iw— - "i GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Woensdag den 23 December 1868. 197 VERSLAG van het verhandelde ter buitengewone ver gadering van den Raad der gemeente Leeu warden, op woensdag den 23 December 1868. Tegenwoordig 17 leden, later 20; afwezig de hoer Plantenga. Voorzitter de heer D. Zeper, die de vergadering op het daar voor bepaalde tijdstip opent. 1. Wordt gelezen en onveranderd vastgesteld, het genotuleerde van het ter vergadering van 10 December jl. verhandelde. 2. Is ter tafel gebragt en gelezen, een voorstel van Burge meester en Wethouders, betrekkelijk het in exploitatie brengen van een deel van den voor de uitbreiding der gemeente bestem den grond. De Voorzitter geeft te kennen dat dit voorstel zal worden gedrukt en aan de leden rondgedeeld en stelt voor het in eene volgende vergadering te behandelen hiertoe wordt zonder hoof delijke stemming besloten. 3. Is ter tafel gebragt, eene missive van hoeren voogden van het St. Anthonij Gasthuis te Leeuwarden, dd. 19 dezer no. 1367, tengevolge van het bij Raadsbesluit van 11 Junij 11., in hunne handen gestelde rapport van de Raadscommissie, belast met het instellen van een regtskundig onderzoek naar de gegrondheid van de door hen gemaakte aanspraken, op den eigendom van eenige pcrceelen gronds, in de nabijheid van de Potmarge, in deze ge meente gelegen, van 14 Maart 1867, ten einde hunne zienswijze hieromtrent nader te willen kenbaar maken. De Voorzitter stelt voor dit stuk wegens deszclfs uitgebreid heid niet te lezen, maar hetzelve in handen te stellen van de betrekkelijke Raadscommissiein verband met 's Raads besluit van den 11 Junij 1868 no. 7/,of De vergadering besluit dienovereenkomstig. 4. Is ter tafel gebragt en gelezen, een adres van N. van Krugten c. s. allen slagers wonende te Leeuwarden, dd. 12 dezer, houdende verzoek dat telken jare eene verloting of verpachting van staanplaatsen op de vleeschmarkt moge plaats hebben. Gesteld in handen van Burgemeester eu Wethouders, ten fine van beschikking. 5. Is ter tafel gebragt en gelezen, een adres van L. L. Hos- bach en P. Jansma, aannemers van het inrigten der oude manége tot gyranastiekschool, dd. 20 dezer, houdende verzoek, hen kwijt schelding te verleenen, der boete ad ƒ75, door hen beloopen ter zake dat dit werk 15 dagen later dan het daarvoor bepaalde tijdstip is opgeleverd. Om berigt en raad gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders. 6. Is ter tafel gebragt en gelezen, eene door Burgemeester en Wethouders opgemaakte voordragt, tot benoeming van eene hulponderwijzeres (secondante) aan de Pranschc dag- en kostschool voor jonge jufvrouwen te Leeuwarden, op eene jaarwedde van vier-honderd gulden. Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 7. Is ter tafel gebragt, eene resolutie van heeren Gedepu teerde Staten van 4 dezer no. 17, houdende kennisgeving van de benoeming van IJpe Coree, als sluiswachter van de sluis ge naamd de Nesscrzijl en brugwachter van de nabij die sluis gele gen draaibrug over de Boorne en toezending van het reglement op die sluis- en brug en instructie voor den sluis- en brugwachter. Ter inzage gedeponeerd voor de leden. 8. Is ter tafel gebragt, eene resolutie van heeren Gedepu teerde Staten van 17 dezer no. 23, houdende goedkeuring van het Raadsbesluit van 10 te voren no. 8/i°*» waarbij is besloten aan Vrouwe Quirina Jacoba van Andringa de Kempenaer, Dou airière W. C. G. van Weideren baron Rengers, in ruil af te staan den niet kadastraal ingedeelden grond in het St. Jobsleen te Leeuwarden enz. Aangenomen voor notificatie. 9. Is ter tafel gebragt, een brief van P. van Esveld, daarbij zijn dank betuigende, voor de hem in de vergadering van 26 November jl., toegekende gratificatie van ƒ25, wegens het hem in zijne betrekking van pijphouder bij de brandspuit no. 6, over komen ongeluk. Aangenomen voor notificatie. 10. De heer Duparc brengt, als rapporteur van de commis sie voor de strafverordeningen, ter tafel en doet voorlezing van het door die commissie opgemaakt verslag, van 't onderzoek aan welke der plaatselijke verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd, ingevolge art. 177 der gemeentewet, voortdurend kracht is toe te kennen. Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 11. De heer Jongsma brengt ter tafel en doet voorlezing, van hot door de commissie, in wier handen is gesteld, de be grooting van ontvangsten en uilgaven voor 1869, van de stads armenkamer, opgemaakt rapport. Als voren. 12. Aan de orde is de behandeling van het ter vorige ver gadering aangebragt rapport der commissie, benoemd bij raads besluit van 26 November jl. no. Vm, tot onderzoek eener mis sive van heeren voogden van het nieuwe stads weeshuis alhier, dd. 16 te voren no. 23, houdende verzoek om toestemming tot het wijzigen der begrooting van de inkomsten en uitgaven dier instelling over 1868. De vergadering zich met de conclusie van het rapport ver- eenigende, besluit zonder hoofdelijke stemming, het verzoek van heeren voogden voornoemd tot wijziging der bedoelde begrooting toe te staan. 13. Aan de orde is de behandeling van 'tin de vorige zit ting ter tafel gebragt voorstel van Burgemeester en Wethou ders van 10 dezer, op het bij besluit van 26 November jongst leden no. 2, om berigt en raad aan hen geren voijeerde adres van Aan Beenstra, gewezen gaarder der belasting voor het ge bruik der wateren, kaden en wallen in deze gemeente, van den 17 November te voren, houdende verzoek dat hij op nieuw in het genot van wachtgeld worde gesteld, voor 't geval er geene mogelijkheid bestaat om hem in eene andere betrekking te plaatsen. De vergadering met de conclusie van dit voorstel instemmende, besluit zonder beraadslaging lo. aan den eervol ontslagen tweeden gaarder der belasting voor 't gebruik van de wateren, kaden en wallen in deze ge meente Aan Peenstra, met 1 Januarij 1869, voor den tijd van drie jaren en alzoo tot 1 Januarij 1872, een wachtgeld toe te kennen, gerekend naar twee en vijftig gulden in 't jaar, onder voorwaarde, dat, bijaldien hij voor laatstgemeld tijdstip eene ge meentelijke of rijks betrekking mogt erlangen, aan welke eene bezoldiging verbonden is gelijkstaande met, of hooger dan 't aan hem toegekende wachtgeld, hij alle aanspraak op dat wachtgeld zal verliezen, terwijl, voor 't geval die bezoldiging minder mogt bedragen, hij niet dan tot dat minder bedrag zijne aanspraak op dat wachtgeld kan doen gelden. 2o. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen, ter zijner tijd aan den Raad de vereischte voorstellen te doen tot aanwij zing der fondsen, waaruit 't sub lo. bedoeld wachtgeld kan worden voldaan. 14. Is ter tafel gebragt, eene missive van de commissie van toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs te Leeuwarden, dd. 16 dezer no. 51, houdende voordragt van candidaten voor de, tengevolge der periodieke aftreding op 31 December a.s. van Bijvoegsel tot de Provinciale Fmesche Courant. 55

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1868 | | pagina 1