US GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 25 Julij 1S67. Hoofdstuk V. Afd. I. Art. 2. Bij Raadsbesluit van 10 Augustus 1S65 werd tot het aangaan eener geld leening ten be drage van ƒ160,000 besloten, waarvoor de inschrijving bij seriën zou worden opengesteld om, naar gelang der behoefte, de op brengst te doen strekken ter bestrijding der kosten van overname en exploitatie der Gasfabriek. Van die som werd bij eene le serie ƒ120,000 opgenomen en op de dienst van 1865 verantwoord. Bij de begrooting voor 1866 werd de opbrengst van eene 3e serie ad 20,000 beschikbaar gesteld voor eene aanvankelijke uitbreiding der fabriek. De inschrijving daarop ingevolge Raadsbesluit van 14 Maart 1867 opengesteld zijnde, had, in verband met den toenmaals bestaan- der. min gunstigen stand der geldmarkt het gevolg, dat van de gedane inschrijvingen slechts een bedrag van 9000 aanne melijk werd geacht en aangenomen, terwijl magtiging werd ver strekt om in de ontbrekende J 11,000 door middel eener tijdelijke geldopneming te voorzien, van welke magtiging echter geen ge bruik werd gemaakt, aangezien de met die som te bestrijden werken niet tijdig genoeg waren opgeleverd en goedgekeurd om nog op de dienst van 1866 te kunnen worden vereffend. Er blijft alzoo op het geheel der leening van 160 mille nog ƒ31,000 beschikbaar. Dit bedrag wenscht men nu in de eerste plaats te negotiëren, zóó tot dekking der op de dienst van 1866 nog on verevende kosten van den nieuwen gashouder, met aankleve van dien, als ter mede bestrijding der uitgaven, terzake de verdere uitbreiding van de Gasfabriek. Art. 3. Behalve hetgeen van de, bij Raadsbesluit van 10 Aug. 1865 vastgestelde leening, voor de verdere uitbreiding der gas fabriek beschikbaar blijft, geraamd op 20,000, zal ten behoeve dier uitbreiding, waarvan het gezamenlijk bedrag der kosten is begroot op j 125,000, eene nieuwe geldleening moeten worden aangegaan tot een bedrag van ƒ105,000, overeenkomstig een nader vast te stellen besluit. Daarvan zal echter voorshands niet meer dan ƒ80,000 behoeven te worden genegotiëerd, aangezien het resterend bedrag eerst in 1868 zal worden vereischt, ter be strijding der uitgaven wegens de alsdan uit te voeren werken. UITGAVEN. Hoofdstuk III. Afd. VI. Art. 12. Het is te voorzien dat ter bekostiging van nog te nemen voorbereidende maatregelen, betrekkelijk de voorgenomen uitbreiding van het bebouwde gedeelte der gemeente, al spoedig eenige uitgaven zul len moeten plaats vinden. Men acht het daarom van belang daarvoor op de begrooting eene som beschikbaar gesteld to zien en te dien einde het betrekkelijk artikel, thans voor memorie ge steld, uit te trekken voor 7000, waar tegenover gelijke scm in ontvang is gesteld en begrepen in de onder hoofdstuk I, Art. 2 der inkomsten uitgetrokken som, uitmakende een gedeelte van hetgeen de rekening over 1866 als beschikbaar batig saldo oplevert. Art. 13. De voorgenomen uitbreiding der gemeentelijke gas fabriek zal, gelijk hiervoren bereids is opgemerkt, volgens raming, in het geheel eene uitgaaf vorderen van 125,000. Wel is in een betrekkelijk overzigt der door die uitbreiding te veroorzaken kosten, het bedrag daarvan geraamd op 147,500, doch aange zien hieronder tevens was begrepen de waarde van het terrein met de zich thans daarop bevindende gebouwen voor de stads fabricage en de turfschuren, zoomede de uitgaaf vereischt voor het elders plaatsen dier gebouwen, kan die som worden vermin derd met 22,500. Deze uitbreiding zal echter in het loopend jaar niet in zijn geheel behoeven plaats te hebben, ten gevolge waarvan alleen het bedrag der voor de in 1867 uit te voeren werken, begroot op J 100,000 op dit art. in uitgaaf is gesteld. Artt. 14 en 15. Het niet tijdig opleveren door de Aannemers, van de bij deze artikelen omschreven werken, ten gevolge van verschillende omstandigheden, maakt het noodzakelijk dat de des wege op de dienst 1866 ouverevend gebleven uitgaven, over 1867 worden verantwoord, ten welken einde ze thans in uitgaaf zijn aangebragt. De \crgadering zich met een cn ander verecnigende, besluit dicnoverkomstig en tevens om aan dit besluit, vóór de resumtie der notulen, de vereischtc uitvoering te geven. 4. Voorts is aan de orde de behandeling van het door B. cn in verband met en naar aanleiding van het zoo even genomen besluit tot wijziging der Gemeentebegrooting, aangeboden ontwerp besluit tot het aangaan eener geldleening ten bedrage van 31,000, I uitmakende de derde serie der leening van ƒ160,000, ten be hoeve der gemeentelijke gasfabriek, zoomede het ontwerp-plan van geldleening daartoe betrekkelijk. Nadat de Vergadering zich had vereenigd met liet eerst be- I doeld ontwerp en mitsdien conform de voordragt buiten beraad slaging en rondvraag, eenstemmig had besloten, is het vorenbe doeld plan van geldleening in behandeling genomen. De artt. 1 en 2 zijn buiten beraadslaging eenstemmig aangenomen. Ten aanzien van art. 3 zegt de heer Bloembergen, dat in het slot van het le lid eene kleine omissie schijnt te zijn ingeslopen als moetende daar worden gelezen „telkens verschijnende den l January en den 1 Julij van ieder jaar." Hij stelt dus voor om die wijziging daar ter plaatse aan te brengen. Daartoe wordt eenstemmig besloten. Art. 3 dus gewijzigd, zoomede de artt. 4 cn 5, worden daarop aangenomen. Aangaande art. 6 merkt de heer Bloembergen aan, dat dele September toevallig op een Zondag invalt cn dat het daarom best zal zijn, om de storting der ingeschreven sommen op den 2en September te doen plaats vinden. Hij stelt uit dien hoofde voor art. 6 te doen luiden als volgt: „De storting der inge schreven sommen moet geschieden op den 2cn September 1867, gaande de rente met den eersten dier maand in." Dit voor stel is daarop aangenomen, zoomede de artt. 7, 8, 9 en 10, en eindelijk het plan in zijn geheel. Het voormeld besluit en het plan van geldleening zijn alzoo vastgesteld als volgt BESLUIT tot het aangaan eener geldleening ten bedrage van ƒ31,000.00, uitmakende de derde serie der leening van 160,000.00, ten behoeve der gemeentelijke gasfabriek. De Raad der gemeente Leeuwarden, gezien het plan der geld leening ten bedrage van 160.000.00 ter voorziening in de mid delen tot bestrijding der kosten van overname der gasfabriek en van exploitatie van deze als gemeentelijke inrigliug, vastgesteld bij zijn besluit van den 10 Augustus 1865, no. goedgekeurd door heeren Ged. Staten van Friesland, bij resolutie van den 14 Augustus daaraanvolgende, Gelet op zijn besluit van 14 Maart 1867, goedgekeurd bij resolutie van Ged. Staten van den 18 dier maand no. 7, waarbij wijzigingen zijn gebragt in voornoemd plan van leening, voor zoo veel de 2e serie betreft Overwegende dat de leening der beide eerste seriën volgens dit plan heeft plaats gehad tot een bedrag van 129,000.00, tegen eene rente van 5 pCt. Overwegende dat er, tot dekking van een gedeelte der uitga ven vereischt voor de verdere uitbreiding der gasfabriek, nood- I zakelijkheid bestaat dat ook een derde en laatste serie der voor melde leening tot een bedrag van ƒ31,000.00 beschikbaar wor de gesteld Gelet op art. 19 4 Jitt. a der gemeentewet; Besluit, voorbphoudens goedkeuring van heeren Ged. Staten lo. Te bepalen, dat ten behoeve der gemeente Leeuwarden zal worden opengesteld dc inschrijving op eene derde serie der - - GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 25 Julij 1867. 119 leouing van 160,000.00, vastgesteld bij Raadsbesluit van den 10 Augustus 1865, goedgekeurd bij resolutie van Ged. Staten an den 14 dier maand, tot een bedrag van 31,000.00. 2o. De voorwaarden dier leening te regelen als die voor de tweede serie en diensvolgens daarvoor vast te stellen navolgend PLAN VAN GELDLEENING, groot 31,000.00, uitma kende het bedrag eener derde serie van tie lecning, vastgesteld bij Raadsbesluit van 10 Augustus 1865, goedgekeurd bij resolutie van Ged. Staten van den 14 dier maand. Art. 1. Het bedrag der derde serie van de geldleening vast gesteld bij Raadsbesluit van 10 Augustus 1865, wordt bepaald op ƒ31,000, en de rente op vijf ten honderd in het jaar. Art. 2. Tot deze lecning worden, ten vervolge op die der twee eerste serien afgegeven schuldbekentenissen op naam of aan toonder ter keuze van tic deelnemers, van 1000.00, of twee van J 500, of vijf van 200, in dc twee laatste gevallen uittegeven onder hetzelfde nummer, geteekend met letter A, B, enz. Art. 3. Bij elke schuldbekentenis worden afgegeven 20 cou pons, de eerste verschijnende 1 Januarij 1868, voor het tijdsbe stek sedert den ingang der rente verloopen, de volgenden voor 6 maanden rente, telkens verschijnende den 1 Januarij en den 1 Julij van ieder jaar. Ook wordt bij elke schuldbekentenis afgegeven een bewijs ter bekoming van nieuwe coupons voor het. vervolg. Dc verschenen coupons zijn betaalbaar ten kantore van den Gemeente-Ontvanger. l)e rente en aflossing der schuldbekentenissen zullen worden gevonden uit de plaatselijke inkomsten; in het bijzonder zullen de inkomsten van de gasfabriek daarvoor zijn verbonden. Art. 4. Dc geldleening voor deze derde serie wordt bij open bare inschrijving aan den meestbiedende opengesteld. De inschrijvingen geschieden voor een of meer aandcelcn groot duizend gulden, terwijl daarbij wordt vermeld hoeveel obligation van 1000, of van ƒ500, of van /200 de inschrijver verlangt, ingeval zijne inschrijving wordt aangenomen. Voor zoover de aanbiedingen aan B. cn W. aannemelijk voor komen, zal dc hoogste bieder de aandeden erlangen waarvoor hij heeft ingeschreven daarop volgt degene die na hem het hoogste bod heeft gedaan en zoo vervolgeus. Indien door twee of meer der hoogstbiedenden voor gelijken prijs meer is ingeschreven dan bcnoodigd is, zal tussehen hen het lot beslissen. De billetten van inschrijving moeten op zegel geschreven cn vóór of op den door 13. en W. te bepalen tijd, bij dat Collegie ingekomen zijn. Op den omslag der billetten zullen de woorden worden gesteld „Billet van inschrijving voor de 3e serie der geldleening van ƒ160,000." De opening daarvan zal in het openbaar, op een door 13. en W. te bepalen tijdstip, in eene vergadering van hun Collegie plaats hebben. Binnen vier dagen na het openen der billetten wordt aan dc belanghebbenden, welker inschrijvingen geheel of gedeeltelijk zijn aangenomen, daarvan kennis gegeven. Art. 5. De Raad behoudt zich voor om, wanneer niet voor het volle bedrag der derde serie is ingeschreven ol wel de inschrij vingen ten deele door 13. en W. onaannemelijk zijn geacht, de ingeschrevene en aannemelijk geachte, sommen desniettemin aan te. nemen en wegens het niet ingeschreven of niet aangenomen bedrag eene nieuwe serie te openen. Art. 6. De storting der ingeschreven sommen moet geschieden op den 2 September 1867, gaande de rente met den eersten dier maand in. Art. 7. Bij de storting worden aan de deelnemers de. ver langde schuldbekentenissen door den Gemeente-Ontvanger afgegeven. Art. 8. Van af het jaar 1868 wordt jaarlijks op het geza menlijk bedrag der verschillende seriën minstens 3000 afgelost. De Raad regelt de hoegrootheid der af te lossen som. Art. 9. De uitloting heeft plaats in eene openbare Raadsver gadering, in de maand October. De uitslag daarvan zal in een of meer dagbladen der gemeente worden bekend gemaakt, bij welke bekendmaking de houders van de ter aflossing aangewezen schuldbekentenissen tevens zullen wor den opgeroepen om op den volgenden tweeden Januarij dc hun aankomende gelden, tegen overgave der schuldbekentenissen en van de alsdan niet verschenen coupons, in ontvang te nemen ten kantore van den Gemeente-Ontvanger. Art. 10. Aan de gepatenteerde, kassiers of handelaren in effec ten wordL l/4 pCt. courtage toegekend voor de door hen inge schreven en door B. en VV. aangenomen sommen, te voldoen op daartoe aan dezen in te dienen declaratie. Wijders is besloten aan het hierbij beslotene vóór de resumtie der notulen, uitvoering te geven. 5. Overgaande tot de, benoeming van vijf leden der Com missie van toezigt bedoeld bij art. 46 der wet op het middel baar onderwijs, ten welken einde door het Collegie van dage- lijksch bestuur ter vergadering van den 20 Julij jl. is aangeboden eene aanbeveling ir. alphabetische orde opgemaakt en bevattende de heerenMr. J. H. Albania, rar. J. C. Bergama, mr. A. Bloembergen, dr. G. B. G. Gescher, P. J. H. Hay ward, mr. A. v. d. Laan, dr. O. Sehreudcr, mr. T. van Hetlinga Tromp, dr. E. Verwijs cn mr. E. de> Wendt; is uit de gehoudene stem mingen gebleken dat tot leden dier Commissie benoemd zijn de heeren Mr. J. II. Albania bij dc eerste stemming met 9, dr. E. Ver wijs bij de 2e stemming met 16, rar. E. Attema bij de 3e stem ming met 9, P. J. II. Hayward bij de 4e stemming met 10 en jhr. mr. W. E. Engelen bij de 5e stemming met 9 stemmen. Voorts is besloten aan dit besluit vóór de resumtie der notulen gevolg te geven. 6. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. cn W, vervat in hun besluit van den 24 Julij jl. no. /75, destrekking hebbende om aan den hulponderwijzer in de tusschenschool le klasse A. Sehaafsma op zijn daartoe gedaan, mede ter tafel ge bragt verzoek, een eervol ontslag uit gemelde betrekking te ver- leenen, met ingang op den eersten Augustus aanstaande. Nadat op voorstel van den Voorzitter besloten was tot de on middellijke. afdoening van dit voorstel, is buiten beraadslaging cn rondvraag dienovereenkomstig besloten, met besluit tevens om aan dit besluit vóór de resumtie der notulen uitvoering te geven. 7. De Voorzitter brengt ter tafel de, bij missive van den 24 Julij 1S67, door den Gemeente-ontvanger ingezondene rekening der Inkomsten en Uitgaven der gemeente over het jaar 1866. Op voorstel des Voorzitters is besloten de betrekkelijke stuk ken der rekening zoomede de verantwoording van B. en W. te doen drukken, om daarna aan het onderzoek in de sectien te worden onderworpen. 8. De Voorzitter doet med'édeeling dat op den 13 Julij jl. heeft plaats gehad de aanbesteding van het doen van verfwerken aan 12 gebouwen, als het gemeentehuis, gegund aan Foppe Rosier, voor 104 de fransche kostschool voor meisjes aan Jan de Graaf, voor ƒ156; de tweede tussehenschool 2e klasse, aan Jurjèn Kijlstra, voor 393; het armenhuis, aan Jan de Graaf, voor ƒ356; de tus schenschool le klasse, aan Petrus Houtman, voor 269 de her berg de klanderij, aau Machiel Abrahams Duringer, voor 109 bet ziekeuhuis, aan Klau9 v. d. Heide, voor ƒ212; de tweede armenschool, aan Petrus Houtman, voor 69 de school in ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1867 | | pagina 2