alkmaar met de Her
vormde Diaconie een contract heeft gesloten, waarbij het recept
voor hare kerkelijke armen op 7 cent is bepaald, en voor elders
armlastigen op 17% cent.
De uitkomst van de bovenstaande cijfers is, dat men over de
genoemde jaren omgeslagen, kan rekenen dat het met inbegrip
van alle onkosten te Alkmaar heeft gekost 14 a 15 centen ter
wijl de meerderheid uwer Commissie, bij hare berekening, deze
voor Leeuwarden op 22 cent heeft gesteld.
Men zie hier niet voorbij, uwe Commissie herhaalt het, dat
onder deze prijzen, de kosten van administratie enz. zijn begre
pen; en als zij van 10 cent per recept spreekt, dan geldt dat
cijfer bloot de kosten voor medicijnen, terwijl volgens bij dit rap
port gelegde grondslagen, de overige kosten per recept 12 cents
bedragen, en gelijk gezegd is, schijnt er geen bezwaar te bestaan
om den prijs van 't recept tot het cijfer van tien cents uit te trek
ken, gelijk tot grondslag is aangenomen.
Uwe Commissie meent daartoe te meer geregtigd te zijn, als
zij opmerkt, dat, volgens Lij de stukken aanwezige missive van
B. en W. te 's Hage dd. 10 Aug. 1860, over de jaren 1849
tot 1859, het recept zoowel aan medicijnen als verdere kosten,
aldaar gemiddeld is komen te staan op 12 cents, doch over het
laatst opgegeven jaar 1859, slechts op 9% cents, welk jaar het
recept bloot aan medicijnen op nog geen vijf centen is komen
te staan.
Als men in aanmerking neemt, dat men te's Hage sedert 1853
de benoodigde geneesmiddelen, die daarvoor geschikt zijn, door
aanbesteding bij inschrijving onder de ingezetenen zich aanschaft,
hetwelk vroeger niet het geval schijnt geweest te zijn, en daar
door veel voordcel behaalt, dan laat het zich gemakkelijk verkla
ren dat sedert 1353 het recept aldaar, aaumerkelijk veel lager
in prijs is, dan vroeger.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 23 Mei 1867.
89
Dat volgens missive van B. en W. van Leiden dd. 21 Julij
1860, het recept doorgaande beneden het cijfer van 15 cent blijft,
en volgens missive van hetzelfde Collegie te Amsterdam dd. 4
Sept. 1860, het recept aldaar op p. m. 8 cent komt te staan,
namelijk aan medicijnen 544/100 cent, en wegens andero onkosten
2»/, oo cents.
Behalve bovenstaande uitkomsten, die het der meerderheid der
Commissie niet twijfelachtig maken, om de werking van de stads
apotheken op genoemde plaatsen gunstig te noemen, meent zij
ook nog te dien opzigte te moeten wijzen, behalve op de missi
ves van de Gemeentebesturen hiervoren genoemd, op meer ande
ren bij de stukken aanwezig, waarin, zonder onderscheid, de ste
delijke apotheek, als voor de gemeente recommandabel, wordt aan
bevolen, terwijl er in geen stuk, van welke zijde ook ontvangen, het
tegendeel wordt beweerd.
Ten slotte moet zij neg onder uwe aandacht brengen, dat
Leeuwarden, voor de vijf gekozene jaren, jaarlijks aan medicijnen
heeft besteed f 5151.05, terwijl Haarlem voor hare apotheek
heeft bijgedvagen, in 1863 ƒ2051.00 en in 1865 2502.00;
dat volgens het gemeenteverslag van Alkmaar over 1865 (zie p'ag.
91) de apotheek aldaar, de geneesmiddelen met inbegrip der
kosten van beheer, kan leveren voor 13 cent het recept, terwijl
die gemeente voor hare apotheek heeft bijgedragen, in 1862
ƒ1369.79, in 1863 1551.845, in 1864 857,59 cn in 1865
50.88.
Het Gemeentebestuur van Alkmaar zegt dan ook in haar ver
slag over 1864 (pag. 86), nadat ze de uitkomsten van de apo
theek heeft besproken „In alle punten vertoont deze adminis
tratie over 1864 bij vergelijking van 1863 eene nog gunstiger
uitkomst en levert almede het bewijs van de gelukkige keuze in
dertijd gedaan, tot instelling van deze zaak, die vooreerst zooveel
waarborg voor eene goede bediening der armen oplevert cn ten
anderen van jaar tot jaar een gunstig resultaat voor dc gemeente
kas, die, voor haar bestaan voor dit punt der geneeskundige ar-
mendienst, groote geldelijke offers bragt, doet kennen."
Uwe Commissie heeft zich uit den aard der zaak uitsluitend
bewogen op het terrein van gemeentelijk belang.
In andere gemeenten des lauds ontvangen ook sommige kerke
lijke armbesturen de geneesmiddelen uit de stads-apotheek, het
welk de algemcene kosten van administratie ligtcr maakt voor
de gemeenteom slechts één te noemen
Volgens de verordening regelende de genees- en heelkundige
hulp die vanwege de gemeente wordt verstrekt, te 's Hage den
30 Mei 1856 vastgesteld, wordt aldaar:
a. aan personen, die door ecue van de verschillende diaco-
niën of armbesturen zijn bedeeld of in gods- of armhuizen zijn
verpleegd of besteed, geneeskundige hulp verleend; verder:
b. aan minvermogenden, en
c. alle gemeenteambtenaren en bedienden aan wie vóór dc
invoering dezer verordening, geneesmiddelen en heelkundige hulp
vanwege de gemeente werd verstrekt, blijven (lie genieten.
Het zou bij de oprigting eener gemeentelijke apotheek de vraag
kunnen worden, of kerkelijke instellingen ook tot het gebruik
maken daarvan, konden worden toegelaten.
Met deze uiteenzetting der gronden waarop dc meerderheid
uwer Commissie, tot de conclusie is gekomen, die zij aan des
Raads beoordeeling wenscht te onderwerpen, vermeent zij" te moe
ten opmerken, dat de minderheid opzigtens onderscheidene pun
ten eon ander gevoelen voorstaat, van oordeel zijnde:
lo. dat do oprigting eener stads-apotheek in beginsel niet is
aan te raden, om de gevolgen waartoe de toepassing van dat
beginsel leiden kan
2o. dat het finantiëel voordeel dat de meerderheid zich voor
stelt niet zal worden verkregen, op grond dat cn de kosten van
geneesmiddelen een merkelijk hoogcr cijfer zullen bereiken dan
Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Courant,
waarop zij door de meerderheid geschat worden èn ook de admi
nistratiekosten veel hooger moeten gesteld worden
3o. dat de tegenwoordige wijze van levering ook doelmatig
is cn zoowel eene spoedige als ecue deugdelijke aflevering genoeg
zaam waarborgt.
De gronden waarop de minderheid dit haar gevoelen bouwt,
zijn in het breedc uiteengezet in eene afzonderlijke nota harer
zijds, welke de Commissie de eer heeft nevens dit haar rapport
aan den Raad over te leggen cn waartoe zij dc vrijheid neemt
te verwijzen.
Overwegende, dat vermits door het oprigten van eene stedelijke
apotheek, niet alleen de gemeente gebaat zal worden, maar ook
de armen ten opzigte van de vluggere bediening en wat dies meer
zij, cn het derhalve doelmatig moet worden geacht, tot dc op
rigting van zoodanige apotheek over te gaan, waartoe de meer
derheid uwer Commissie niet schroomt aanbeveling tc doen,
zoo wordt voorgesteld: Dat de Raad besluite tot het daar-
stcllen in deze gemeente, van eene stedelijke apotheek cn B. en
W. uit te noodigen, daartoe voorstellen aan den Raad te doen.
Aldus gerapporteerd in de Raadsvergadering te Leeuwarden
den 23 Mei 1867.
Z. S. de HAAN.
J. J. BRUINSMA.
J. OOSTERHOF F Wz.
NOTA van BEDENKINGEN tegen het rapport cn voorstel
der Commissie, omtrent de oprigting eener Stads-
Apothcek.
Mijne Ueeren f
De ondergetcekende, lid der Commissie, welke laatstelijk lij
besluit Uwer vergadering dd. 23 November 1865 vvtrd ingesteld
om een onderzoek in te stellen naar het al of niet doelmatige
eener stads-apotheek alhier en hare werking op andere plaatsen
zich niet met zijne medeleden der Commissie hebbende kunnen
verecnigen in het door dezen voorgestane oordeel omtrent bedoeld
onderwerp, noch ook ten aanzien van het door hen aan Uwe
vergadering uitgebragt advies, heeft gemeend naar aanleiding van
art. 59 van het reglement van orde, van zijne medeleden te moe
ten verzoeken den Raad in de gelegenheid tc stellen van zijn
gevoelen als dat der minderheid kennis te nemen, door nevens
het rapport aan dezen over te leggen, eene afzonderlijke nota,
om dc punten te doen kennen, te wier opzigte hij van hen ver
schilt en dc gronden waarop dat verschil steunt.
Wat in de eerste plaats het besproken beginsel aangaat of
liever de vraag: „zal dc gemeente opzigtens dc wijze van ver
strekking van geneesmiddelen ten behoeve van armen, zich plaat
sen op het terrein tot dusver alleen door dc particuliere nijver
heid betreden cn als zoodanig, zij het dan ook ten bate van de
gemeentelijke finantien, zich mengen in eenigen tak van industrie
De ondergeteekende huldigt dat beginsel in geen enkel opzigt
cn kan niet instemmen met dc redenering zijner medeleden, op
grond waarvan zij van oordeel zijn „dat de Raad zich ten dezen
niet aan scrupule heeft te binden."
Dat oordeel grondt zich daarop, dat deze Raad reeds vroeger
wat het beginsel betreft, uitspraak zou hebben gedaan ten aan
zien van de exploitatie der gasfabriek en er evenzeer een antecedent
zou bestaan ten opzigte der voorziening in de stads fabricage.
In het midden latende of bestaande antecedenten geacht kun
nen worden uitspraak over een beginsel te hebben gedaan om
de toepassing van datzelfde beginsel ook in andere gevallen tc
regtvaardigen, vermeent de ondergeteekende dat er groot onder
scheid bestaat tusschen de exploitatie eener gasfabriek van gemeen
tewege en het verstrekken van geneesmiddelen, zij het ook alleen
aan armen. Moge het eerste tc Tegtvaardigen zijn met het oog
22
h .y-