150 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 28 October 1869. onderhouden, bij welke begrooting eene subsidie uit de gemeente kas wordt voorgedragen ter somma van 36,125.20. Overwegende, dat uit de rekening en verantwoording der in komsten en uitgaven van dc voogden der stads armenkainer te Leeuwarden, over 1868 ingediend en de begrooting over het jaar 1S70, ten duidelijkste blijkt, dat het bestuur van gemelde in stelling, zonder subsidie uit de fondsen der burgerlijke gemeente niet aan zijne roeping kan voldoen Overwegende, dat het alzoo volstrekt noodzakelijk is aan dat bestuur subsidie uit dc gemeentekas toe te kennen Overwegende, dat het aanzienlijk bedrag der aangevraagde subsidie wordt vereischt tot dekking der voorgedragene uitgaven, die in totaal overeenkomende met het eindcijfer der begrooting over 1869, en in verband met de toenemende bevolking van het armhuis, zoowel als tengevolge van het vermeerderd aantal bedeelden, voor gcene beperking vatbaar zijn Overwegende, dat er geene personen bekend zijn van wie deze administratie bijdragen zal kunnen vragen of van wie dezelve zullen kunnen worden verwacht, anders dan bij de ondenverpe- lijke begrooting voor 1870 is opgegeven Overwegende, dat op die begrooting alle, zoo gewone als buitengewone, inkomsten dezer instelling geacht mogen worden te zijn aangebragt tot hoeding der uitgaven Overwegende, dat het bestuur der instelling overeenkomstig haren aard en bestemming aan zijr.e vcrpligtingcn naar vermo gen voldoet Overwegende, dat alzoo de vereisebten aanwezig zijn om tot eene toekenning vr.n subsidie uit de gemeentekas, aan deze in stelling te kunnen overgaan Gelet op artt. 59, 60 en 61, in verband met art. 19 der wet van 28 Junij 1854- [Staatsblad no. 100.] Besluit: Toe te staan aan de stad3 armenkamer te Leeuwarden, voor de dienst 1870, eene subsidie uit de gemeentekas, ten bedrage van ƒ36,125.20. En zal van dit besluit binnen acht dagen na de dagteekening mededeeling worden gedaan aan Gedeputeerde Staten der provincie. 17. Wordt in behandeling genomen het in de vergadering van 14 October jl. ter tafel gebragt rapport van de commissie belast geweest met het onderzoek der bcgrooting van inkomsten en uitgaven van 't nieuwe stads weeshuis, voor het jaar 1870. De vergadering, met dc conclusie van dit rapport instemmende, besluit buiten beraadslaging eenstemmig De begrooting van dc inkomsten en uitgaven van het nieuwe stads weeshuis, voor het jaar 1870 goed te keuren, tot een be drag, in ontvang vanƒ22,508.59, in uitgaaf van-22,494.26. 18. Wordt in behandeling genomen het in de vergadering van 14 October jl. ter tafel gebragt rapport van de commissie, in wier handen is gesteld eene missive van heeren voogden van het Sint Anthonij Gasthuis alhier, dd. 19 Deoember 1868, no. 1367, omtrent de gegrondheid van de door hen gemaakte aan spraken op den eigendom van eenige perceelen gronds in de nabijheid van dc Potmarge, in deze gemeente gelegen. De vergadering, zich met de conclusie van dit rapport vercc- nigendc, heeft buiten beraadslaging, met algemeene stemmen goedgevonden lo. In beginsel te besluiten, dat eene dading tusschen de Gemeente en het Sint Anthonij-Gasthuis alhier omtrent den ei gendom der kadastrale perceelen Gemeente Leeuwarden, sectie G nos. 1563 (zooveel den grond betreft), 1564,826, 825 en 809 (of zoodanige andere cijfersals tengevolge van vernummering daar voor in de plaats zijn getreden) alsmede van de opsloot in laatst gemeld perceel, in het belang der Gemeente is, - ouder be paalde reverse nogthans, dat, ingeval de daarover te voeren on derhandelingen niet tot het treffen eener transactie mogen leiden, alle regten der Gemeente omtrent die perceelen gronds onverkort zullen blijven bestaan, even als of van dading daarover nimmer sprake was geweest. 2o. Burgemeester en Wethouders uittenoodigen de vereisch- te maatregelen tot het sluiten dier dading met Heeren Voogden var. het Sint Anthonij-Gasthuis te beramen en ter zijner tijd een ontwerp-transactie aan den Raad ter goedkeuring aan te bieden. 19. Naar aanleiding van het in de vergadering van 14 Oc tober jl. genomen besluit, overgegaan zijnde tot de uitloting van aandeelcn in dc daarvoor aangewezen geldlceuingcn, ten behoeve dezer gemeente aangegaan, is «laarvan de uitslag geweest, dat achtereenvolgend zijn uitgeloot a. van de lecning vastgesteld den 11 Augustus 1853, dc nummers 6, 120, 50, 87, 116, 1, 81, 110, 142 en 95; b. van die vastgesteld den 23 October 1856, de nummers 21, 58, 40, 96, 9, 42, 57 en 37; c. van die vastgesteld den 30 Junij 1859, de nummers 14, 51, 77a en 6, 12, 76 a en 49, 19, 40 en 5; d. van die vastgesteld den 27 Maart 1862, dc nummers 62, 66, 22, 5, 81, 80, 40 en 51 e. van die vastgesteld der. 22 October 1863, de nummers 22, 13, 24, 56, 2 en 8 van die vastgesteld den 8 en 28 December 1864, de num mers 7, 23, 4, 17 en 24 g. van die vastgesteld den 13 Julij 1S65, de nummers 55, 80, 62, 25 en 68 en h. van die aangegaan ten behoeve van dc overname en ex ploitatie der gasfabriek, de nummers 143, 109 en 154. 20. Wordt in behandeling genomen het in de buitengewone vergadering van 25 October jl. ter tafel gebragt voorstel van Burge meester en Wethouders, op het schrijven van den heer J. 1). Simon, Gemeente-Ontvanger alhier, dd. 18 te voren, houdende kennisgeving dat, alhoewel zijn verzoek om, bij eventueel ontslag uit die betrekking, in het genot van pensioen te worden gesteld, niettegenstaande de daarvoor door hem aangevoerde en riaar zijne raeening overwegende motieven, bij Raadsbesluit van 14 October te voren, is afgewezen, het desniettemin zijn verlangen is om met 1 Januarij 1870 uit gemelde betrekking eervol te worden ontslagen. Dc vergadering, instemmende met de conclusie van dit voor stel, heeft buiten beraadslaging eenparig besloten: lo. aan den heer Jan David Simon, met den eersten Januarij 1800 zeventig, naar aanleiding van 't daartoe door hem gedaan verzoek, op de meest eervoile wijze ontslag te vcrleenen uit zijne betrekking als Ontvanger der gemeente Leeuwarden, onder dank betuiging voor de vele en belangrijke diensten, door hem als zoodanig aan die gemeente bewezen. 20. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen om, voor de vervulling der door 't sub lo. genomen besluit te ontstane vaca ture, aan den Raad, overeenkomstig 't bepaalde bij artikel 106 der gemeentewet, met bekwamen spoed eene aanbeveling aan te bieden. 21. Wordt in behandeling genomen het in de vergadering van 14 October jl. ter tafel gebragt voorstel van Burgemeester en Wethouders, op het der. 24 Junij jl., om berigt en raad in hunne handen gestelde adres van de politiedienaren der le en 2o klasse in deze gemeente, dd. 23 Junij te voren, houdende ver zoek, dat hunne tractementcn mogen worden verhoogd. De vergadering, zich vereenigende met de conclusie van dit voorstel, besluit buiten beraadslaging met algemeene stemmen lo. Het tractement vau de politiedienaren der eersteen tweede GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 2S October 1869. 151 klasse te verhoogen met vijftig gulden 's jaars, intcgaan den 1 Januarij 1870. 2o. Naar aanleiding van het sub lo. genomen besluit de vige rende verordening, regelende dc inrigting der politie in de ge meente Leeuwarden, te wijzigen en daartoe vasttestelien het vol gend besluit De Raad der gemeente Leeuwarden, Overwegende, dat het noodig en wenschelijk is het janrlijkscli tractement- van de politiedienaren der eerste en tweede klasse in die gemeente, te verhoogen Gelet op 't bepaalde bij, art. 136 der gemeentewet, BESLUIT a. artikel 2 der verordening, regelende de inrigling van het personeel der politie in de gemeente Leeuwarden, vastgesteld bij Raadsbesluit van den 14 Augustus 1 856, no. l/108a en gewij zigd bij die van 10 Februarij 1859, 22 November 1860 en 10 Januarij 1867 nos. 4, 2 en 4/77, wordt nader gewijzigd en vast gesteld, als volgt Plet jaarlijksch tractement van deze beambten is: Voor den inspecteur van politie/800.00 Voor de politiedienaren der lc klasse, ieder - 500.00 Voor de politiedienaren «Ier 2e klasse, ieder - 450,00 Voor «lc politiedienaren der 3e klasse, ieder -135.00 b. de sub a bedoelde wijziging gaat in inet den 1 Januarij 1870. 3o. De adressanten Picter Jnns van dei'Veer cum. soc., politie dienaren der eerste en lw°ede klasse, zoomede den heer commis saris van politie in deze gemeente, met het sub" lo. genomen be sluit in kennis te stellen. 22. Wordt in behandeling genomen het in de vergadering van 14 October jl. ter tafel gebragt voorstel van Burgemeester en Wethouders, om de jaarwedde van den tegenwooruigen boek houder der gemeentelijke gasfabriek te verhoogen en vasttestelien op het maximum van liet daarvoor bij artikel 3 der vigerende verordening, regelende den rang, het getal, dc bezoldiging cu de wijze van benoeming van de ambtenaren en bedienden aan die fabriek, bepaald bedrag. Dc vergadering, instemmende met de conclusie van dit voor stel, heeft buiten beraadslaging eenstemmig besloten: De jaarlijkschc bezoldiging, thans door den tegenwoordigen boekhouder bij «Ie gemeentelijke gasfabriek tc Leeuwarden, de heer J. L. Petersen, als zoodanig genoten, tc verhoogen en te bepalen op een duizend twee honderd gulden, in te gaan met 1 Januarij 1870. 23. Wordt in behandeling genomen het in de vergadering van 14 October 1869 ter tafel gebragt voorstel van Burgemees ter en Wethouders, op bet den 23 September jl., om berigt cu raad in hunne handen gestelde adres van C. F. Soliwaner, tim merman alhier, dd. 21 September te voren, houdende verzoek, dg,t aan hem, hetzij in eigendom, hetzij op grond pacht moge worden overgedragen een gedeelte van den aan de gemeente toebehoorenden grond op de Nieuwcburen alhier, waar vroeger de Diaeoniekamers hebben gestaan. Den heer Plantenga is het opgevallen, dat de adressant den grord in koop of op groudpacht wenscht over tc nemen. Burgemeester en Wethouders schijnen aan de overdragt in koop de voorkeur te geven, daar de conclusie van hun voorstel alleen inhoudt de som waarvoor de adressant den grond in eigen dom kan bekomen. Spr. zou het wenschelijk achten, dat in de conclusie eene kleine bijvoeging werd gemankt, ora den adressant in staat te stellen tc vernemen hoeveel de groudpacht zal be dragen. Voorts acht Spr, het niet ondienstig, dat ccn tijdstip worde bepaald waartegen de adressant zich" zal hebben te ver klaren of de eigendomsoverdragt door hem wordt aangenomen. De heer Asman meent, dat dc voorgestelde prijs wel wat hoog is en zou daarom in overweging wcuschen te geven dien lager te stellen. Hij kan zich wel vereenigen met hel denkbeeld om dc bestaande opening te bebouwen, doch hij is tevens van oor deel, dat niet zooveel voor den grond moet worden gevraagd. Voorts zou Spr. nog wenschen te vernemen of het ter plaatse bestaande publiek privaat daar blijven zal. Voor de bewoners der buurt zoomede voor den toegang naar de armenbcwaarschool is dit eene onaangename zaak. Dc Voorzitter zegt, dat het privaat in geen verband staat met de bebouwing van den grond. De heer Asman vraagt hierop of er geen gelegenheid bestaat om het privaat te verplaatsen Dc Voorzitter wenscht den heer Asman in overweging tc geven om zich te bepalen bij de zaak die aan de orde is. De heer Asman zegt vervolgens, dat hij zich tegen het voorstel zal verklaren, omdat dc eiscli hem tc hoog voorkomt. De Voorzitter kan het gevoelen van den heer Asman niet deelen, dc prijs is gesteld geheel in overeenstemming met het voorstel van den architect en mag in verband met de gunstige ligging als billijk worden beschouwd. Omtrent de bedenkingen van den lieer Plantenga geeft Spr. te kennen, dat de adressant aan koop de voorkeur geeftdaarom hebben Burgemeester en Wethouders zich ook alleen bepaald bij het opgeven eener som, die bij overdragt in eigendom zal moeten worden betaald. Wat het bepalen van een tijdstip van over dragt aangaatdit heeft men niet noodig geacht, omdat do adressant gereed is onmiddellijk met bouwen aantevangen. l)e heer Plantenga zegt, dat (le adressant wel is waar aan koop de voorkeur geeft, maar toch verzoekt hij bipaaldelijk den prijs te vernemen en van overdragt in eigendom en op grond- pacht. Spr. blijft het intusschen wenschelijk achten, dat voor dc verklaring van aanneming der overdragt een tijdstip worde aangegeven. De Voorzitter zegt, wanneer dc Raad mogt besluiten tot overdragt bij koop, dan zou daarbij tevens kunnen worden be paald, dat die overdragt zal kunnen plaats hebben inet half November. Hij stelt daarom voor in liet le punt der conclusie op te ne men de bepaling, dat de aanvaarding op 15 November 1869 zal geschieden. De lieer Bloembergen merkt op, dat wanneer de adressant genegen zal zijn den grond in eigendom over te nemen, er nog een besluit zal moeten worden genomen waarbij de steeg ge naamd „achter dc witte hand" voor dit gedeelte aan de open bare dienst wordt onttrokken. Op dit besluit zal de goedkeu ring van heeren Gedeputeerde Staten moeten worden ingewacht, waarmede nog al cenigcn tijd zal verloopcn. Spr, is mitsdien van oordeel, dut de voorgestelde termijn van overdragt te kort is. De heer Attema meent, dat het beter is een termijn te' bepa len binnen welken dc adressant zich zal hebben te verklaren of de overdragt door hem wordt aangenomen. Bepaalt iüen dien op 15 No-vcmber dan gelooft Spr. nat men aan de door den heer Plantenga geopperde bedenking zal te gemoet komen. De heer Plantenga verklaart, dat het geavanceerde door den heer Attema geheel overeenkomstig zijne bedoeling is. De Voorzitter stelt hierop voor in het eerste punt der con clusie op te nemen de bepaling, dat de adressant zich vóór den 15 November zal hebben te verklaren of dc eigendoms-overdragt door hem wordt aangenomen,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1869 | | pagina 4