1" m. i V GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. f VERSLAG van 't verhandelde ter vergadering van den Gemeenteraad te Leeu warden, op Woensdag den 25 Mei 1870. Aanvankelijk 14, later 18 leden tegenwoordig. Afwezig de heer Oosterhoff. Voorzitter de heer D. Zeper, die de vergadering op het daar voor bepaald tijdstip opent en mededeelt, van den heer Oosterhoff kennisgeving te hebben ontvangen, dat eene kleine ongesteldheid hem verhindert deze vergadering bij te wonen. 1. De Voorzitter stelt voor, om over te gaan tot de instal latie van dc nieuw verkozen raadsleden, de heeren S. Draisma van Valkenburg en A. J. Rooseboom. Hiertoe besloten zijnde, worden opgemelde heeren door de hceren van Slolerdijek_en Wiersma, daartoe door den Voorzitter uitgenoodjgd, ter vergadering binnengeleid. l)e Voorzitter deelt hierop aan de benoemden mede, dat de door hen ingezonden geloofsbrieven zijn onderzocht en goedge keurd dat de Raad dientengevolge tot hunne toelating heeft besloten doch dat door hen, alvorens te kunnen zitting nemen, de bij do grond- en gemeentewet voorgeschreven eeden dienen te worden afgelegd. Hij noodigt hen uit, die eeden af te leggen en verzoekt vervolgens den Secretaris het eeds-formulier te wil len voorlezen. Nadat door den Secretaris aan dat verzoek was voldaan, leggen de nieuw benoemde leden do voorgeschreven eeden af, waarna de Voorzitter andermaal tot hen het woord rigt en hun als leden van den Raad welkom heet. Hij wijst er op, dat de aanvaarde betrokking eervol en van belangrijken aard is. Eervolomdat de kiezers dezer gemeente hun tot die betrek king hebben uitverkoren. Belangrijkdewijl de belangen dezer gemeente daardoor aan hen zijn toevertrouwd. Spr. wenscht, flat de geïnstalleerden dc aanvaarde betrekking langen tijd mogen waarnemen, en dat zij daarin genoegen mogen ondervinden. Hij hoopt, dat zij onder het voorregt van gezondheid en voorspoed in hun maatschappelijken kring mogen medewerken aan de behar tiging van de belangen dezer gemeente. Dc hceren van Valkenburg en Rooseboom hierop de hen door den Voorzitter aangewezen zetels ingenomen hebbende, telt de vergadering 20 leden. 2. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde van 't verhandelde ter vergadering van 12 Mei jl. 3. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge meester en Wethouders, betrekking hebbende op het doen van af- en overschrijvingen op verschillende artikelen der gemeentebe- grooting, dienst 1869. Ter inzage, om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 4. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge meester en Wethouders, tot af- en overschrijving van- en op sommige artikelen der gemeentebegrooting, dienst 1870. Ter inzage, als voren. 5. Is Ier tafel gebragt en gelezen een adres van Johannes Meijer en Grietje Meijer, echtgenoot van Willem Roscraa, wonende te Leeuwarden, del. 21 Mei jl., houdende verzoek, dat de Raad moge goedkeuren eene door hen voorgenomen verbouwing van het buis Lt. I), no. 179, achter de sociëteit Amicitia alhier. In handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad. 6. De Voorzitter deelt mede, dat de beuoemde directeur van de stads-reinigiug, de beer J. Soutendam, de betrekking Bijvoegsel iot de Provinciale Friesche Courant. Zitting van Woensdag den 25 Mei 1870. 77 heeft aangenomen en op 1 Junij a. s. zijne functie zal aan vaarden. Aangenomen voor notificatie. 7. Wordt in behandeling genomen het in de vorige vergade ring ter tafel gebragt rapport van de commissie, die bij raads besluit van 28 April jl., no. 3/113 is belast met het onderzoek van de rekening en verantwoording van het Nieuwe Stads Wees huis, over 1869. De vergadering, zich vereenigende met de conclusie van dat rapport, heeft buiten beraadslaging met algemeene stemmen be sloten lo. Goed te keuren de rekening over 1869 van het Nieuwe Stads Weeshuis, bedragende in ontvang f 54,752.70in uit gaaf ƒ52,168.05met een batig slot van 2584.65. 2o. Goed te keuren de rekening ter zake der weezenverplcging beneden de zes jaren, in ontvang en uitgaaf ten bedrage van ƒ83.58. 3o. De stukken, voorzien van een bewijs van goedkeuring en onder dankbetuiging voor het getrouw beheer, aan het bestuur van gemeld weeshuis terug te zenden. 8. Wordt in behandeling genomen het in de vorige verga dering ter tafel gebragt voorstel van Burgemeester en Wethou ders, op het adres van de heeren Harmens en Penning, fabri kanten te Harlingen, houdende verzoek om kwijtschelding of ver mindering der door te late u'tvoering van de aangenomen lever antie van ijzeren lantaarnpalen beloopen boete ad f 288.00. Overeenkomstig de conclusie van het voorstel, wordt buiten beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besloten Aan de heeren Harmens en Penning, fabrikanten te Harlingen, in antwoord op hun adres van den 24 Maart 1870, te kennen te geven, dat de Raad geene termen heeft gevonden, om 't bij dat adres gedaan verzoek in te willigen en het mitsdien wijst van de hand. 9. Wordt in behandeling genomen het in de vorige verga dering ter tafel gebragt voorstel van Burgemeester en Wethou ders, op een verzoek van C. F. Schwaner, timmerman alhier, om eene stoep op gemeentegrond te mogen leggen. De vergadering, instemmende met de conclusie van het voor stel, heeft dienovereenkomstig buiten discussion en hoofdelijke omvraag besloten 10. Te verklaren dat de hierna sub 2o. bedoelde grond niet meer ter openbare dierst bestemd is. 2o. Voorbehoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten van Friesland, aan Chrisliaan Frederik Schwaner, timmer man te Leeuwarden, tot wederopzegging ten gebrüike af te staan, om daarop eene stoep te leggen ter breedte van een meter, den voor die sloep benoodigden aan de gemeente toebehoorenden grond, gelegen vóór en aldaar belendende, aan zijne op de Nieuweburcn alhier gebouwde huizinge, gekwoteerd lett. 1, nos. 198201. 10. Wordt in behandeling genomen het in de vorige ver gadering ter tafel gebragt voorstel van Burgemeester en Wet houders, op het adres van C. van Lingen, wed. H. Tieman, stalhouderster alhier, houdende verzoek, om eene tegemoetkoming uit de gemeentekas te mogen ontvangen. De conclusie van het voorstel in rondvraag gebragt zijnde wordt bij acclamatie aangenomen, weshalve is besloten Aan C. van Lingen, wed. H. Tieman, stalhouderster wonende nabij de Vrouwenpoort in deze gemeente, in antwoord op haar bij adres van den 20 April 1870 aan Burgemeester gerigt, doch door dat eollegie ter tafel van den Raad gebragt verzoek, om van wegc dc gemeente vergoeding te erlangen voor de schade door haar geleden ter zake de stremming der passage met rij tuigen langs de Vrouw cnpoortbrug, te kennen te geven, dat de. 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1870 | | pagina 1