•v»
1.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 9 Januarij 1868. 1
VERSLAG van het verhandelde ter vergadering van den
Gemeenteraad van Leeuwarden, gehouden op Don
derdag den 9 Januarij 1868.
Aanvankelijk 16 later 18 leden tegenwoordig, zijnde afwezig
de hecrcu K. Tigler Wjjbrandi, P. T. Plantenga en rar. J. Min-
nemu de With. Voorzitter de heer D. Zeper die, na de verga
dering op het daarvoor bepaalde tijdstip geopend en mcdedeeling
gedaan te hebben dat de heer Plantenga door eene ligte onge
steldheid verhinderd wordt de vergadering bij te wonen, den
leden in deze eerste vergadering van den nieuwen jaarkring har
telijk begroet en welkom heet. Hij verheugt zich dat hij, bij een
terugblik op het afgeloopen jaar, mag zien dat, behalve de heer
Holten die tengevolge van woonplaats verandering zijn omslag
nam, al de leden nog tegenwoordig konden zijn, en dat deze
vergadering dus geen enkel verlies door overlijden te betreuren
heeft. Vestigt hij het oog op de afdoening en bevordering der
belangen van de gemeente gedurende het afgeloopen jaar, dan
doet het hem genoegen dat hij een gunstig oordeel over den
gang van zaken kan uitspreken. Wel zal er te wetischen zijn
overgebleven doch dit zal wel immer het geval blijven. De ge
meente bleef ten vorigen jare bevrijd van eenige epidemie en van
veeziekte en was de gezondheidstoestand der ingezetenen over het
geheel genomen als zeer voldoende te beschouwen. Bij het in
treden van den nieuwen tijdkring wenseht hij dat die gunstige
omstandigheden mogen worden bestendigd en dat de leden in
hunne particuliere belangen de meest gunstige uitkomsten mogen
ervaren. Wat de bevordering der gemeentelijke aangelegenheden
betreft, hiervan wenseht hij de meest zegenrijke vruchten be
langrijke zaken, ook in opzigt tot de gemeentelijke finantiën, wach
ten op afdoening moge het den leden niet aan belangstelling,
lust en kracht ontbreken om daartoe naar hun vermogen mede
te werken.
1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde
wegens de op 23 December jl. gehoudene buitengewone vergadering.
2. Aan de orde is de behandeling van de ontwerp-verordening
regelende de werkzaamheden van de vaste Raads-Commissie, belast
met het voorbereiden van alle raadsbesluitenbetreffende het verhu
ren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van hetgeen
naar het burgerlijk regt, eigendom der gemeente is.
De Voorzitter wenseht der vergadering mede te dcelen dat
bij het dagelijksch bestuur aanhangig is een voorstel aan deze
vergadering te doen, de strekking hebbende om eene zoogenaamde
bouw-Commissic in het leven te roepen dat de onderwerpelijke
aangelegenheid daarmede wei in eenig indirect verband staat en
dat het Collegie van dagelijksch bestuur derhalve in overweging
geeft om de behandeling der hierbedoelde ontwerp-verordening
uit te stellen tot eene volgende vergadering.
De heer Jongsma rapporteur der betrokken Raads-Comraissie
zegt gaarne aan het verlangen van heeren B. en W. te willen
toegeven, bijaldien zijne medeleden in de Oommissie dit even
eens willen.
Nadat door de andere leden daaromtrent in toestemmenden
zin was geantwoord, stelt de Voorzitter het boven bedoelde
uitstel voor, 't welk daarop eenstemmig wordt aangenomen.
3. Voorstel van B. en JV. met betrekking tot eene bij de 2e
bewaarschool op het Zuidvliet aan te brengen speelplaats.
De Vergadering, zich vereenigende met de conclusie van het
voorstel van B. en W. besluit dienovereenkomstig
B. en W. te raagtigen, lo. met den heer T. Wigersma, eige
naar der huizen op het Zuidvliet alhier, gekwoteerd letter L nos.
135a en 135£ eene overeenkomst aan te gaan, daartoe strekkende
dat: a. door den heer Wigersma afstand worde gedaan van het
regt van pad of overloop ten behoeve van zijne beide voormelde
Bijvoegsel tot de Provinciale Frtescue Courant.
huizen over het aan de gemeente Leeuwarden behoorende terrein,
bij het gebouw der 2e l'usschenschool 2e klasse, naar eene water-
stoep, aanwezig bij de ten oosten gelegen sloot.
b. De heer Wigersma gedooge en er genoegen inneme dat
het pad ran af meer genoemde huizen naar het Vliet beperkt
en gelegd worde onm ddellijk langs den oostelijken muur dier
huizen en het daarachter gelegen erf.
c. als schadeloosstelling voor den afstand en bewilliging sub
a en b vermeld bij en ten behoeve der vaakgenoemde huizen, op
eene door den heer Wigersma aan te wijzen plaats, van wege de
gemeente worde gemaakt eene put met pomp en deze daarna in
eigendom en onderhoud aan den heer Wigersma worde over
gedragen.
d. op 1.50 el evenwijdigen afstand van en bijlangs den oos
telijken muur der meergenoemde woningen en het daarachter ge
legen erf, ten koste der gemeente worde gemaakt en onderhou
den, eene schutting, strekkende van af den achtergevel van het
schoolgebouw tot de ten zuiden gelegen sloot.
2o. Nadat de sub lo. vermelde overeenkomst met den heer
Wigersma zal zijn gesloten, de uitvoering van de, dientengevolge
ten laste der gemeente daar te stellen werken te bevorderen en
vervolgens tot de inrigtipg van eene speelplaats bij het gebouw
der 2e Tusschenschool 2e klasse op het daarvoor bestemde ter
rein over te gaan.
4. Voorstel van B. en W. tot het verleenen eener gedeeltelijke
kwijtschelding van de door J. F. Koopmans alhierverschuldigde
pacht voor grasgewas.
De Vergadering zich vereenigende met de conclusie van dit
voorstel, besluit buiten beraadslaging en omvraag, dienovereen
komstig
Aan Jan Franzes Koopmans over 1867, voor eene som van 8.50
pachter geworden vati een pereeel grasgewas, waarop ter gele
genheid der jaarmarkt in de maand Julij dezes jaars een paar
denspel is geplaatst geweest, wegens door hem uit dien hoofde
geleden schade, kwijtschelding van de helft der opgemelde pacht
som te veileenen, ten bedrage van 4.25.
5. Voorstel van B. en JV. met betrekking tot eene missive van
de kamer van koophandel en fabrieken alhierhoudende bezwaren
tegen de doorvaartswijdte van de zoogenaamde Boomsbrug op hei
Vliet.
De Vergadering zich mede vereenigende met de conclnsie van
dit voorstel, besluit buiten beraadslaging en omvraag dienover
eenkomstig
Aan de kamer van koophandel en fabrieken te Leeuwarden
in antwoord op hare missive van 27 Junij 1867 no. 764, to
kennen te geven, dat aan de Boomsbrug bij de eerstvolgende
noodzakelijke vernieuwing of geheele herstelling dezelfde door
vaartswijdte zal worden gegeven, welke de ijzeren ophaalbrug op
het Vliet voor het tegenwoordige heeft.
6. De Voorzitter brengt namens B. en W. met een daar
toe betrekkelijk rapport en voorstel ter tafel
a. een onticerp-besluit tot vaststelling eener verordening rege-
lende de schooluren aan de jranschc dag- en kostschool voor jonge
jufvrouwen
b. een ontwerp-besluit tot wijziging der verordening voor de
burgerschool voor meisjes
c. een ontwerp-besluit tot heffing van schoolgeld voor onderwijs
aan de burgerschool voor meisjes, en
d. een ontwerp-verordening op de invordering van het schoolgeld
voor onderwijs aan de burgerschool voor meisjes.
Luidende deze ontwerpen als volgt
De RAAD der gemeente Leeuwarden,
In aanmerking nemende dat het wenschelijk is de schooltijden