rr 1 l' B "V c GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 13 Januarij 1870. ten dezen in deresolutie van 12 Julij 1869, no. 51, geopenbaarde zienswijze. Aangenomen voor notificatie. 12. De Voorzitter deelt mede, dat heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie, blijkens hunne resolutie van 30 Decem ber 1869, no. 15, het besluit dezer vergadering van 23 Decem ber te voren, waarbij, met intrekking vau dat van 25 November 1869, no. 22/2, is besloten, te bepalen, dat door den ontvanger der gemeente Leeuwarden zakelijk borgtogt moet worden ge steld tot een bedrag van f 40,000.00, voor kennisgeving hebben aangenomen. Aangenomen voor notificatie. 13. De Voorzitter deelt mede, dat het besluit dezer verga dering van 23 December jl., no. 11/32, tot wijziging van de begrooting dienst 1869, bij besluit van heeren Gedeputeerde Sta ten dezer provincie dd. 7 Januarij daaraanvolgende, no. 12, is goedgekeurd. Aangenomen voor notificatie. 14. De Voorzitter brengt ter tafel het proces-verbaal van veri ficatie der kas van den heer Ontvanger dezer gemeente, over het 4e kwartaal van 1869. Ter inzage van de leden. 15. De Voorzitter deelt mede, dat bij de op den 5 Janu arij 1870, plaats gehad hebbende verhuring en verpachtingen, huurder en pachters zijn geworden van a. het excertitie-veld, gelegen achter de Hoven, voor drie jaren, ingaande 5 Maart 1870, IJef Jans van der Weide, voor een' jaarlijkschen huurprijs van 351.25. b. de opbrengst van het bruggeld voor het wippen der Tuinster- en Boomsbruggen, voor een jaar, ingaande 12 Mei 1S70, Jan Cornclis de Wit, voor 225.00. c. Alsboven voor het draaijen der Potmargebrug, Hendrik Nutte Bersée, voor 527.00. Aangenomen voor notificatie. 16. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge meester en Wethouders, aangaande het bij besluit dezer verga dering van den 11 November 1869, no. 8, om berigt en raad, in hunne handen gestelde adres van R. K. van der Meer cura soc, aannemers van 't eerste gedeelte der werken tot uitbreiding van de gemeentelijke gasfabriek, d<l. 30 October te voren, hou dende verzoek, dat deze vergadering lo. toetredende tot het bij dat adres gedaan voorstel, zich ge negen verklaren om het tusschen hen en den gemeente-architect aanhangig geschil over de rekening ter zake werkzaamheden en leverantiën, door hen uitgevoerd en gedaan ten behoeve der bo venbedoelde werken en die niet in 't bestek waren opgenomen, aan de uitspraak van deskundigen te onderwerpen; cn 2o. Burgemeester en Wethouders, zoo noodig, te magtigen aan hen, op rekening van de hun competerende gelden, uit te betalen cene som van twee duizend gulden. Op voorstel van den Voorzitter wordt eenstemmig besloten, dit voorstel in deze vergadering, na afloop van de verdere op den oproepingbrief vermelde punten, in behandeling te nemen. 17. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge meester en Wethouders, betrekking hebbende op het in de avond zitting dezer vergadering van 15 November jl., ten fine van be rigt en raad, aan hun collcgie gerenvoijeerd adres van den heer mr. Johannes van der Veen, procureur alhier, van gelijke dag- teekening, het verzoek bevattende, om, indien de Raad zich niet mogt kunnen vereenigen met de in het adres ontwikkelde ziens wijze, omtrent de bebouwing van het aan den adressant in koop toegewezen bouwterrein no. 19, hem te ontheffen van de ver pligting om op gemeld terrein een huis te stichten. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten, dit voorstel onmiddellijk in behandeling te nemen. De heer Dirks verklaart, dat hij zich met de conclusie van het voorstel volkomen kan vereeuigen maar tij wenscht even wel te kennen te geven, dat hij met dc motieven, in 't voorstel zelve ontwikkeld, niet geheel instemt. Hij zal zich echter daar over niet verder in deze vergadering uitlaten. De heer Wiersma vereenigt zich met het door den heer Dirks gesprokene. Hierna wordt de conclusie van het voorstel in omvraag gebragt en eenstemmig aangenomen, weshalve is besloten In beginsel aan te nemen, dat de heer mr. Johannes van der Veen, volgens de gedrukte verkoopsvoorwaarden, verpligt is om 't provisioneel aan hem in koop toegewezen terrein tusschen den staatsspoorweg en 't Zaailand, op de betrekkelijke lijst en teekening met nummer 19 aangeduid, te bebouwen, doch hem, met 't oog op den buitengewonen toestand, waarin hij ten aan zien van dat terrein verkeert, bij gunstige uitzondering van die verpligting te ontheffen en daartoe te nemen het volgend ge motiveerd besluit De Raad der gemeente Leeuwarden Gelet op 't adres van mr. Johannes van der Veen, procureur, wonende in die gemeente, dd. 15 November 1869, waarbij hij, onder overlegging van een afschrift der door 't collegie van Da- gelijksch Bestuur dier gemeente ten aanzien van na te melden afscheiding genomen beschikking dd. 3 November bevorens, no. 2/104, voor 't geval dat de Raad van oordeel mogt zijn, dat volgens de verkoopsvoorwaarden op hem de verpligting rust om een huis te bouwen, op het den 4 Augustus 1869 aan hem provisi oneel in koop toegewezen bouwterrein tusschen den staatsspoor weg en 't Zaailand, op de betrekkelijke lijst en teekening aange duid met nummer 19, verzoekt, hem van die verpligting teont- heffen en te vergunnen dat terrein van de nieuwe kade af le scheiden door middel van een ijzeren hek, volgens door hem ingezonden teekening Gehoord 't ten dezen door voormeld collegie heden uitgebragt en schriftelijk overgelegd advies Gezien de gedrukte bepalingen en voorwaarden betrekkelijk de uitgifte in bebouwing door deze gemeente van gronden tusschen den staatsspoorweg en 't Zaailand alhier, dd. Februarij 1869, zooals die laatstelijk gewijzigd zijn vastgesteld den 13 November daar aanvolgende Overwegende, ten aanzien van de verpligting der koopers van terreinen als 't hierbedoelde om deze te bebouwen, dat die ver pligting ongetwijfeld bestaat zoolang daarvan door den Raad geene ontheffing is verleend dat, moge 't toch waar zijn, dat in de afzonderlijke artikelen der aangehaalde voorwaarden die verpligting niet expressia ver bis is opgeneraen, 't geen trouwens ook niet volstrekt noodig was, 't bestaan daarvan niettemin uit den geheelen zamenhang dier voorwaarden zoowel als uit sommige daarin opgenomen be palingen ten duidelijkste blijkt dat immers, daargelaten nog dat het intitule dier voorwaarden, welke alléén voor partijen als rigtsnoer hunner handelingen kunnen, gelden, met zoovele woorden aanwijst en bepaalt, dat de onder- werpelijke terreinen worden uitgegeven Ier bebouwing onder an deren aan de bepaling van art. 16, le lid en bijgevolg aan de uitgifte zelve geene uitvoering zou kunnen worden gegeven, wan neer de gronden, ook buiten de speciaal daarvoor aangewezen gevallen, zonder nader te verleenen dispensatie onbebouwd konden worden gelaten dat volgens dit artikel toch de acte van overdragt van den grond niet mag worden opgemaakt, voor dat dc teekening der daarop te bouwen panden, welke bovendien nog, volgens 't laat- m - m j*. 44c GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zittingen van Donderdagen den 13 en 27 Januarij 1870. 3 ste lid van het artikel, binnen vijf maanden na de provisionele gunning moet zijn ingezonden, op straffe van vernietiging van den koop, door Burgemeester en Wethouders is goedgekeurd dat al verder, wanneer de verpligting tot bebouwing niet be stond, de bepaling van art. 10 eene ongerijmdheid zou behelzen, omdat geene enkele geldige reden denkbaar is, waarom de daar aangewezen boekperceelen aan de publieke straat bij uitzondering wil en de overige perceelen niet bebouwd zouden behoeven te worden dgihit eindelijk, om niet meer te noemen, 't bestaan dier ver pligting voldoende blijkt uit de bepaling van art. 20, alwaar, nadat de bebouwing der perceelen als algemeene regel voorop ia gesteld, voorschriften worden gegeven omtrent de afsluiting der daarvan onbebouwd gebleven gedeelten HOverwegende dus, dat de Raad de zienswijze van den adressant dat hij niet verpligt zou zijn om 't aan hem provisioneel toege wezen en ten boven aangehaalden requestc aangeduid terrein te bebouwen, niet kan deelen en bij gevolg alleen te onderzoeken overblijft, of 't door hem gedaan verzoek, om van die verpligting te worden ontheven, voor inwilliging vatbaar is te achten, ver mits, bij aldien dat verzoek kan worden toegestaan, de inrigting van 't tot afsluiting te plaatsen ijzeren hek, volgens de voorwaar den, aan de beslissing van Burgemeester en Wethouders is overgelaten B Overwegende nu, dat, naar 's Raads meening, 't onbebouwd laten van 'tondcrwerpelijk terrein en de afscheiding daarvan op de voorgeschreven wijze aan den welstand niet hinderlijk zal zijn en in de bijzondere omstandigheden, waarin de adressant ten aanzien van dat terrein verkeert, overigens genoegzame aanleiding bestaat om aan hem de gevraagde ontheffing te verleenen besluit: den adressant mr. Johannes van der Veen voornoemd, overeen komstig 't zijnerzijds daartoe gedaan verzoek, te ontheffen van de verpligting om 't provisioneel aan hem toegewezen, en op de bptrekkelijke lijst en teekening met nummer 19 aangeduid bouw terrein tusschen den staatsspoorweg en 't Zaailand te Leeuwarden te bebouwen, mits hij dat terrein, door middel van een ijzeren hek, op voldoende wijze, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, van den publieken weg afscheide en laug9 dat hek eene stoep worde gelegd op de wijze als bij art. 13 der boven aangehaalde voorwaarden is bepaald. 18. Is ter tafel gebragt cn gelezen een voorstel van Burge meester en Wethouders, vervat in het extract uit de notulen van hun collegie van 8 Januarij jl., aangaande een aan deze ver gadering gerigt adres van R. Vermeulen Hzn., hulponderwijzer aan de tussehenschool le klasse, in deze gemeente, dd. 20 De cember te voren, houdende verzoek, om met den lsten Januarij 1870 of zoo spoedig mogelijk uit die betrekking te worden ont slagen. Nadat op voorstel van den Voorzitter tot de onmiddellijke behandeling hiervan was besloten, wordt, overeenkomstig de con clusie van dit extract, besloten <c Aan R. Vermeulen Hzn., ingevolge 't daartoe door hem ge daan verzoek, een eervol ontslag te verleenen als hulponderwijzer aan eene der openbare lagere scholen in de gemeente Leeuwar den, met bepaling, dat dit ontslag zal ingaan den 15 Januarij 1870. 19. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge meester en Wethouders, op het iu de vergadering van 30 De cember jl., om berigt en raad in hunne handen gestelde adres van Willem Anthoons Janssen, kleermaker alhier, dd. 27 te vo ren, houdende verzoek, om wederom huurder te mogen worden .van het thans door hem bewoonde, der gemeente toebehoorende huis in de Groote Hoogstraat alhier, gequoteerd letter IT, no. 121. De Voorzitter zegt, dat dit punt op den oproepingbrief is vermeld, om in deze vergadering te worden afgedaan. Er be staan echter, zegt Spr., redeneu, om de behandeling tot eene volgende vergadering uit te stellen, waartoe hij het voorstel doet. Dienovereenkomstig wordt eenstemmig besloten. 20. De Voorzitter, het noodig achtende, dat tot het houden eener bestotene zitting de deuren worden gesloten, wordt daar toe overgegaan. Na afloop der beslotene zitting wordt de openbare voortgezet. 21. Alsnu is aan de orde de behandeling van het in deze vergadering ter tafel gebragt voorstel van Burgemeester en Wet houders, omtrent het adres van R. K. van der Meer cum soc., aannemers van 'teerste gedeelte der werken tot uitbreiding van de gemeentelijke gasfabriek. De vergadering, met de conclusie van dit voorstel instem mende, heeft buiten beraadslaging en hoofdelijke omvraag be sloten Aan de adressanten R. K. van der Meer cum soc., aannemers van 't eerste gedeelte der werken tot uitbreiding der gemeente lijke gasfabriek, te kennen te geven, dat de Raad zich, opgrond van 't bepaalde bij art. 13 der algemeene voorwaarden, behoo- rende bij de bestekken voor de verschillende aan te besleden werken en leverantiën voor de gemeente, onbevoegd beschouwt, om ten aanzien van 't door hen, bij adres van 30 October 1869, gedaan voorstel en verzoek eene beslissing te nemen en mitsdien hen daarin niet ontvankelijk verklaart. De Voorzitter sluit hierop de vergadering. Verslag van 't verhandelde ter vergadering van den Gemeenteraad te Leeuwarden, op Donderdag den 27 Januarij 1870. Aanvankelijk 12, later 17 leden tegenwoordig. Voorzitter dc heer D. Zeper, die de vergadering op het daar voor bepaalde tijdstip opent en mededeelt, van de heeren Jongsma en Suringar kennisgeving te hebben ontvangen, dat zij verhin derd worden deze vergadering bij te wonen. 1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde van 't verhandelde ter vergadering van 13 Januarij jl. 2. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel Burgemeester en Wethouders, aangaande het bij besluit dezer vergadering van 16 December 1869, no. 2, om berigt en raad aan hun collegie verzonden schrijven van de Kamer van koophandel en fabrieken alhier, dd. 10 December te voren, no. 912, waarbij in overwe ging wordt [gegeven, dat tot eene algeheele vernieuwing en verbetering van de Boorasbrug reeds dadelijk j worde over gegaan. Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 3. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge meester en Wethouders, op het bij besluit van 25 November 1869, no. 19, ten fine van berigt en raad in hunne handen ge stelde adres van de firma A. Menalda en Zonen alhier, van den zelfden datum, houdende verzoek, dat de gemeente aan haar in koop alsta ongeveer acht ares grond van 't Oldehoofster kerk hof alhier, gelegen ten noorden van de 1ste tussehenschool 2e klasse. Ter visie, als boven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1870 | | pagina 2